In dit nummer

Voor u ligt de vierde aflevering van het Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken.

In het redactioneel betoogt Paul Verbruggen aan de hand van recente geschillen over vermeend misleidende milieuclaims dat het consumentenrecht via regelgeving over oneerlijke handelspraktijken een belangrijke bijdrage kan leveren aan het bewerkstelligen van duurzaamheidsdoelstellingen.

In een wetenschappelijk artikel betwijfelt Bram Duivenvoorde of de huidige beschermingsgedachten die ten grondslag liggen aan het consumentenrecht voldoende basis bieden om de consument te beschermen tegen datagedreven marketing. Omdat de nieuwe ontwikkelingen naar verwachting een nieuw soort ongelijkheid tussen handelaar en consument met zich brengen, betoogt de auteur dat het tijd is voor een heroverweging van de beschermingsgedachten.

Hoe de rechter omgaat met de bewijslastomkering van artikel 6:193j lid 1 en lid 2 BW wordt besproken in het artikel van Leonieke Tigelaar en Charlotte Pavillon. Ook evalueren zij de toegevoegde waarde van de bewijsrisicoverdeling in de regeling oneerlijke handelspraktijken voor de processuele positie van consument en concurrent. Deze lijkt op basis van de beperkte hoeveelheid rechtspraak waarin artikel 6:193j lid 1 en lid 2 BW worden aangehaald, vrij gering.

Marco Loos onderwerpt in zijn artikel het wetsvoorstel ter omzetting van de Richtlijn digitale inhoud en de Richtlijn verkoop goederen in Boek 7 aan een kritische bespreking. Beide richtlijnen zullen met ingang van 1 januari 2022 in werking treden en het wetsvoorstel heeft volgens hem veel weg van een ‘haastklus’.

Voor het eerst verschijnt er in dit tijdschrift een kroniek Privacyrecht. In deze kroniek geven Monique Hennekens en Friederike van der Jagt een overzicht van spraakmakende ontwikkelingen op het gebied van het privacyrecht in 2020. Zij richten zich hierbij op de AVG en besteden bijzondere aandacht aan de rechten van betrokkenen, zoals het recht op inzage en het recht op gegevenswissing.

In een noot bij rechtbank Rotterdam 6 november 2019 besteedt Irene Visser ruim aandacht aan de vrijwillige veiling als verkoopkanaal en aan de positie van de particuliere koper.

In de rubriek ‘Uit de praktijk’ behandelt Jurgen Braspenning artikel 7:5 lid 4 BW waarvan de interpretatie en toepassing voer opleveren voor discussie.

Tot slot bespreekt Soumaya Ben Yaklaf in de Wettenagenda onder andere de op 30 juni 2021 door de Europese Commissie gepubliceerde voorstellen om de Richtlijn consumentenkrediet (2008/48/EG) en de Richtlijn productveiligheid (2001/95/EG) te wijzigen. De voorgestelde regels moeten ervoor zorgen dat consumenten veilige producten kunnen kopen, ondanks het land van herkomst. De Europese Commissie stelt onder meer nieuwe verplichtingen voor marktdeelnemers en onlinemarktplaatsen.