Prof. mr. C.A. Schwarz
G.J.A. van Leeuwen, mr. A.D.M. Bras
Mr. B.C. Cornelisse
Tegenstrijdig belang en de uitkeringstest van art. 2:216 BW
Kan een bestuurder van een BV bij het verrichten van de uitkeringstest van art. 2:216 lid 2 BW een tegenstrijdig belang in de zin van art. 2:239 lid 6 BW hebben? Deze vraag komt aan de orde indien een bestuurder als aandeelhouder van de uitkerende BV meedeelt in de uitkering. Dit doet zich niet alleen voor bij een directeur-grootaandeelhouder die alle of nagenoeg alle aandelen in de BV houdt, maar ook bij joint ventures waarbij de aandeelhouders van de joint venture-BV (of hun vertegenwoordigers) zitting nemen in het bestuur. Ook kan worden gedacht aan situaties waarbij bestuurders in het kader van een incentive programma aandelen, of certificaten daarvan, hebben in de uitkerende BV.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift