Mr. W.H. Slootweg
Mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg
Mr. dr. C.J. de Jong
M. Horstman - JPR Advocaten
R. de Kruif - Kifid
D.M.A. Gerdes - Kifid, T.R.G. Leyh - KNB
C.O.A. Smit - Clifford Chance LLP
S.A. Kruisinga - UU/Van Benthem en Keulen
A.L.H. Ernes - OU
P.F. Salome - Van Traa Advocaten, T. Uildriks - Van Traa Advocaten
T. Holsbrink - Van Traa Advocaten
M. Nijland - Triodos Bank, F. Faes - Kifid
C.J. de Jong - UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS)
T. Giesbertz - Van Traa Advocaten, P.A.M. Seck - Van Dorth Advocaten
M.J.R. Maas - JPR Advocaten
J.L. Snijders - FIZ Advocaten, Y.C. Tonino - FIZ Advocaten
De betekenis van Hoge Raad 9 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1603 voor de verzekeringspraktijk
In deze bijdrage zal stil worden gestaan bij het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2020, waarin de Hoge Raad een nadere subjectivering aanbrengt op zijn eerdere rechtspraak met betrekking tot het aanvangsmoment van de verjaring ex artikel 3:310 BW. Ook zal worden bezien welke gevolgen voornoemd artikel heeft voor de verzekeringspraktijk.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift