Mr. W.H. Slootweg
Mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg
Mr. dr. C.J. de Jong
M. Horstman - JPR Advocaten
R. de Kruif - Kifid
D.M.A. Gerdes - Kifid, T.R.G. Leyh - KNB
C.O.A. Smit - Clifford Chance LLP
S.A. Kruisinga - UU/Van Benthem en Keulen
A.L.H. Ernes - OU
P.F. Salome - Van Traa Advocaten, T. Uildriks - Van Traa Advocaten
T. Holsbrink - Van Traa Advocaten
M. Nijland - Triodos Bank, F. Faes - Kifid
C.J. de Jong - UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS)
T. Giesbertz - Van Traa Advocaten, P.A.M. Seck - Van Dorth Advocaten
M.J.R. Maas - JPR Advocaten
J.L. Snijders - FIZ Advocaten, Y.C. Tonino - FIZ Advocaten
Over artikel 3:4 lid 2 BW als zelfstandige grond voor bestanddeelvorming. Een bespreking en analyse naar aanleiding van Zalco II
Op 13 november 2020 heeft de Hoge Raad het tweede Zalco-arrest gewezen. In dit arrest staat centraal of het in de ovens gestold aluminium bestanddeel is geworden van en dientengevolge is nagetrokken aan de ovens. De Hoge Raad geeft een nadere uitleg over de gronden waarop bestanddeelvorming (artikel 3:4 BW) kan plaatsvinden. In deze bijdrage wordt het tweede Zalco-arrest aan een nadere analyse onderworpen. De auteur gaat daarbij in op twee vragen. Er wordt ingegaan op de vraag of er, zoals thans het geval is, zelfstandige betekenis dient toe te komen aan artikel 3:4 lid 2 BW naast artikel 3:4 lid 1 BW en of het arrest van de Hoge Raad te verenigen is met de ratio achter natrekking. Auteur komt tot de conclusie dat de door de Hoge Raad gegeven uitleg van artikel 3:4 BW niet wenselijk is en wendt zich tot de wetgever met voorstellen voor een aanpassing van de wet.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift