O.J. Boeder
C.G. van der Plas
Y.E.M. Cremers
J.E. Soeharno
A.W. Jongbloed
W. Heemskerk
Remko van Baarlen - CMS
Annelies Zwart - CMS
S. van der Vegt - JPR Advocaten
Th.S.M. Fraai - ACT Fort Advocaten
B. Sujecki - Rechtsanwalt, NexaVelo Advocaten
Termijnoverschrijding door digitale ontoegankelijkheid
Met het advies van het Bureau ICT-toetsing heeft eind vorig jaar het startschot geklonken voor het project Digitale Toegankelijkheid. Na KEI moet dit project voorzien in een behapbare digitaliseringsoplossing voor het civiele proces in de feitelijke instanties, die erin moet resulteren dat partijen hun processtukken digitaal kunnen indienen bij een gerecht; voor professionele procesvertegenwoordigers zal dit op termijn verplicht worden gesteld. Artikel 8 Besluit elektronisch procederen, in werking getreden per 1 januari 2021, bepaalt wat rechtens is wanneer een processtuk te laat wordt ingediend door een verstoring van de toegang tot het aangewezen digitale systeem voor gegevensverwerking. In deze bijdrage wordt nagegaan wat in zo’n geval van professionele procesvertegenwoordigers wordt verwacht en ertoe opgeroepen de bij de bepaling geplaatste kanttekeningen, waar gepast, te verdisconteren in het procesreglement.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift