K. Bourgeois, E. Paredis
M. Chamon
Het EU-Handvest van de grondrechten en het EVRM ná Protocol 16: conflict of co-existentie?
Het recent in werking getreden Protocol 16 bij het EVRM biedt de mogelijkheid aan ‘hoogste nationale rechters’ om in lopende zaken advies te vragen aan het Hof in Straatsburg. Het biedt de nationale rechter een interessante mogelijkheid om rechtstreeks in dialoog te treden met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Echter, Protocol 16 werpt ook vragen op over de verhouding tussen dit nieuwe instrument en het aloude instrument van de prejudiciële procedure in artikel 267 VWEU die de nationale rechter de mogelijkheid geeft, en soms de plicht, via deze route uitleg over EU-recht te vragen aan het HvJ EU. Hoe groot is de kans dat deze twee instrumenten daadwerkelijk met elkaar botsen? En als dat het geval is, welke rol speelt dan het EU-rechtelijke beginsel van Unietrouw?
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift