Mr. P.T.J. Wolters
Prof. dr. H. Schulte-Nölke
Mr. dr. C.J.W. Baaij
Mr. C. Ruers, M. Dupont
Mr. dr. L.B.A. Tigelaar
Mr. A. El Baghdadi
Filling gaps in consumer contracts in the case of unfair terms – Is the CJEU’s case law on Directive 93/13/EEC to the detriment of consumers?
The CJEU has significantly tightened the sanctions for unfair terms in consumer contracts. The court prohibits national courts from replacing an annulled unfair term by supplementary non-mandatory provisions of national law that would be applicable in the absence of the unfair term, unless the invalidity of the unfair term would require the court to annul the contract completely, and this would expose the consumer to particularly unfavourable consequences. This paper points out that the case law of the CJEU creates undesirable incentives for businesses in the exercise of their rights and in drafting general terms and conditions. As a result, consumers may be put in a worse position, in some cases even worse than under the challenged unfair terms. The case law of the CJEU can also have the effect that certain issues are no longer dealt with in general terms and conditions at all, which hinders the rationalisation and efficiency gains that are possible through general terms and conditions and can therefore also have detrimental consequences for both sides of the contract, including consumers. The aim of policing general terms and conditions should be to prevent unfair terms, not general terms and conditions as such.
Het HvJ EU heeft de sancties voor oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten aanzienlijk aangescherpt. Het Hof verbiedt nationale rechtbanken om een vernietigd oneerlijk beding te vervangen door aanvullende niet-verplichte bepalingen van nationaal recht die van toepassing zouden zijn bij afwezigheid van het oneerlijke beding, tenzij de ongeldigheid van het oneerlijke beding de rechtbank zou verplichten om de overeenkomst volledig te vernietigen, en dit de consument zou blootstellen aan bijzonder ongunstige gevolgen. Dit artikel wijst erop dat de jurisprudentie van het HvJ EU onwenselijke stimuli creëert voor bedrijven bij het uitoefenen van hun rechten en bij het opstellen van algemene voorwaarden. Als gevolg daarvan kunnen consumenten in een slechtere positie terechtkomen, in sommige gevallen zelfs slechter dan onder de aangevochten oneerlijke bedingen. De jurisprudentie van het HvJ EU kan er ook toe leiden dat bepaalde onderwerpen helemaal niet meer worden behandeld in algemene voorwaarden, wat de rationalisatie en efficiëntiewinst die mogelijk zijn met algemene voorwaarden belemmert en daarom ook nadelige gevolgen kan hebben voor beide partijen bij de overeenkomst, waaronder consumenten. Het doel van het toezicht op algemene voorwaarden zou het voorkomen van oneerlijke bedingen moeten zijn, niet het verhinderen van het gebruik van algemene voorwaarden als zodanig.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift