Oordelen Commissie Gelijke Behandeling 2007

‘Verzekering afsluiten?’, ‘Goedkoop krediet?’, ‘Biertje?!’

Wat deze kreten in ieder geval met elkaar gemeen hebben, is dat zij het aanbieden van goederen en diensten betreffen. Artikel 7 van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) verbiedt bij dit aanbod het maken van onderscheid. Onderscheid is echter alleen verboden als het bepaalde gronden betreft die de wetgever beschermenswaardig heeft geacht. Die gronden zijn onder meer ras, geslacht, geloof of levensovertuiging en seksuele gerichtheid en komen niet alleen voor in de AWGB, maar ook in het Wetboek van Strafrecht. Nationaliteit, politieke gezindheid en burgerlijke staat zijn gronden die exclusief zijn voor de AWGB.

Indirect onderscheid naar deze acht gronden kan volgens de AWGB wel worden toegestaan als een objectieve rechtvaardiging wordt aangedragen, terwijl voor direct onderscheid alleen die uitzonderingen zijn toegestaan die uitputtend in artikel 2 van de AWGB zijn opgenomen. Onderscheid naar handicap in het openbaar vervoer wordt daarnaast in separate wetgeving verboden.

Jaarlijks worden in deze kroniek oordelen van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB of Commissie) die zijn afgedaan op artikel 7 AWGB besproken, alsook nieuwe ontwikkelingen voor zover deze betrekking hebben op het consumentenrecht.