T.F. Walree, P.T.J. Wolters
Privaatrechtelijke aansprakelijkheid bij schending MiFID II: complementariteit en beleggersbescherming
In het artikel wordt de privaatrechtelijke handhaving van de MiFID II-gedragsregels besproken door middel van aansprakelijkheid van beleggingsondernemingen tegenover cliënten. Civiele rechters zijn naar Europees recht in principe niet verplicht om bij schending van deze gedragsregels beleggingsondernemingen aansprakelijk te houden voor geleden beleggingsschade. Bij de invulling van de vereisten voor aansprakelijkheid kan desalniettemin rekening worden houden met de MiFID II-gedragsregels volgens een complementariteitsmodel. In dit model faciliteren de vereisten voor aansprakelijkheid, zoals de vereiste mate van zorg, het relativiteitsvereiste en causaal verband, de doorwerking van gedragsregels van Europese origine in het nationale aansprakelijkheidsrecht. De wijze waarop civiele rechters in Nederland, Duitsland en Engeland de MiFID II-gedragsregels toepassen, sluit grotendeels aan bij het complementariteitsmodel. Dit resulteert in een ‘hybridisering’ van de rechtsmiddelen. Deze hybridisering illustreert de potentie van privaatrechtelijke handhaving om bij te dragen aan beleggersbescherming en daarmee aan de effectiviteit van het Europese recht op het gebied van beleggingsdienstverlening.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift