Ton Broeders
Sanne Houben, Henry Otgaar, Eric Rassin en Harald Merckelbach
Bas Kokshoorn
Kees (C.L.) Kraaijeveld en Eric (E.G.C.) Rassin
Getuigen die Eye Movement Desensitisation and Reprocessing (EMDR) ondergaan
Een riskante osmose tussen psychologie en recht
Veel cliënten die zich met posttraumatische klachten bij een therapeut melden ondergaan Eye Movement Desensitisation and Reprocessing (EMDR). Na afronding van de behandeling besluiten sommigen van hen om bij de politie aangifte te doen tegen de vermeende veroorzaker van het trauma. Zij leggen dan als slachtoffer een getuigenverklaring af. Wij betogen dat zulke verklaringen als strafrechtelijk bewijs problematisch kunnen zijn. Door de EMDR-behandeling hebben de slachtoffers immers aan beïnvloeding blootgestaan. De rechter doet er wijs aan om hierop alert te zijn. Maar het is ook een verantwoordelijkheid van de therapeut om de cliënt tijdig te wijzen op het obstakel dat EMDR in de strafrechtelijke procedure kan gaan vormen.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift