F. De Wispelaere, J. Pacolet, D. Gillis
B.M.J. van der Meulen
De keerzijde van intra-Europese arbeidsmobiliteit voor de lidstaat van herkomst. Een vergeten perspectief?
Het publieke debat in Nederland en België, bij uitbreiding in de volledige Europese Unie (EU), omtrent de impact van intra-Europese (arbeids)mobiliteit focust zich hoofzakelijk op de (negatieve) gevolgen voor bestemmingseconomieën, zoals risico’s van ‘sociale dumping’ en ‘uitkeringstoerisme’. Dit is evenwel een te enge benadering. Zo kampen verschillende van de jongere lidstaten (EU-13), in het bijzonder Roemenië, Bulgarije, Kroatië, Letland, Litouwen en Polen, met een sterke daling van hun (actieve) bevolking. Intra-Europese arbeidsmobiliteit heeft er geleid tot een ‘braindrain’ en arbeidstekorten in bepaalde sectoren, met negatieve effecten op de belastbare basis en op de economische groei. Het mag duidelijk zijn dat het debat baat heeft bij een meer uitgebalanceerde benadering van arbeidsmobiliteit binnen de EU, waarbij eveneens de gevolgen voor zendende economieën worden benoemd en gekwantificeerd. Daarom opperen we dat dringend werk moet gemaakt worden van een gedetailleerde berekening van de kosten en baten van uitgaande intra-Europese (arbeids)mobiliteit.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift