- Hof van Justitie
- Zaak C-689/21, Udlændinge- og Integrationsministeriet online pdf
- Zaak C-137/21, Europees Parlement/Europese Commissie online pdf
- Zaak C-162/22, Lietuvos Respublikos generalinė prokuratūra online pdf
- Zaak C-216/21, Asociația ‘Forumul Judecătorilor din România’ (vereniging ‘Forum van Roemeense rechters’) en YN/Consiliul Superior al Magistraturii online pdf
- Zaak C-27/22, Volkswagen Group Italia en Volkswagen Aktiengesellschaft online pdf Gerecht
- Zaak T-131/16 RENV, Koninkrijk België/Europese Commissie online pdf
Hoofdredacteur Prof. dr. Johan Meeusen Hoogleraar en ere-vicerector Universiteit Antwerpen Hoofdredacteur Voorzitter kernredactie Lid van de redactie sedert 2007 |
|
Prof. dr. Adrienne de Moor-van Vugt Staatsraad Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (Nld.) Hoogleraar Universiteit van Amsterdam Ere-hoofdredacteur Lid van de redactie sedert 2008 |
|
Prof. dr. Jacques Steenbergen Oud-voorzitter Belgische Mededingingsautoriteit Hoogleraar KU Leuven Advocaat Ere-hoofdredacteur Lid kernredactie Lid van de redactie sedert 1984 |
|
Prof. dr. Isabelle Van Damme Hoogleraar en director of studies aan het World Trade Institute (WTI) en de Universtiteit van Bern Gastdocent Europacollege Brussel
|
|
Prof. dr. Petra Foubert Hoogleraar Universiteit Hasselt Lid van de redactie sedert 2020 |
|
Prof. dr. Johan van de Gronden Hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen Staatsraad i.b.d. Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (Nld.) Lid kernredactie Lid van de redactie sedert 2011 |
|
Prof. dr. Koen baron Lenaerts President Hof van Justitie van de EU Hoogleraar KU Leuven Lid van de redactie sedert 1996 |
|
Prof. dr. Piet Van Nuffel Hoogleraar KU Leuven, Lid juridische dienst Europese Commissie Lid van de redactie sedert 2010 |
|
Mr. Johannes S. van den Oosterkamp Senior Beleidsadviseur Ministerie Buitenlandse Zaken (Nld.) Lid van de redactie sedert 1995 Redactiesecretaris 1987-1995 |
|
Prof. dr. Sacha Prechal, Oud-rechter Hof van Justitie van de EU Hoogleraar Universiteit Utrecht Lid van de redactie sedert 1998 |
|
Prof. mr. dr. Carla Sieburgh Raadsheer in de civiele kamer van de Hoge Raad der Nederlanden Staatsraad i.b.d. Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (Nld.) Hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen Lid van de redactie sedert 2018 |
|
Prof. dr. Michel Tison Hoogleraar Universiteit Gent Assessor Raad van State (B) Lid van de redactie sedert 2012 |
|
Mr. R.J.M. van den Tweel, Staatsraad Afdeling advisering Raad van State (Nld.) Lid van de redactie sedert 2017 |
|
Prof. dr. Sybe de Vries Hoogleraar Universiteit Utrecht Rechter-plaatsvervanger Rechtbank Rotterdam Lid van de redactie sedert 2013 |
|
Prof. dr. Ramses Wessel Hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen Lid van de redactie sedert 2020 http://ramseswessel.eu/ |
|
Prof. mr. Marc van der Woude President Gerecht van de EU Hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam Lid van de redactie sedert 1999 |
|
Prof. dr. Esther van Zimmeren Hoogleraar Universiteit Antwerpen Lid van de redactie sedert 2020 |
|
Mr. Tiele van de Poll – Kuypers Docent Radboud Universiteit Nijmegen Redactiesecretaris sedert 2018 tel. 024-3235943 |
Wilt u artikelen voor het tijdschrift SEW aanleveren conform de auteursinstructie?
Voor informatie over auteursrecht op artikelen zie 'Auteursrechten en exploitatie'
Redactiesecretaris van SEW is mw. mr. C.M.J.A. van de Poll - Kuypers, redactie@tsew.nl.
Op deze pagina vindt u de samenvattingen van noten waarvan de volledige versie in het vermelde nummer van SEW zal verschijnen.
SEW richt zich op de brede studie van het Europees en economisch recht.
Van oudsher heeft SEW steeds bijzondere aandacht gehad voor het sociaal-economisch recht, in het bijzonder in het kader van de Europese integratie. Dat is nog steeds de rode draad. Wel bestrijkt SEW steeds meer terreinen, aansluitend bij de ontwikkeling van de vroegere Europese Gemeenschappen tot de Europese Unie met haar brede actieradius.
