De algemene groepsvrijstelling voor staatssteun: een praktische leidraad voor steunmaatregelen voor de gebouwde omgeving

Staatssteun is een onderwerp dat vanwege de economische gevolgen van de COVID-19-crisis veelvuldig het maatschappelijk debat heeft ingevuld. Dit geldt zeker voor steunmaatregelen in de gebouwde omgeving. Een belangrijke ontwikkeling voor het verlenen van staatssteun in de gebouwde omgeving vormde de beslissing van de Europese Commissie om ten tijde van de COVID-19-crisis de zogeheten ‘Algemene Groepsvrijstellingsverordening’ (hierna: AGVV) van toepassing te verklaren op ondernemingen die – als gevolg van de crisis – in financiële moeilijkheden verkeerden. In dit artikel wordt vanuit de beleidspraktijk de flexibele werking van de AGVV uiteengezet en toegepast op steunverlening in de gebouwde omgeving. Omdat voor veel overheden – ook in tijden van crisis – steunverlening onder de AGVV onmisbaar is voor de naleving van de staatssteunregels, dienen ook potentiële steunontvangers op de hoogte te zijn van de procedurele en materiële vereisten van deze vrijstellingsmogelijkheid. Deze voorwaarden berusten op de beginselen van transparantie en evenredigheid en bovenal op de gezamenlijke controle op AGVV-steun door de lidstaten en de Europese Commissie. In het kader van deze samenwerking worden enkele plus- en minpunten bij de toepassing van de AGVV benoemd en wordt kort vooruit geblikt naar de aankomende vernieuwing van de vrijgestelde steunmaatregelen onder de AGVV.