Mr. dr. L.B.A. Tigelaar
Mr. W.A. Visser
Mr. dr. E.A.G. van Schagen
Prof. mr. drs. T.M.C. Arons
Mr. dr. M.Y. Schaub
Mr. A. El Baghdadi
Essentiële informatie voor consument-beleggers
Een noodzakelijke update van de regeling oneerlijke handelspraktijken
In dit artikel bespreek ik de regeling oneerlijke handelspraktijken. Deze behoeft dringend een update door de wetgever. Met name de verwijzingsbepaling naar essentiële informatieverplichtingen met een EU-herkomst in artikel 6:193f BW is foutief en onvolledig. De constante stroom EU-wetgeving op dit gebied noopt tot veelvuldige aanpassing. Het alternatief van een open normformulering zoals voorzien in artikel 6:193c lid 1 en 193d lid 2 BW in plaats van een verwijzing naar bepalingen met essentiële-informatieverplichtingen jegens consumenten in EU-verordeningen of Nederlandse implementatiewetgeving, heeft als nadeel dat de consument en ook de rechter die ambtshalve de vernietigingssanctie moet toepassen, wordt genoodzaakt een exercitie door EU- (implementatie)wetgeving te maken; een expliciete verwijzing biedt meer rechtszekerheid. In dit artikel ga ik ook in op een aantal financieelrechtelijke EU-informatieverplichtingen die ook op deze 193f-lijst moeten komen. Ik betoog dat duurzaamheidsgerelateerde informatieverplichtingen jegens particuliere beleggers onder de regeling oneerlijke handelspraktijken (ohp) kunnen vallen indien er sprake is van een verkoopbevorderend karakter. Daarvan kan niet alleen sprake zijn indien effecten door de uitgevende instelling worden aangeboden (met een daarbij verplicht behorend prospectus), maar ook indien er informatie wordt verstrekt aan beleggers die hun effecten via de beurs hebben gekocht.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift