Mr. Th.J.M. van Mierlo
Mw. mr. S. Tamboer
Mw. mr. C.J.M. van Doorn
Mw. mr. E.H. Hoogenraad
De klachtplicht van de koper in het Nederlandse kooprecht
Art. 7:23 BW bepaalt dat de koper op een gebrek in de prestatie geen beroep meer kan doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, bij de verkoper ter zake heeft geprotesteerd. De Hoge Raad heeft zich recentelijk een aantal keer uitgelaten over verschillende aspecten van de klachtplicht. Hiermee zijn sommige vragen weliswaar beantwoord, maar komen er tevens een paar merkwaardigheden met betrekking tot de klachtplicht aan het licht. In deze bijdrage wordt onder meer een aantal arresten van de Hoge Raad besproken en wordt met name aandacht besteed aan de vraag of de klachtplicht en de uitwerking die hieraan wordt gegeven, in alle gevallen wel gerechtvaardigd is. Betoogd wordt dat een genuanceerde toepassing van het artikel en zijn sanctie in veel gevallen tot een rechtvaardiger oplossing zou kunnen leiden dan de huidige alles-of-niets-benadering.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift