Harald Merckelbach
Timo Meconi, Hans Henseler
Sascha Dalen Gilhuijs, Nico Keijser
Mirjam ter Beek, Nicole Nierop
Gerechtelijke deskundigen onder druk gezetWat te doen als de grenzen van professionele communicatie worden overschreden?
Gerechtelijke deskundigenIn dit artikel uitsluitend gezien als ‘door een scheidsgerecht benoemde onafhankelijke deskundigen’., Waar ‘hij’ als aanduiding wordt gebruikt, wordt tevens een vrouwelijke deskundige bedoeld. hebben bij de uitvoering van hun werkzaamheden te maken met verschillende procespartijen: met de benoemende rechter, raadsheer, rechter-commissaris of bestuursrechter, met de griffie, de advocaten en met partijen zelf. Eventueel zijn collega-deskundigen betrokken, in de hoedanigheid van partijdeskundigen of als in dezelfde zaak benoemde deskundige, in het kader van noodzakelijk multidisciplinair onderzoek.
Dit artikel gaat over ongemakkelijk tot soms ronduit bedreigend contact tussen gerechtelijke deskundigen en partijen en hun advocaten. Het geeft een overzicht van enkele ervaringen die wij verzameld hebben. De aard daarvan heeft ons ertoe gebracht om dit als een probleem te definiëren. Wij geven enkele suggesties voor oplossingen of handelingsperspectief. Wij nodigen ook uit om voorvallen uit uw praktijk bij ons te melden. Afhankelijk van het aantal, de aard en inhoud van de reacties beraden wij ons op een vervolg op dit artikel.Dit artikel is een uitgebreidere bewerking van hoofdstuk 9 in Jacques Honkoop, Nico Keijser & Ernst Peter Tamminga, Deskundig in de rechtspraktijk. Handboek voor gerechtelijke deskundigen in Nederland, Zutphen: Uitgeverij Paris 2022.
De relatie tussen partijen en deskundigen wordt beheerst door wet- en regelgeving, gedragscodes en verschillende leidraden. Er zijn voorschriften voor de procedure van het deskundigenonderzoek vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Strafvordering, uiteraard afhankelijk van in welk rechtsgebied de deskundige wordt benoemd. Er zijn gedragscodes van toepassing: de Gedragscode civiele en bestuursrechtelijke zaken, de Gedragscode Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (voor deskundigen optredend in het strafrecht), de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak en de Gedragscode Stichting Advisering Bestuursrechtspraak.Zie lrgd.nl/nl-nl/LRGD/Publicaties/Diverse-publicaties. Er bestaan verschillende leidraden: de Leidraad deskundigen in civiele zaken, de Leidraad medisch deskundigen in bestuursrechtelijke zaken en de Leidraad deskundigen in maritieme civiele zaken. Leidraden geven veelal een toelichting op de wettelijke regels, maar geven ook aanwijzingen over hoe een deskundige zich zou moeten gedragen. Alle voornoemde documenten bevatten formele instructies en soms ook beperkingen. Over het algemeen kan worden gesteld dat deze regels zijn geformuleerd vanuit de positieve instructie. Zij bevatten veelal ‘verplichtingen voor de deskundige’ of geven richting aan de procedure of de procedurele verrichtingen. Voor veel van de als gerechtelijke deskundige optredende professionals zijn bovendien gedragsregels van de eigen beroepsorganisatie van toepassing.Bijvoorbeeld die van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants op nba.nl/tools/hra-2017/?folder=5791. ,Zo zijn er tientallen beroepsorganisaties op voor het optreden als gerechtelijk deskundige relevante vakgebieden. Zie bijvoorbeeld lrgd.nl/beroepsorganisaties. Naar mening van de auteurs gaan regels betreffende de deskundigenbenoeming vóór op de procedurele regels van de beroepsorganisatie. De vaktechnische regels van de professional zijn altijd van toepassing.Zo zijn de gedragsregels voor medici onverkort van toepassing wanneer medisch deskundigenonderzoek wordt uitgevoerd.,Wij gaan niet verder in op de samenloop of strijdigheid van gedragsregels. Dat is een separaat onderzoek waard.
Voorop staat dat tussen deskundigen en partijen in geschil, geen contractuele verhouding tot stand komt. Alhoewel in het civiele recht de benoemende rechter met ‘opdrachtgever’ wordt aangeduid, is de heersende leer dat daarmee niet een opdrachtgever in de zin van het overeenkomstenrecht wordt bedoeld.
Het is belangrijk dat deskundigen bij de uitvoering van hun werkzaamheden onderkennen dat zij die werkzaamheden verrichten in een omgeving waarin partijen een zakelijk geschil hebben, waarin een bestuursrechtelijk geschil moet worden beslecht tussen een overheidsinstantie en een bedrijf of burger, of onderzoek wordt gedaan naar (vermeend) strafrechtelijk handelen. In alle gevallen is een correcte uitvoering van de werkzaamheden van de deskundige noodzakelijk. Een slecht uitgevoerd deskundigenonderzoek en een navenant slecht deskundigenbericht in een civiel geschil leidt meestal tot financiële schade. In het strafrecht, waar het mogelijk gaat om vrijheidsbeperkende maatregelen, lijken de gevolgen verderstrekkend, in ieder geval voor individuen, die in dit geval meestal als verdachte zijn aangemerkt. De juiste werkwijze van de deskundige is noodzakelijk om te zorgen dat er vertrouwen is en blijft in de rechtspraak.
In de situatie van een geschil waarover door een rechterlijke instantie geoordeeld moet gaan worden is het evident dat partijen voor hun eigen belangen opkomen. Met alle middelen die zij en de raadslieden daartoe hebben. Zo zal een gerechtelijke deskundige moeten leren omgaan met het feit dat hij nauwgezet ‘in de gaten wordt gehouden’ voor wat betreft het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Hij kan – moet – door partijen worden aangesproken wanneer hij de wettelijke regels of gedragsregels niet volgt of zich niet houdt aan de instructies in de van toepassing zijnde leidraad of de instructies die aanvullend in het benoemingsvonnis zijn gegeven. Een op onjuiste wijze tot stand gekomen deskundigenrapport, of gebaseerd op onjuiste gegevens, is immers onbruikbaar voor de rechter. Daar zijn partijen niet bij gebaat.
Dit gebeurt meestal op basis van normaal zakelijke omgangsvormen, aangevuld met het algemeen gebruikelijke jargon. Dat hierbij soms ferme bewoordingen worden gekozen hoort erbij. Partijen hebben nu eenmaal een geschil met elkaar. In een civiele casus kan zich dat bijvoorbeeld uiten in een bericht van advocaat A, met gelijktijdige kopie aan advocaat B: ‘Ik verzoek de deskundige toe te lichten waarom niet wordt ingegaan op document …’ of ‘Ik verzoek de deskundige om document A als bedrijfsvertrouwelijk te behandelen’. Berichten kunnen ook meer dwingend van aard zijn: ‘Ik eis dat …’, ‘Ik geef u aan dat u moet …’ of woorden van gelijke strekking. Dergelijke berichten kunnen worden aangevuld met een tekst als: ‘Ik wijs u er reeds nu op dat het hieraan niet voldoen zal leiden tot een door cliënt in te dienen tuchtklacht.’ Of ‘… cliënt u in een separate procedure aansprakelijk zal houden voor de geleden schade.’ Over deze aanvullingen later meer.
Het is aan de deskundige om op de juiste wijze te reageren op de hiervoor als voorbeeld aangegeven berichten. De deskundige moet niet lichtgeraakt zijn. Dit is nu eenmaal de omgeving waarin hij werkt. De deskundige is eraan gewend dat advocaten soms taalkundig rake klappen uitdelen. Baat het de procedure niet, dan stelt het vaak wel de cliënt tevreden.
Zonder specifiek in te gaan op de door een advocaat gegeven instructies kan de deskundige positief geformuleerd bevestigen dat hij bekend is met de regelgeving en leidraden en dat hij zich daaraan zal houden. In dit stadium wordt een dreigement met tuchtklachten of aansprakelijkheid bij voorkeur genegeerd.
Conflicten zijn normaal en horen bij de omgang tussen mensen. In verreweg de meeste organisaties krijgen medewerkers te maken met conflicten, met agressie en soms zelfs geweld. Burgers zijn niet alleen mondiger, zij ervaren onrecht, voelen onmacht en hebben daardoor wellicht een korter lontje. Uit onderzoek van TNO uit 2018 blijkt dat 200.000 werknemers in Nederland last hebben van ongewenst gedrag door klanten, leerlingen, passagiers, patiënten, et cetera. Het gaat hierbij vooral om conflictgedrag als intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. Ook blijkt dat 552.000 professionals aanvullende maatregelen willen van hun werkgever tegen intimidatie, agressie en geweld door klanten.
In dit artikel geven wij een overzicht van ervaringen die wij verzameld hebben. Ten aanzien van het aantal deskundigen dat conflicten ervaart, of het aantal conflicten dat een individuele deskundige ervaart, zijn geen cijfers bekend. Deskundigen met jarenlange ervaring geven aan dat ze het nog nooit hebben meegemaakt, terwijl anderen aangeven het met regelmaat mee te maken. In het vervolg van dit artikel pleiten wij voor het opnemen van deze ervaringen in het deskundigenbericht zodat er op termijn onderzoek naar kan worden gedaan.
De rol van de gerechtelijke deskundige in een gerechtelijke procedure kan van doorslaggevende betekenis zijn voor het verloop van of de beslechting van het geschil. De belangen in een bestuursrechtelijke procedure kunnen groot zijn. Wordt mijn lichamelijke beperking die mij hindert om te kunnen werken wel erkend? Daalt de waarde van mijn bezit als deze weg wordt doorgetrokken? Krijg ik een windturbinepark in mijn achtertuin? Maar ook in het civiele recht kunnen de emoties en ook de bedragen hoog oplopen. Wordt mijn visie op de overeenkomst wel als de juiste gezien? De individuele belangen in strafzaken zijn groot bij zowel verdachten als andere betrokkenen. In deze zaken kunnen zowel partijen als hun vertegenwoordigers zich van allerlei technieken bedienen om de gerechtelijk deskundige te beïnvloeden, te ontregelen of zelfs te intimideren.
Het begint vaak met het ter discussie stellen van de deskundigheid van de deskundige.Dit voorbeeld betreft het bestuursrecht. In het civiele recht mogen partijen zich voorafgaande aan de benoeming uitlaten over de persoon van de deskundige. Wanneer partijen dat op de juiste wijze doen, kan van discussie over deskundigheid bij aanvang geen sprake meer zijn. Negatieve berichten later in het onderzoek of na het uitbrengen van het (concept)deskundigenbericht komen wel voor. Dat gebeurt soms al gedurende het deskundigenonderzoek, bijvoorbeeld via social media, maar ook in communicatie met de deskundige. Die uitingen kunnen variëren van zakelijk weergegeven negatieve opmerkingen tot en met grove beledigingen of zelfs strafrechtelijk ontoelaatbare uitingen. Ook op de zitting kunnen partijen ten overstaan van de rechter dergelijk gedrag vertonen. Er wordt gesneerd dat een deskundige slechts ‘ing.’ voor de naam heeft staan en geen ‘ir’.Vanwege de vertrouwelijkheid van stukken kunnen we dit niet nader toelichten. Of er wordt in het cv gegraven en wanneer een bepaalde opleiding wordt gemist wordt daarmee de deskundigheid op dit specifieke terrein afwezig geacht. Hiermee wordt gepoogd de deskundigheid van – zowel als de persoon van de deskundige te ondermijnen, met het oogmerk het oordeel van de rechter te beïnvloeden en/of de deskundige te ontregelen.
Het ontregelen van de deskundige. Een advocaat nodigde de deskundige die een voor zijn cliënt onwelgevallig – maar ijzersterk en feitelijk juist – deskundigenbericht had opgeleverd uit om op zitting te komen. Daar stelde de advocaat een reeks van ‘verhelderende vragen’. De advocaat had vooraf informatie ingewonnen dat de deskundige schriftelijk sterk was maar mondeling minder vaardig. Hiermee bracht hij de deskundige in verwarring waarmee zijn geloofwaardigheid werd aangetast.
Hoe meer informatie de deskundige in de disclosure statementEen disclosure statement bevat informatie over de persoon van de deskundige, diens opleiding, werkervaring en publicaties. Zie hierover bijvoorbeeld: B.J. van Ettekoven, ‘De deskundige deskundige. Over registers en de “disclosure statement”’, O&A 2016/53, afl. 3, p. 82-92. geeft, hoe meer dit risico zich voordoet.Dit laat het belang van het geven van een adequate disclosure statement onverlet. Daar waar de deskundigheid op zitting ter discussie wordt gesteld zal een deskundige altijd een goede repliek klaar moeten hebben. Dit behoort tot de professionele rol van de deskundige op zitting. De rechter zal ingrijpen als partijen daarbij grenzen overschrijden. Als dat niet gebeurt kan de deskundige daarom vragen. Hij is aanwezig om de rechter te informeren en niet om ten onder te gaan in een kruisverhoor of als persoon te worden aangevallen.
Op social media is het vooral wijs in deze gevallen te zwijgen. Als de kritiek echter (te) intimiderend wordt van toon dan is het wel zaak dit te melden bij de opdrachtgever. In voorkomende gevallen kunnen de negatieve uitingen zodanige vormen aannemen dat het noodzakelijk kan zijn om zelf rechtsmaatregelen te treffen.Het voeren van een kort geding om het staken en gestaakt houden van negatieve uitlatingen of beledigingen te vorderen, lijkt dan de aangewezen vorm. Hoe ernstig die uitingen ook zijn, het is beter te wachten totdat het deskundigenbericht gereed is. Uiteraard kan de deskundige ook overwegen zijn opdracht terug te geven. Dit zal leiden tot vertraging in de afdoening van het geschil. Voor de deskundige leidt dit mogelijk tot discussie over betaling van de tot dat moment verrichte werkzaamheden.
Ondanks het advies dat een dreiging met het door de cliënt indienen van een tuchtklacht of aansprakelijkstelling bij voorkeur moet worden genegeerd door de deskundige, komt het vaak voor. Dat kan al zijn in een vroeg stadium van het onderzoek. Zelfs al bij het eerste contact van de advocaat met de deskundige, wordt soms gedreigd met tuchtklachten. Bijvoorbeeld dat door de advocaat of cliënt al wordt voorgesorteerd op de gewenste uitkomst van het deskundigenrapport: ‘Als de uitkomst van het onderzoek niet …, dan …’. Er zijn professionals die niet meer willen optreden als deskundige. In branches waar het indienen van een tuchtklacht relatief eenvoudig isBijvoorbeeld: de griffierechten voor het indienen van een klacht bij de Accountantskamer bedragen slechts € 70,00 (art. 11 Procesreglement). Wij zijn ons ervan bewust dat er meer kosten zijn verbonden aan het indienen van een klacht., maar de gevolgen voor de deskundige in ieder geval zijn dat hij maanden bezig is met de afwikkeling van een klacht, vinden zij het ongewenst om zich daaraan nog bloot te stellen. Dit leidt voor zover bekend niet tot tekorten aan deskundigen in bepaalde vakgebieden, maar de ontwikkeling op zichzelf is ernstig te noemen.
Wij zijn ons er zeer van bewust dat het kunnen indienen van een tuchtklacht voor een niet correct functionerende professional een waardevol instrument is. Het zou alleen niet ingezet moeten worden gedurende de procedure van het gerechtelijk onderzoek. Wanneer na het uitputten van alle rechtsmiddelen zou blijken dat een gerechtelijke deskundige fouten heeft gemaakt die hem op grond van zijn vaktechnische gedragsregels zijn aan te rekenen, is een tuchtklacht of aansprakelijkstelling mogelijk aan de orde. Zolang in het juridische geschil waarin een deskundige door een rechter is benoemd niet tot in laatste instantie is beslist, zou een tuchtrechter idealiter de klager niet-ontvankelijk moeten verklaren. De oordelen van de tuchtrechter en de (civiele) rechter kunnen namelijk conflicteren. Bijvoorbeeld in het geval dat de (civiele) rechter overtuigd raakt van het formeel juiste karakter van het opgestelde deskundigenbericht, terwijl de tuchtrechter tegelijkertijd het optreden van de als deskundige opgetreden professional, om vaktechnische gronden niet correct acht.
Dat social media gebruikt worden om zowel positieve als negatieve ervaringen met ‘de hele wereld’ te delen, is algemeen bekend. Wij richten ons hier specifiek op negatieve uitingen ten aanzien van deskundigenonderzoek en deskundigen. Daarbij merken wij op dat deze uitingen voor zover bekend uitsluitend worden gedaan door partijen die ontevreden zijn met de uitkomst van het onderzoek dat werd verricht.Wij onthouden ons van voorbeelden om geen podium te bieden aan deze berichten.
Er zijn gevallen bekend waar partijen delen van het deskundigenbericht, of zelfs van het concept daarvan, online publiceren.Idem noot 15. Veelal gebeurt dit zodanig dat de passage uit de tekst uit zijn verband wordt gehaald en/of op verkeerde wijze wordt uitgelegd of met onjuiste motiveringen wordt toegelicht. En dat alles nog voordat de advocaat de kans heeft gekregen om te reageren op het concept op basis waarvan de deskundige zijn tekst wellicht zou kunnen aanpassen. Deze berichten gaan vaak vergezeld van negatieve uitlatingen over de persoon van de deskundige. Evenzo zijn er voorbeelden waarin de negatieve uitingen vergezeld gingen van bekendmaking van adressen en filmpjes op die locatie.Zo werd recent bij een deskundige op zijn kantooradres en op het (inmiddels voormalige) vestigingsadres van het LRGD een intimiderend bezoek afgelegd waarvan het filmverslag als ‘documentaire’ op Twitter werd gepubliceerd, voorzien van feitelijk onjuist commentaar. Dit leidde tot digitale bijval uit ‘onplezierige hoek’. Het adres staat inmiddels gesignaleerd bij de politie voor extra ondersteuning bij een melding van onraad. ,Zie ook noot 21.
Deskundigen moeten niet reageren op dit soort uitingen. Zij volgen de procedure, stellen partijen in staat om te reageren op het conceptdeskundigenberichtIn de rechtsgebieden bestuursrecht en civiel recht, waarin gebruikelijk een conceptbericht wordt opgemaakt. en verwerken die reacties op de juiste wijze in het definitieve deskundigenbericht. Dat uitingen via social media soms zover kunnen gaan dat personen zich onveilig voelen, zal geen verrassing zijn.Zie bijvoorbeeld uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2020:2626 waarin een deskundige aangifte doet en in het gelijk wordt gesteld nadat een ontevreden partij onder verschillende namen onjuiste negatieve reviews publiceert.,Tegen dit oprukkende fenomeen ‘doxing’, het delen van privégegevens om te intimideren, is in juli 2021 een wetsvoorstel ingediend om dit strafbaar te stellen. Melden van deze vormen van bedreiging bij de opdrachtgever is verstandig maar ook aangifte doen en daarvan melding maken is een mogelijkheid.
- Bij een huisbezoek doet de bewoner de deur op slot nadat de deskundigen binnen zijn gekomen.
- Een partij in een geschil laat zijn geweer zien tijdens een gesprek.
- Er wordt gedreigd met ‘criminelen’ die de deskundige kan verwachten als hij niet positief zal adviseren voor zijn zaak.
Om zo goed mogelijk om te kunnen gaan met alle vormen van beïnvloedend gedrag in de context van het werk van de gerechtelijk deskundige, is het om te beginnen belangrijk om te herkennen om welk gedrag het gaat. Wij baseren ons hierbij op het overzicht van de door Caroline Koetsenruijter beschreven gedragsvormen.Caroline Koetsenruijter is trainer, mediator en jurist. Ze heeft autoriteit op het gebied van conflicthantering en is auteur van het boek Jij moet je bek houden uit 2020 en Agressieparadijs uit 2021, beide van S2Uitgevers.,Gebaseerd op Jij moet je bek houden, hoofdstuk 3 van Caroline Koetsenruijter. Deze vormen sluiten goed aan bij de verschillende voorbeelden die door ons hiervoor beschreven zijn, in de zin dat ze steeds een stapje verdergaand ‘over de schreef’ zijn.
Deskundigen komen in hun werk regelmatig rationeel conflictgedrag tegen; je bent het met elkaar oneens maar er is nog steeds sprake van een dialoog. De ander staat open voor de boodschap van de deskundige en wil daarbij ook door de deskundige goed begrepen worden. Een variant daarop is gefrustreerd conflictgedrag: deze variant komt in het werk als gerechtelijk deskundige af en toe voor en herken je aan boosheid of onmacht. Het gedrag wordt niet meer primair gestuurd door de ratio maar door emoties. Het gedrag is niet zozeer gericht op de deskundige maar meer op de regels, de gebeurtenis, de overheid, de andere partij, de veroorzaker van schade of leed, enzovoort. Weer een variant daarop is het instrumenteel conflictgedrag. Dit gedrag komt niet voort uit emotie maar de ander probeert de deskundige doelbewust onder druk te zetten om de uitkomsten naar zijn of haar hand te zetten. Te ‘ontregelen’ door de deskundige ‘klein’ of ‘ondeskundig’ neer te zetten is er een voorbeeld van. Het wordt ook wel manipulatief of instrumenteel gedrag genoemd. Het gedrag wordt ingezet om een doel te bereiken: gelijk krijgen in de procedure of winnen namens de cliënt. Ook deze vorm van gedrag kom je tegen als deskundige. Deze gedragsvormen worden door zowel partijen als advocaten gebruikt. Vergeet nooit dat het ‘instrumentele type’ macht probeert uit te oefenen die het vaak helemaal niet bezit en alleen maar probeert jou onder druk te zetten. Bedenk dat ze jou nodig hebben om hun zaak goed aan de rechter voor te kunnen leggen.
Als laatste vorm kennen we psychopathologisch conflictgedrag. Dit is gedrag dat verwarde personen vaak vertonen. Hoewel dit in de context van het strafrecht wel voorkomt, zal dat niet snel rechtstreeks gericht worden op de deskundige. Wij gaan ervan uit dat binnen de andere rechtsgebieden dit gedrag vrijwel nooit een rol speelt in het onderzoek dat de deskundige moet uitvoeren en het blijft dan ook buiten beschouwing.
Over het algemeen kunnen deskundigen omgaan met deze vormen van gedragingen door gebruik te maken van verschillende technieken voor de-escalatie.Gebaseerd op Jij moet je bek houden, hoofdstuk 4 van Caroline Koetsenruijter.
Bij het rationeel conflictgedrag werkt de aanpak LSD goed:
Dit is een vaardigheid die gerechtelijk deskundigen in hun onderzoek vrijwel altijd toepassen maar het is in het bijzonder van belang als er sprake is van verharding in de discussie. De belangrijkste competentie bij conflictoplossing is luisteren. En écht goed luisteren is moeilijk. We zijn snel afgeleid door geluiden of de traagheid van de spreker, we weten al wat de ander gaat zeggen of willen graag zelf weer wat zeggen. Toch moeten we onszelf dwingen goed te luisteren. Het vervolgens samenvatten ordent het gesprek en je kunt checken of je het goed hebt begrepen. Ook geeft het de ander een gevoel gehoord te zijn en serieus genomen te worden. Doorvragen daarna brengt je tot de kern van de zaak en je toont interesse in het belang of het standpunt van iedere partij. Deze technieken zijn dus niet alleen nuttig voor grondig veldonderzoek maar werken tegelijkertijd de-escalerend en kunnen conflictgedrag afzwakken of zelfs voorkomen.
Bij het gefrustreerd conflictgedrag, waarbij de emoties een rol spelen, is het HEV-model een werkbaar middel om te de-escaleren.
Luister goed naar de emoties en geef aandacht zonder zelf te praten. Bij het erkennen van de emotie helpt het om samen te vatten wat de partij heeft gezegd of de laatste zin te herhalen. Het is effectief om de partij te laten merken dat je echt hebt geluisterd in plaats van te overtuigen of tegen te spreken.
Bij instrumentele manipulatie is regelmatig sprake van grensoverschrijdend gedrag. Door op tijd een grens te stellen kan de deskundige leidend gedrag vertonen en is deze vriendelijk duidelijk naar de ander. Dat werkt de-escalerend omdat de deskundige glashelder is en de ander een instructie geeft.
