Rosanne de Roo, Wanda Remijn, Jaimy Meeuwissen, Jeltje Kruithof-van Esch, Suzanne van der Heijden, Michelle Claushuis, Laura van Blijswijk-Kieftenbeld
Enide Maegherman
Sascha Dalen Gilhuijs
Agressie als bijwerking van een serotonine-heropnameremmer (SSRI) bij onderzoek pro Justitia
In meerdere strafzaken is het gebruik van selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRIs) door de verdediging naar voren gebracht als oorzakelijke factor ter verklaring van het ontstaan van het ten laste gelegde gewelddadige delictgedrag. SSRIs worden voorgeschreven bij depressie en angststoornissen. Pharmacovigilance databases tonen inderdaad een verhoogd aantal meldingen van agressie als bijwerkingen van SSRIs in vergelijking met andere geneesmiddelen. In placebo-gecontroleerd onderzoek blijkt een toegenomen kans op agressie en suïcidaliteit als bijwerking vooral bij jeugdigen. In rechtszaken is naar voren gebracht dat een genetisch bepaalde trage afbraak van de SSRI, leidend tot hoge spiegels, tot agressie zou kunnen leiden. Voor deze hypothese is echter nauwelijks wetenschappelijke ondersteuning. Men zal in iedere individuele zaak moeten nagaan of het aannemelijk is dat bijwerkingen van de medicatie een relevante toegevoegde factor is om het delictgedrag beter te kunnen verklaren. Placebo-gecontroleerde herhaalde blootstelling van de verdachte aan het desbetreffende middel kan hierbij belangrijke informatie geven.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift