Is een touw een ketting? De relatieve rechtszekerheid van de eigen taalversie in het EU-recht
Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie moeten alle 24 authentieke taalversies van het EU-recht uniform worden uitgelegd. Nationale rechters en particulieren mogen dus niet vertrouwen op hun eigen taalversie alleen, maar moeten ook andere versies raadplegen. Een eerste methodologische vraag die in dat verband rijst is op welke wijze met deze taalkundige uitdaging in de praktijk wordt omgegaan. Een tweede meer fundamentele vraag is of dit ‘relatieve’ vertrouwen in de eigen taalversie niet op (al te) gespannen voet staat met de beginselen van rechtszekerheid en legaliteit. In deze bijdrage wordt onder meer gepleit voor de invoering van het principe dat een foute taalversie van EU-recht niet mag worden tegengeworpen aan particulieren, met name op het vlak van het strafrecht.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift