Mr. dr. P.W.J. Verbruggen
Mr. dr. B.B. Duivenvoorde
Mr. dr. L.B.A. Tigelaar, mw. prof. mr. drs. C.M.D.S. Pavillon
Prof. mr. dr. M.B.M. Loos
Mw. mr. M.P.M. Hennekens, mw. mr. F.C. van der Jagt-Vink
Mw. mr. dr. I. Visser
Mr. dr. J.J.A. Braspenning
Mr. S. Ben Yaklaf
De bewijslastomkering bij oneerlijke handelspraktijken
Artikel 6:193j lid 1 en 2 BW bevatten een bewijslastomkering ter zake van de materiële juistheid en volledigheid van de informatie die een ondernemer aan een consument heeft verstrekt resp. de toerekenbaarheid van een oneerlijke handelspraktijk aan de ondernemer. In deze bijdrage bespreken wij de wijze waarop de rechter met deze bewijslastomkering omgaat en beantwoorden wij de vraag naar haar toegevoegde waarde voor de processuele positie van consument en concurrent.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift