Mr. dr. L.B.A. Tigelaar
Mr. W.A. Visser
Mr. dr. E.A.G. van Schagen
Prof. mr. drs. T.M.C. Arons
Mr. dr. M.Y. Schaub
Mr. A. El Baghdadi
In dit nummer
Voor u ligt de derde aflevering van het Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken van dit jaar.
In het kader van het Richtlijnvoorstel tot wijziging van de Richtlijn consumentenrechten en tot de intrekking van de Richtlijn financiële dienstverlening op afstand van 11 mei 2022 is vrij plotseling het voorstel gedaan om een herroepingsknop in te voeren bij het aangaan van een overeenkomst op afstand. In haar redactioneel ‘De herroepingsknop, een goed voorstel? bekijkt Leonieke Tigelaar met een kritische blik de argumentatie van de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie voor de invoering van de herroepingsknop.
Willem Visser bespreekt in zijn artikel ‘Consumentenbescherming onder de Brussel Ibis-verordening: het kan beter!’ hoe de bescherming op het gebied van consumentenovereenkomsten nu geregeld is, en op welke wijze deze kan worden verbeterd in de lopende evaluatie van de verordening door de Europese Commissie. Daarbij geeft hij ook aan hoe het Brussel-regime in zijn geheel vereenvoudigd kan worden, zodat procedures niet nodeloos vertraagd worden door de vraag welke rechter bevoegd is.
In haar artikel ‘Aan welke eisen dienen bindende adviezen van de Geschillencommissie te voldoen,en hoe dienen deze adviezen te worden getoetst?’ stelt Esther van Schagen dat het niet is duidelijk aan welke eisen een bindend advies van de Geschillencommissie dient te voldoen teneinde vernietigbaarheid op grond van artikel 7:904 BW te vermijden. Hoewel de Geschillencommissie op grond van artikel 11 Richtlijn 2013/11 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen conform dwingend consumentenrecht dient te beslissen, is niet duidelijk of dit ook ambtshalve dient te gebeuren. Wellicht biedt de herziening van de Richtlijn ADR een gelegenheid om meer duidelijkheid te scheppen over de eisen waaraan bindend adviezen moeten voldoen, en de maatstaven voor toetsing van deze adviezen.
In zijn artikel ‘Essentiële informatie voor consument-beleggers, Een noodzakelijke update van de regeling oneerlijke handelspraktijken’ bespreekt Tomas Arons de regeling oneerlijke handelspraktijken. Met name de verwijzingsbepaling naar essentiële informatieverplichtingen met een EU-herkomst in artikel 6:193f BW behoeft dringend een update van de wetgever. Arons betoogt in zijn artikel dat duurzaamheidsgerelateerde informatieverplichtingen jegens particuliere beleggers onder de regeling oneerlijke handelspraktijken kunnen vallen indien er sprake is van een verkoopbevorderend karakter.
Martien Schaub bespreekt in haar noot de uitspraak van de Geschillencommissie Thuiswinkel van 4 november 2022. Een adverteerder op Marktplaats klaagt bij de Geschillencommissie Thuiswinkel over het systeem van online beoordelingen dat dit platform hanteert. Het systeem zou geen betrouwbaar beeld geven van de adverteerders. De uitspraak geeft aanleiding om kort stil te staan bij de relatief nieuwe regels die gelden voor online reviews en bij de vraag wat de verantwoordelijkheid van het platform is bij de inrichting van het beoordelingssysteem en bij de beoordelingen die de gebruikers elkaar geven.
In deze aflevering wordt de uitspraak van Rb. Amsterdam 22 december 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7923 opgenomen omdat in deze uitspraak wordt bepaald dat de consument een herroepingsrecht heeft ten aanzien van een online bestelling ondanks het feit dat de verpakking is geopend en de parfum is getest.
In de Wettenagenda gaat Amal El Baghdadi in op twee nieuwe voorstellen van de Europese Commissie van 22 maart 2023. Het voorstel voor een Richtlijn groene claims COM(2023)166 def. en het voorstel voor een Richtlijn recht op reparatie COM(2023)155 def. Beide voorstellen passen binnen de nieuwe groeistrategie van de Europese Unie om klimaatverandering tegen te gaan: the green deal.