Mr. P.T.J. Wolters
Mw. mr. dr. E.A.G. van Schagen
Mr. T.F. Walree
Mr. J.J. Dammingh
Mr. I. Visser
Mr. dr. J.J.A. Braspenning
Mr. S. Ben Yaklaf
In dit nummer
Voor u ligt het derde nummer van het Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken. De blijvende focus op de gevolgen van de pandemie zou ons bijna doen vergeten dat de consument al voor die tijd voor enkele grote uitdagingen stond. Uitdagingen die samenhangen met de digitale revolutie enerzijds en de overspannen woningmarkt anderzijds, en die door de pandemie geenszins zijn afgenomen, integendeel.
In dit nummer is er ruim aandacht voor Europese antwoorden op de digitalisering en bijbehorende (nieuwe) regelingen. In het redactioneel gaat Pieter Wolters in op de ‘know-your-(business-)customer’-verplichting van artikel 22 van het Digital Services Act (DSA)-voorstel. Hij bespreekt het toepassingsgebied van die verplichting en de door haar geboden bescherming. Deze bescherming kan worden versterkt door de verplichting uit te breiden tot niet-professionele aanbieders. Aan de hand van een aantal voorbeelden van overeenkomsten inzake digitale inhoud en diensten analyseert Esther van Schagen in haar artikel ‘De kwalificatie van de overeenkomst tot levering van digitale diensten en inhoud in het Europees recht’, de verschillende manieren waarop overeenkomsten tot levering van digitale inhoud en diensten in het Europese recht worden gedefinieerd. Aan bod komen achtereenvolgens het consumentenacquis, de Dienstenrichtlijn en de diensten van de informatiemaatschappij die centraal staan in de Richtlijn e-commerce. In het artikel ‘Cyberjunk: over de non-conformiteit van videogames’ onderzoekt Tim Walree de vereisten voor non-conformiteit van videogames. Hij beantwoordt de vraag in hoeverre de nieuwe bepalingen van Boek 7 BW meerwaarde hebben voor de gamende consument. Hij gaat hierbij uitgebreid in op de nieuwe conformiteitstoets voor digitale inhoud.
Deze aflevering heeft ook aandacht voor de koopregeling en gaat verder met een drietal bijdragen die specifiek betrekking hebben op recente ontwikkelingen bij de koop van onroerende zaken. Jaap Dammingh behandelt in zijn artikel ‘Non-conformiteit en het Tennispark-arrest’ de waardevolle overwegingen van de Hoge Raad waarin deze onderstreept dat het bij non-conformiteit in de eerste plaats gaat om de vraag of de onroerende zaak de eigenschap bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig is. In haar kroniek ‘Consumenten en de koop van onroerende zaken’ gaat onze nieuwe kroniekschrijfster Irene Visser in op de ontwikkelingen in wetgeving, rechtspraak en literatuur inzake consumenten en de koop van onroerende zaken over de periode februari 2017 tot en met december 2020. In de rubriek ‘Uit de praktijk’ beschrijft Jurgen Braspenning de rechtspraak over meetfouten bij de koop van onroerende zaken.
Tot slot bespreekt Soumaya Ben Yaklaf in de Wettenagenda onder andere het voorontwerp van de Implementatiewet richtlijn representatie verordeningen voor consumenten dat in internetconsultatie is gegaan. Met dit wetsvoorstel wordt de Richtlijn representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten geïmplementeerd.