Vandaag behandelt SEW álle belangrijke vraagstukken van institutioneel en materieel Unierecht. Nog steeds gaat veel aandacht naar de interne markt, het mededingingsrecht en alle flankerende beleidsdomeinen. Maar ook de institutionele organisatie van de Unie en haar rechtsbronnen, de rechtsbescherming, fundamentele rechten en de algemene beginselen van het Unierecht behoren tot het aandachtsveld van SEW. Tevens wordt aandacht besteed aan het Unieburgerschap, de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en de externe betrekkingen.
Bovendien komt ook de specifieke interactie van het Unierecht met het recht van België en Nederland, vooral op sociaal-economisch vlak, aan bod.
Dit brede aandachtsveld vertaalt zich in de naam van het tijdschrift. In 1952 verscheen het allereerste nummer onder de naam “Sociaal-Economische Wetgeving”. Maar al geruime tijd luidt de benaming “SEW – Tijdschrift voor Europees en economisch recht”.
SEW richt zich tot alle juristen en beleidsmakers met belangstelling voor het recht van de Europese Unie. SEW beoogt zijn lezers vertrouwd te maken met de belangrijkste actuele ontwikkelingen van het Unierecht en hen veelzijdig overzicht en verdiepend inzicht aan te reiken. Wetenschappelijke originaliteit en kwaliteit staan daarbij voorop, zonder dat de toepassing van het Unierecht in de dagelijkse juridische praktijk uit het oog wordt verloren.
De redactie van SEW bestaat uit vooraanstaande academici en juristen uit België en Nederland. De artikelen in SEW worden onderworpen aan peerreview.
Van SEW verschijnen jaarlijks 11 nummers.
SEW – Tijdschrift voor Europees en economisch recht is mee gegroeid met het Europese integratieproces.
In 1952, het jaar waarin het EGKS-Verdrag in werking trad als de verre voorloper van de huidige Europese verdragen, verscheen ook het eerste nummer van Sociaal-Economische Wetgeving. Op de eerste pagina van het allereerste nummer, daterend van april ’52, gaf de redactie meer toelichting bij haar voornemen de Nederlandse sociaal-economische wetgeving te bestuderen en daarvan “de belangrijkste vragen te signaleren en, waar mogelijk, van voorlichting te dienen”. Het perspectief van waaruit dit zou gebeuren, spreekt ongetwijfeld ook vandaag juristen nog aan: “De sociaal-economische wetgeving omvat regelen van recht. Hoe verstaan zij zich tot de regelen der gerechtigheid?”.
Van 1952 tot 1960 richtte SEW zich vooral op de studie en documentatie van de sociaal-economische wetgeving in Nederland. Na enkele jaren ontstond de behoefte met het tijdschrift ook in te gaan op de Belgisch-Nederlandse samenwerking en, vooral, op het Europees recht. Van april 1960 tot en met december 1961 verscheen van het tijdschrift daarom zelfs een aparte, Europees gerichte uitgave: Sociaal-Economische Wetgeving – Europa. Meerdere hoofdartikelen daarvan verschenen in het Duits of het Engels. De allereerste bijdrage daarin, van de hand van H. von der Groeben, had overigens als titel “Die Europaïsche Wirtschaftsgemeinschaft und das Nationale Wirtschaftsrecht”… treffender kon de reikwijdte van SEW –Europees recht, nationaal recht, economisch recht- niet worden geformuleerd.
De evidente samenhang tussen de Europese en nationale rechtsordes bracht de redactie er al snel toe om de nationale en Europese wegen terug samen te brengen. Vanaf de jaargang 1962 verscheen opnieuw nog maar één uitgave, met de omvattende titel Sociaal-Economische Wetgeving – Europa/ Benelux/ Nederland.
In 1967 werd de ondertitel van SEW opnieuw gewijzigd, ditmaal in Tijdschrift voor Europees, Nederlands en Belgisch Sociaal Economisch Recht. De redactie wilde daarmee uitdrukken “a. dat een ontwikkeling gaande is naar een nieuwe tak van recht en rechtswetenschap, te vergelijken met arbeidsrecht, verzekeringsrecht of verkeersrecht; b. dat de integratie van de Europese markt bij de bestudering van dat recht een eerste plaats inneemt; c. dat het tijdschrift beoogt te zijn het Nederlandstalig tijdschrift voor Europees sociaal-economisch recht; d. dat dat recht moet worden bestudeerd in samenhang met het sociaal-economisch recht in Nederland en België, ook voor zover het zich ontplooit los van het recht van de Europese Markt”. De geschiedenis van SEW kan met andere woorden niet los worden gezien van het steeds toenemende belang van het Europees en economisch recht, en van de Nederlandstalige studie daarvan. De titelwijziging ging overigens gepaard met versterkte aandacht voor de verspreiding van het tijdschrift in België.
