Mw. dr. J.A. Luzak
Mw. mr. dr. C.E. de Jager
Prof. dr. E. Terryn, E. Van Gool
Mw. E. Paredis
Mr. dr. L.B.A. Tigelaar
B. Schmitz LLM
Mr. dr. J.J.A. Braspenning
Mr. S. Ben Yaklaf
In dit nummer
Voor u ligt het eerste nummer van 2021 van het Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken. Het jaar is inmiddels al even op gang gekomen, maar we maken nog graag van deze gelegenheid gebruik u allen een voorspoedig en gezond nieuwjaar te wensen.
Joasia Luzak vestigt in haar redactioneel de aandacht op het feit dat de gezamenlijke krachten van zowel het mededingings- als het consumentenrecht nodig kunnen zijn om de online keuzevrijheid van de consument te beschermen, welke keuze o.a. wordt bedreigd door het gebruik van algoritmen. Het mededingingsrecht zou de keuzevrijheid kunnen helpen waarborgen daar waar maatregelen ter bescherming van de consument ontbreken of onvolledig zijn.
Carien de Jager behandelt in haar artikel ‘De huidige Nederlandse Reclame Code als zoethoudertje? Een “Reclamecode voor suikerrijke producten” gewenst’, welke Europese en nationale regelgeving van toepassing is op reclame voor suikerrijke levensmiddelen en dranken. Zij concludeert dat gezien de nadelige gevolgen van overmatige suikerconsumptie, een nadere regulering van reclame voor dergelijke producten gewenst is.
In het artikel ‘Kunnen we e-commerce vergroenen door het consumentencontractenrecht te herzien?’ bespreken Evelyne Terryn en Elias Van Gool de groei van de B2C-e-commerce, die door de coronacrisis nog eens is toegenomen. In de EU is e-commerce sterk gereglementeerd, onder meer door het consumentencontractenrecht. Beide auteurs beargumenteren dat de huidige reglementering de negatieve milieu-effecten van B2C-e-commerce verergert en ertoe kan bijdragen dat het aantal mislukte leveringen en het aandeel terugzendingen stijgen. Naast het feit onderstrepen dat bewustmaking van belang is voor het consumentengedrag, dragen de auteurs in hun artikel ook concrete oplossingen aan om de negatieve milieu-effecten tegen te gaan.
In de zaak Psagot oordeelde het Hof van Justitie op 12 november 2019 dat de oorsprongsetikettering van levensmiddelen afkomstig uit sinds 1967 door Israël bezette gebieden niet enkel het gebied van oorsprong moet benoemen (bijvoorbeeld ‘Westelijke Jordaanoever’ of ‘Golanhoogte’), maar eveneens moet vermelden dat het gaat om een Israëlische nederzetting. Elisa Paredis bespreekt in haar annotatie bij dit arrest de draagwijdte van het arrest, de invloed van ethische overwegingen op informatieverplichtingen en de maatstaf van de gemiddelde consument.
In de annotatie bij een uitspraak van de Rb. Rotterdam van 16 juli 2020 bespreekt Leonieke Tigelaar de ambtshalve toepassing van consumentenrechtelijke beschermingsmechanismen zoals informatieplichten en oneerlijke bedingen in een zaak tussen de ANWB en een consument.
In de ‘kattenmeubel-zaak’ van Rb. Gelderland 19 augustus 2020 koopt een Duitse consument bij een Nederlandse webwinkel een kattenmeubel. Er ontstaat een conflict. Voordat het geschil inhoudelijk wordt beoordeeld, moet worden bepaald welk recht van toepassing is. Benedikt Schmitz bespreekt in zijn annotatie kritisch hoe de rechter dit i.c. bepaalt.
In de rubriek ‘Uit de praktijk’ schrijft Jurgen Braspenning over de fouten die worden gemaakt bij het vorderen van buitengerechtelijke incassokosten. Hij geeft ook aan hoe een consument-schuldenaar daar gebruik van kan maken.
De aflevering sluit met de Wettenagenda, waarin Soumaya Ben Yaklaf de actuele stand van zaken weergeeft van de wetgeving die op dit moment aanhangig is. Aan bod komen onder andere de voor de consument relevante wijzigingen die de nieuwe Energiewet met zich brengt.