Een voorbeeld in 3 stappen:
Als dit niet werkt kan nog gebruikgemaakt worden van stap 4:
In een geval waarin een advocaat ongefundeerd deskundigen beschuldigde van liegen, bewust verdraaien van feiten en van samenspannen met de andere partij heeft de werkgever van de deskundige de advocaat daarop aangesproken. Dat gesprek is in een verslag vastgelegd en is ter hand gesteld aan de rechter die de deskundige had benoemd.
Vóór alles moeten deskundigen zelf bekend zijn met de eisen die worden gesteld aan het optreden als gerechtelijk deskundige. Zij moeten bekend zijn met de geldende wettelijke regels en leidraden. Hun werk ligt terecht onder een vergrootglas van partijen in geschil en hun raadslieden.
Deskundigen hebben, gezien de omgeving waarin zij doorgaans optreden, wellicht meer dan gemiddeld te maken met ‘strijdende partijen’ en zij staan daarmee wellicht meer dan gemiddeld bloot aan tegenwerking, negatieve bejegening en intimidatie. Als zij zich daarvan bewust zijn is dat al een gedeelte van de oplossing. Herken het gedrag, pas de juiste technieken toe en stel grenzen aan het optreden van partijen en advocaten die het deskundigenonderzoek frustreren of de uitvoering van werkzaamheden (al bij voorbaat) onmogelijk maken. Deskundigen kunnen op basis van peer review en intervisie meer en beter inzicht krijgen in voorvallen die als negatieve bejegening of intimidatie moeten worden gezien. Per slot van rekening is het niet herkennen van een ontoelaatbare beïnvloeding door partijen of advocaten funest voor de waarheidsvinding in het strafrecht, maar evenzo voor een goede rechtsbedeling in het civiele recht en het bestuursrecht.
In gevallen waarin de negatieve bejegening ontoelaatbaar is (of door de deskundige ontoelaatbaar wordt geacht), is vermelding daarvan in het deskundigenbericht in ieder geval aan de orde.Voor het civiele recht bijvoorbeeld art. 3.4 van de Gedragscode: ‘De deskundige meldt iedere relevante beïnvloeding of poging daartoe bij de uitvoering van de opdracht onverwijld schriftelijk aan de opdrachtgever, ook als de beïnvloeding of poging daartoe uitgaat van de opdrachtgever. De deskundige neemt bedoelde melding op in het verslag.’ Voor het strafrecht art. II.4: ‘Meld iedere van belang zijnde (poging tot) beïnvloeding van de uitvoering van uw opdracht.’ Voor het bestuursrecht (althans de STAB) art. E.2: ‘De deskundige meldt bij zijn leidinggevende iedere onrechtmatige beïnvloeding of poging daartoe bij de uitvoering van de opdracht.’ Het toevoegen van een paragraaf ‘Procedurele communicatie met partijen’ aan bijvoorbeeld het hoofdstuk ‘Inrichting van het Onderzoek’ of ‘Hoor en wederhoor’ lijkt daarvoor de aangewezen plek.Deze hoofdstukken komen voor in het Model Deskundigenbericht zoals van toepassing in het civiele recht.,Bij voorkeur wordt gebruikgemaakt van het LRGD Model Deskundigenbericht zoals gepubliceerd op de website van het LRGD: lrgd.nl/nl-nl/LRGD/Publicaties/Diverse-publicaties. De toelichting op die wijziging door het LRGD is gegeven in voetnoot 1 in dat document. Door dat consequent te doen kan er door de rechtspraak op termijn wellicht beter onderzoek naar worden gedaan, voor zover de rechter (voldoende) aanleiding vindt om een reactie daarop in het vonnis of arrest te vermelden.
Dit artikel geeft een overzicht van enkele ervaringen en van hetgeen op dit moment bij de auteurs bekend is. Wij geven enkele suggesties voor oplossingen of handelingsperspectief.
Wij zijn benieuwd of u de situaties herkent en nodigen u uit om uw ervaringen met ons te delen. Afhankelijk van het aantal, de aard en inhoud van de reacties beraden wij ons op een vervolg op dit artikel. Mogelijk leiden de reacties tot het initiëren van een nader onderzoek. Stuurt u uw bericht aan ervaringen@keijserconsultancy.nl.