Met het eerste nummer van de 18e jaargang kreeg het tijdschrift, in januari 1970, zijn definitieve titel: SEW – Tijdschrift voor Europees en economisch recht. De keuze hiervoor werd deels ingegeven door bekommernissen van vormelijke aard –de eerdere, lange titel bood “typografisch (…) nimmer een fraai beeld” –maar vooral door inhoudelijk overwegingen: de belangrijke Europeesrechtelijke oriëntatie en de ruime, volgens de toenmalige redactie zelfs enigszins vage betekenis van het begrip “economisch recht” die alle ruimte bood om het steeds verder uitdijende marktrecht in zijn vele facetten en verbanden te omvatten. De redactie beklemtoonde daarbij opnieuw: het Europees recht kan niet los worden gezien van het nationale recht.
Tot vandaag wordt niet enkel de in 1970 gekozen titel gehandhaafd, maar ook de inhoudelijke benadering die de redactie toen vooropstelde. De klemtoon op het Europees recht uit zich vandaag, in het licht van de immer toenemende reikwijdte ervan, in de aandacht die wordt besteed aan álle belangrijke vraagstukken van institutioneel en materieel Unierecht. Nog steeds gaat veel aandacht naar de interne markt, het mededingingsrecht en alle flankerende beleidsdomeinen. Maar ook de institutionele organisatie van de Unie en haar rechtsbronnen, de rechtsbescherming, fundamentele rechten en de algemene beginselen van het Unierecht behoren tot het aandachtsveld van SEW. Tevens wordt aandacht besteed aan het Unieburgerschap, de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en de externe betrekkingen. Ook de aandacht voor het nationale recht is steeds bewaard gebleven: wie SEW leest, blijft op de hoogte van de specifieke interactie van het Unierecht met het recht van België en Nederland, vooral op sociaal-economisch vlak. En tenslotte, zeker vermeldenswaard nu het Engels zich steeds meer verspreidt als de lingua franca van het wetenschappelijk onderzoek, blijft SEW bewust en systematisch kiezen voor het Nederlands: ook de studie van het Europees recht, toch een onderwerp met een bij uitstek grensoverschrijdend karakter, kan gedijen in de taal van hen die in België en Nederland in het Nederlands recht beoefenen en bestuderen.
Europa, Nederland en België, maar ook theorie en praktijk vormen rode draden doorheen de geschiedenis van SEW. Ze bepalen traditioneel het profiel van de maandelijkse bijdragen en de vaste katernen van het tijdschrift waarin zowel academische studies en rechtspraakannotaties als eerder praktijkgerichte informatie en documentatie worden opgenomen. En ze bepalen, last but not least, ook de samenstelling van de redactie.
De zonet beschreven ontwikkeling, van de jaren 50 tot vandaag, van het op het Nederlandse recht gerichte Sociaal-Economische Wetgeving tot het hoofdzakelijk op het Europees, Nederlands en Belgisch recht gerichte SEW – Tijdschrift voor Europees en economisch recht, ging gepaard met de evolutie van een volledig Nederlandse tot een evenwichtig verdeelde Nederlands-Belgische redactie. Dat de door het tijdschrift bestreken rechtsdomeinen zich steeds breder uitstrekten, vertaalde zich logischerwijze in een steeds meer diverse redactie, met complementaire expertise en een diversiteit aan leeftijden en achtergronden. Tot op heden kende SEW 58 redacteuren, waaronder 10 hoofdredacteuren. Wie de redacteurenlijst doorneemt, herkent vele namen van hen die -als Europees rechter of advocaat-generaal, nationaal magistraat, hoogleraar, advocaat of ambtenaar- hebben bijgedragen aan de rechtsontwikkeling in Europa, Nederland en België. Maar in de redactie van SEW zetten ze hun expertise eerst en vooral in om de Nederlandstalige juristen en beleidsmakers zo goed, zo breed en zo grondig mogelijk inzicht te bieden in het Europees en economisch recht.
In april 1952 schreef de eerste redactie: “Wij kunnen slechts hopen al struikelend overeind te blijven in de massa der zich aan ons voortdoende problemen”. Vandaag zien de wereld, en Europa, er uiteraard heel anders uit dan in 1952. De vragen en problemen van het Europees en economisch recht zijn er echter geenszins minder op geworden, wel integendeel. Hetzelfde geldt voor de ambities van SEW.