Mw. mr. M. Nijland
Prof. mr. R.M. Wibier
Mr. ing. N.J. Margetson
Mr. E.J.L. Bulthuis
Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse
Mw. prof. mr. A.L.H. Ernes
M.H. Pluymen - JPR Advocaten
D.M.A. Gerdes - Kifid, T.R.G. Leyh - Kifid
G.M. Veldt - UL
S.A. Kruisinga - UU
A.L.H. Ernes - OU
O. Böhmer - Van Traa Advocaten
S.M. Oude Alink - Van Traa Advocaten
F. Faes - Kifid, M. Nijland - Kifid
C.J. de Jong - UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS)
H. Logmans - Wetenschappelijk Bureau Hoge Raad, D.H. Smaling - TLN, J. van Velzen - TLN
P.M. Leerink - JPR Advocaten/OU, N.P.H. Borm - JPR Advocaten, K. Engel - JPR Advocaten/OU
J.L. Snijders - FIZ Advocaten
Verjaring bij samenloop onrechtmatige daad en aanvaring: Liander/KWS. Zwartemeer revisited of toch niet?
Een vordering uit onrechtmatige daad verjaart na vijf jaar. Een vordering uit hoofde van aanvaring/schadevaring verjaart na twee jaar. Indien een vordering op zowel onrechtmatige daad als schadevaring gebaseerd kan worden, is sprake van samenloop. Bij samenloop zijn rechtsgronden cumulatief van toepassing. In het arrest Zwartemeer heeft de Hoge Raad bepaald dat bij samenloop van een schadevaring en een onrechtmatige daad de kortere verjaringstermijn uit het aanvaringsrecht niet ontweken kan worden door die vordering alleen op onrechtmatige daad te baseren. In zoverre is de wettelijke regeling exclusief van toepassing en kan in dat verband geen keuze worden gemaakt uit de cumulatieve rechtsgronden. In het arrest Liander/KWS beoordeelt de Hoge Raad opnieuw een vergelijkbaar geval van leidingschade veroorzaakt vanaf een binnenschip. In deze zaak werd niet de onderaannemer/scheepseigenaar aangesproken maar de hoofdaannemer, op grond van het ontbreken van voldoende toezicht op het werk en de onderaannemer (en niet op grond van aanvaring). Het gerechtshof oordeelde desalniettemin dat de korte verjaringstermijn toepasselijk is, met verwijzing naar het arrest Zwartemeer, onder meer op grond van de stelling dat de aanwezigheid van het schip geen toevallige omstandigheid was. De Hoge Raad casseert onder vermelding van het feit dat de verwijten jegens KWS in dit geval op iets anders gebaseerd zijn dan het gebruik van schepen. Van samenloop is geen sprake en de korte verjaringstermijn uit het aanvaringsrecht is in dit verband dus niet van toepassing. De auteur is van mening dat enerzijds de Hoge Raad het principe duidelijker heeft afgebakend en anderzijds dat het arrest meer ruimte lijkt te creëren voor strategisch procederen waarbij alsnog getracht kan worden in bepaalde gevallen de kortere verjaringstermijn te chicaneren.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift