Razi H. Quadir
Yaser Ellethy
Auke Dijkstra
Klaas-Willem de Jong, Marcel Zijlstra
Jan Hallebeek
Redactioneel
‘Kerkrecht is in beweging.’ Met die woorden vangt mr. drs. Auke Dijkstra zijn bijdrage aan NTKR 2019/2 aan. Die constatering gaat niet alleen op voor de door hem genoemde ontwikkelingen, maar voor het geheel van kerkrecht, en voor religie en recht. Onderwerpen als de rechtspositie van geestelijken, eHerkenning, de financiering van geloofsgemeenschappen, de verhouding tussen overheid en geloofsgemeenschappen, het spanningsveld tussen het recht op privacy en het recht op inzage en godsdienstvrijheid, houden de gemoederen bezig. Sinds kort kan daaraan als onderwerp worden toegevoegd: de gevolgen van het coronavirus voor overheid, geloofsgemeenschappen en de samenleving. Ook dat raakt aan godsdienstvrijheid en de beperkingen ervan. Daarover gaat het ook in dit nummer van het NTKR: Tijdschrift voor Recht en Religie.
Aan het lopende ‘Dossier Vrijheid van godsdienst’ konden twee nieuwe bijdragen worden toegevoegd.
Razi H. Quadir, docent Islam aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam probeert in zijn artikel een antwoord te formuleren op de vraag hoe godsdienstvrijheid en afvalligheid in de islam zich verhouden tot seculier recht in een democratische rechtsstaat.
Ook dr. Yaser Ellethy, universitair hoofddocent en rector van het Centrum voor Islamitische Theologie aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam draagt bij aan het Dossier Vrijheid van godsdienst. Hij schrijft een artikel met als titel: Islam, staat, democratie en godsdienstvrijheid: een islamitisch perspectief. Het gaat hem hier om de verhouding tussen de Islam, met een eigen wetgevingssysteem (sharia en fiqh-scholen), en de pluralistisch-democratische rechtstaat. Leidend in Ellethy’s artikel is de vraag in hoeverre een islamitische politieke visie ruimte kan bieden aan democratische kernwaarden in het algemeen en godsdienstvrijheid in het bijzonder.
Daarnaast bevat dit nummer twee andere artikelen.
Auke Dijkstra, advocaat en assistent-in-opleiding aan de Theologische Universiteit Kampen, houdt zich in dit nummer bezig met ‘Procedurele rechtvaardigheid in het kerkrecht: een pleidooi voor de inzet van rechtsvergelijking’. Dijkstra vraagt zich af hoe het kerkrecht dat in beweging is zich dient te verhouden tot normen voor een eerlijk proces uit het statelijk recht. Hij komt tot een drieslag in zijn artikel: een juridisch perspectief op de verhouding tussen kerkrecht en statelijke normen over een eerlijk proces, een kerkrechtelijk perspectief op die verhouding en een uitwerking van de doelen en methode van rechtsvergelijking, toegespitst op het kerkrecht. Dijkstra beperkt zich tot het gereformeerd kerkrecht.
Dr. mr. Klaas-Willem de Jong, universitair docent Kerkrecht aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam-Groningen en drs. Marcel Zijlstra schrijven over het onderwerp delegatie en dan toegespitst op de relatie tussen de kerkenraden en werkgroepen in de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. Ze vangen hun artikel aan met een casus. Leidend in dit artikel is de vraag op welke wijze er sprake is van overdracht van taken en bevoegdheden en of er inderdaad sprake van is delegatie. Aan de hand van de kerkorde en haar ontstaansgeschiedenis, komen ze tot een kritische reflectie en aanbevelingen.
Als laatste volgt de uitgebreide bespreking van het boek van de Japanse staatsrechtgeleerde Atsuko Fukuoka, van de universiteit van Tokyo, The Sovereign and the Prophets. Spinoza on Grotian and Hobbesian Biblical Argumentation, door prof. mr. Jan Hallebeek, rechtshistoricus en emeritus hoogleraar aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Een woord van dank is op z’n plaats jegens de bovengenoemde auteurs, voor hun bijdragen! Dat geldt ook voor de anonieme peer reviewers, de collega-hoofdredacteuren en de overige leden van de redactieraad, voor hun inzet! Een woord van welkom geldt jegens Auke Dijkstra. Hij is vanaf dit nummer redactiesecretaris. We zijn blij met zijn inzet. Dat geldt ook voor staatsrechtsgeleerde prof.mr. H.G. (Gerhard) Hoogers, die verbonden is aan zowel de Rijksuniversiteit Groningen als de Carl von Ossietzky Universität Oldenburg (Duitsland), en strafgeleerde prof. mr. Dr. J.W. (Jannemieke) Ouwerkerk, die als hoogleraar Europees strafrecht verbonden is aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Beiden zijn toegetreden tot de redactieraad.
Ten slotte: Ondanks de zorgvuldige voorbereiding van dit nummer, heeft het coronavirus onverhoopt tot ernstige vertraging van de verschijning van dit nummer geleid.
Desondanks wens ik u, mede namens Hansko Broeksteeg, Auke Dijkstra en Teunis van Kooten, veel leesplezier toe!
Leon van den Broeke