Mw. dr. C.A.N.M.Y. Cauffman
Mr. drs. R. van de Meerakker
Mr. dr. M.V.R. Snel
Mr. dr. T. Jonkers
Prof. dr. R. Steennot
Mr. dr. M.Y. Schaub
Mr. dr. J.J.A. Braspenning
Mr. S. Ben Yaklaf
In dit nummer
Voor u ligt het tweede nummer van het Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken.
In het redactioneel bespreekt Caroline Cauffman de door de Europese Commissie voorgestelde nieuwe regels voor online platformen. Voor het consumentenrecht is vooral het voorstel voor een Digital Services Act (DSA) van belang. De ontwerpverordening bevat horizontale regels betreffende de aansprakelijkheid van online tussenpersonen en andere maatregelen die beogen de veiligheid van gebruikers van online platformen en meer algemeen aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij te beschermen.
Ruud van de Meerakker bespreekt in zijn artikel ‘Financieel consumentenrecht: de casuïstische zorgplicht van de hypotheekadviseur’ hoe de zorgplicht van de hypotheekadviseur in de praktijk wordt toegepast. De ontwikkeling van zorgplichten in het financiële consumentenrecht komt aan bod alsmede de diverse juridische hordes die genomen moeten worden voordat een gestelde zorgplichtsschending tot een schadevergoeding kan leiden.
In het artikel ‘De “europeanisering” van de algemene voorwaardenregeling in het Nederlands BW. Consequenties voor de Caribische landen?’ behandelt Marnix Snel de vraag in hoeverre de door Europese richtlijnen ingegeven ontwikkelingen ook onderdeel zouden moeten uitmaken van het in de Caribische landen van het Nederlands Koninkrijk geldende recht.
In de kroniek ‘Contracteren op afstand 2019-2020’ blikt Tobias Jonkers terug op de rechtspraak van de laatste twee jaar met betrekking tot op afstand of buiten de verkoopruimte gesloten contracten.
In zijn annotatie bij HvJ EU 8 oktober 2020 (PE Digital) geeft Reinhard Steennot aan onder welke voorwaarden consumenten digitale dienstenovereenkomsten kunnen herroepen. Herroept de consument de gedeeltelijk uitgevoerde digitale dienstenovereenkomst, dan zal hij in de regel wel een pro-ratavergoeding verschuldigd zijn. Het Hof houdt rekening met de legitieme belangen van ondernemingen en de consument blijft voldoende beschermd omdat hij uitdrukkelijk zijn instemming moet verlenen.
Martien Schaub bespreekt de objectivering van het begrip ‘consument’ in haar annotatie bij het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 oktober 2020 over een niet-professionele klusser die bij een aparte ‘profi-balie’ tegels afneemt.
In de rubriek ‘Uit de praktijk’ beschrijft Jurgen Braspenning de recente uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2021 in een trieste zaak waarin de hoofdrollen zijn weggelegd voor een hoogbejaarde bankcliënt, een frauderende vriendin en een onzorgvuldig handelende huisbank.
De aflevering sluit zoals gebruikelijk met de Wettenagenda, waarin Soumaya Ben Yaklaf de actuele stand van zaken weergeeft van de wetgeving die op dit moment aanhangig is. Ter sprake komt de wet voor het invoeren van een opt-insysteem bij ongevraagde telefonische communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden, die op 9 februari 2021 door de Eerste Kamer is aangenomen.