Het grote belang voor de praktijk dat gelegen is in goed inzicht in de financiering van fusie- en overnametrajecten, wordt alom erkend. De advocaat/bankjurist die zich met een acquisitiefinanciering bezighoudt, wordt geconfronteerd met tal van rechtsgebieden, waarvan hij geacht wordt iets te weten. Dat is moeilijk, maar ook uitdagend. Het doel van dit boek is om die taak te vereenvoudigen. Dit boek is het eerste deel van een serie van twee boeken die tezamen beogen om in hoofdlijnen de verschillende juridische aspecten van een vreemdvermogenfinanciering van een overname te beschrijven. Daarbij zal met name aandacht worden gegeven aan het verbintenissenrecht, het goederenrecht, het faillissementsrecht en het vennootschapsrecht. Dit eerste deel gaat in op de economische achtergrond, de kredietdocumentatie, de zekerhedenstructuur en de vestiging van goederenrechtelijke zekerheden in het algemeen. Het tweede deel behandelt vervolgens de vestiging van goederenrechtelijke zekerheden in het bijzonder, de persoonlijke en oneigenlijke zekerheden, het verbod van financiële assistentie en de overige vennootschapsrechtelijke en juridische aangelegenheden die bij een acquisitiefinanciering een rol spelen. Het boek is een bruikbare inleiding en maken de materie uiterst toegankelijk voor de jurist die zich niet alle dagen verdiept in het financieel aspect van het overnametraject waarin hij wordt betrokken.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
Mr. dr. E.M. Vermeulen is advocaat en partner bij NautaDutilh Advocaten in Rotterdam.
Voorwoord
Afkortingen
1 Inleiding
1.1 Acquisitiefinancieringen
1.2 Doel
1.3 Reikwijdte
1.4 Basiscasus
1.5 Variaties op een thema
1.6 Opzet van het boek
2 Economische achtergrond
2.1 Inleiding
2.2 Financiering
2.2.1 Winst en cashflow
2.2.2 Concernfinanciering
2.2.3 Herfinanciering
2.2.4 Recapitalisation
2.2.5 Projectfinanciering
2.2.6 Asset finance
2.3 Risico en rendement
2.3.1 Het verband tussen risico en rendement
2.3.2 Risico
2.3.3 Zekerheden
2.3.4 Terugbetalingsmogelijkheden
2.4 Agency theorie
2.5 Vermogensvormen
2.5.1 Eigen vermogen
2.5.2 Vreemd vermogen
2.5.3 Achtergesteld vreemd vermogen
2.6 Solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit
3 Kredietdocumentatie
3.1 Inleiding
3.2 Offer letter, mandate letter, term sheet, fee letter en funding indemnity letter
3.3 Kredietovereenkomst
3.3.1 Inleiding
3.3.2 Syndicaatsverband
3.3.3 Structuur
3.3.4 Faciliteiten
3.3.5 Hoofdsom
3.3.6 Doel
3.3.7 Aflossing
3.3.8 Rente
3.3.9 Kosten en provisies
3.3.10 Opschortende voorwaarden (conditions precedent)
3.3.11 Voorstellingen van zaken en garanties (representations and warranties)
3.3.12 Geboden en verboden (covenants)
3.3.13 Informatieverplichtingen (information covenants)
3.3.14 Vervroegde opeisbaarheid (events of default)
3.3.15 Imputatie
3.3.16 Algemene Bankvoorwaarden (‘ABV’)
3.3.17 Verhouding tussen de syndicaatsleden en de rol van de agent
3.3.18 Overdracht
3.3.19 Rechts- en forumkeuze
3.4 Achtergestelde leningsovereenkomst
3.4.1 Juridische kwalificatie
3.4.2 Varianten
3.4.3 Pandrecht op achtergestelde vordering
3.4.4 Conversie van de achtergestelde lening in aandelenkapitaal
3.4.5 Wederzijdse zekerhedenregeling
3.5 Intercreditor agreement
3.5.1 Toerekening van betalingen
3.5.2 Ge- en verboden, alsmede garanties
3.5.3 De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en aansprakelijkheid van de agent
3.5.4 Boilerplate
3.6 Pand- en hypotheekakte
3.7 Garantie
3.8 Statuten, besluiten en certificaten
3.9 Legal Opinion
3.9.1 Doel
3.9.2 Opbouw
3.9.3 Onderhandelingen en ‘gouden regel’
4 Collectieve zekerheidsstructuren
4.1 Inleiding
4.2 Zekerheidsstructuur, het probleem
4.3 Het gemeenschappelijk pandrecht
4.4 De SPV-structuur
4.5 Borgtocht
4.6 Actieve hoofdelijkheid
4.7 Parallel debt
4.8 Zekerheden aan niet-schuldeiser
4.9 Wisseling van collateral agent
4.10 Conclusie
5 Goederenrechtelijke zekerheden, algemeen
5.1 Inleiding
5.2 Enige belangrijke onderscheidingen
5.2.1 Toepasselijke regels verschillen per soort goed
5.2.2 Verpande vorderingen en gesecureerde vorderingen
5.2.3 Zekerheid door derde en zekerheid aan derde
5.2.4 De ‘vestigingshandeling’ en de ‘vestiging’
5.2.5 Overzicht
5.3 Economische achtergrond
5.4 Wettelijke vereisten
5.4.1 Vestigingshandeling voor het zekerheidsrecht
5.4.2 Titel
5.4.3 Beschikkingsbevoegdheid
5.4.4 Vatbaar voor overdracht
5.4.5 Voldoende bepaaldheid in de zin van artikel 3:84 lid 2 BW
5.4.6 Gesecureerde vorderingen voldoende bepaalbaar
5.4.7 Authentieke en notariële akten
5.5 Belangrijkste bevoegdheden
5.5.1 Omzetting van een stil pandrecht in een openbaar pandrecht
5.5.2 Omzetting van een bezitloos pandrecht in een vuistpandrecht
5.5.3 Inningsbevoegdheid
5.5.4 Rechtsvorderingen ter bescherming van het verpande goed
5.5.5 Derdezekerheid
5.5.6 Contractuele rechten
5.5.7 Parate executie
5.5.8 Separatisme
5.5.9 Voorrang
5.5.10 Executoriale kracht
5.5.11 Uitwinning
5.5.12 Geen toe–eigening
5.6 Rechten van derden
5.6.1 Beschikkingsonbevoegdheid
5.6.2 Blokkerende werking van beslag
5.6.3 Voorrechten en andere gronden van voorrang
5.6.4 Retentierecht
5.6.5 Bodembeslag
5.6.6 Recht van reclame
5.6.7 Verrekening
5.6.8 Substitutie
5.6.9 Ontbinding
5.6.10 Overzicht
5.7 Faillissement
5.7.1 Wijken voor bevoorrechte schuldeisers
5.7.2 Dwang tot uitoefening van het zekerheidsrecht
5.7.3 Lossing
5.7.4 Afkoelingsperiode
5.7.5 Inning door de curator
5.7.6 Toekomstige goederen
5.8 Einde van het zekerheidsrecht
5.9 Registratie van zekerheidsrechten
Literatuurlijst
Initialen NJ-annotatoren
Lijst met figuren
Lijst met tabellen
Wetsartikelenregister
Jurisprudentieregister
Trefwoordenregister