Het mededingingsrecht behoort tot de kern van het beleid van de Europese Unie. Europese integratie is voor een groot gedeelte marktintegratie. Rivaliteit tussen onderneming in de Europese arena moet leiden tot meer consumentenwelvaart op de interne markt van de EU. De toepassing en handhaving van het EU-mededingingsrecht zijn krachtig ter hand genomen door de Europese Commissie in de loop van de jaren. Toch staan de Europese regels voor de concurrentie niet op zichzelf. Ook de lidstaten hebben mededingingswetgeving aangenomen. Nationale mededingingsautoriteiten hebben aansluiting gevonden bij de kopgroep van de Commissie. In Nederland geldt de Mededingingswet, die naar Europees model is vormgegeven en door de ACM wordt gehandhaafd. Het Europees en Nederlands mededingingsrecht is sterk vervlochten met elkaar. Dit recht kan alleen beoefend worden door zowel kennis te nemen van de Europese als nationale dimensie ervan. In dit boek worden daarom beide dimensies belicht en onderworpen aan een analyse. Belangrijke concepten, begrippen en regels worden uitgelegd en verdiept. Het boek kan daarom gebruikt worden voor een gevorderd bachelor- of mastervak dan wel voor praktijkcursussen.
Prof. mr. J.W. van de Gronden is hoogleraar Europees recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is hij staatsraad i.b.d. bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Inhoud
Voorwoord
1 Inleiding
1 Context / 15
2 Uitgangspunten van dit boek
3 Opzet van het boek
2 Uitgangspunten en basisconcepten in het mededingingsrecht
1 Inleiding
2 Doelstellingen van het mededingingsrecht
3 De ‘drie pijlers’ van het mededingingsrecht
4 Afbakening van de relevante markt
5 Begrip onderneming
6 Extraterritoriale werking van het mededingingsrecht
7 De verhouding tussen het Europese en nationale mededingingsrecht
7.1 De rechtspraak over de verhouding tussen het Europese en nationale mededingingsrecht
7.2 De verhouding tussen het Europese en nationale mededingingsrecht in Verordening 1/2003
8 Het criterium van de tussenstaatse handel
8.1 Jurisprudentie over het criterium tussenstaatse handel
8.2 Richtsnoeren betreffende het begrip ‘beïnvloeding van de handel’
9 Conclusies
3 Het kartelverbod in de EU en Nederland
1 Inleiding / 53
2 Het Europese kartelverbod van artikel 101 VWEU
2.1 De toepasselijkheid van artikel 101 lid 1 VWEU
2.2 Uitzonderingen in het EU-mededingingsrecht
2.3 Nietigheid
3 Het kartelverbod in de Nederlandse Mededingingswet
3.1 Het verbod op concurrentiebeperkende afspraken in het Nederlandse mededingingsrecht
3.2 De uitzonderingen op het kartelverbod in het Nederlandse mededingingsrecht
4 Conclusies
4 Het verbod om misbruik te maken van een economische machtspositie in de EU en Nederland
1 Inleiding
2 Het Europese verbod op misbruik van een machtspositie van artikel 102 VWEU
2.1 Afbakening van de relevante markt
2.2 Economische machtspositie
2.3 Misbruik
3 Het Nederlandse verbod op misbruik van een machtspositie van artikel 24 Mw
3.1 Algemene opmerkingen
3.2 Voorbeelden van toepassing van artikel 24 Mw
4 Conclusies
5 Concentratietoezicht
1 Inleiding
2 Bevoegdheid van de Commissie om concentraties te beoordelen
2.1 Toepasselijkheid van het Europese concentratietoezicht
2.2 Omzetdrempels: de communautaire dimensie
2.3 One stop shop-beginsel
3 Relatie tussen de Commissie en de lidstaten in het Concentratietoezicht: allocatie van zaken
3.1 De problematiek van de ‘multiple filing’
3.2 Verwijzing naar de lidstaat
3.3 Verwijzing naar de Commissie
4 Het criterium van significante beperking van de mededinging
4.1 Beoordelingscriterium van de Concentratieverordening uit 1990
4.2 Beoordelingscriterium van de Concentratieverordening uit 2004
5 Verloop van de concentratieprocedure na aanmelding
5.1 Procedure bij de Commissie
5.2. Rechtsbescherming
6 Concentraties en subsidies uit derde landen /
6.1 De toezichtregels uit de concept Verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren
6.2 De procedurele regels uit de concept Verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren
7 Concentratiecontrole door de ACM
7.1 Bevoegdheid van de ACM
7.2 Het criterium uit de Mededingingswet
8 Conclusies
6 Toepassing van het mededingingsrecht door de Commissie, de ACM en de nationale (civiele) rechter
1 Inleiding
2 Toepassing van het Europees mededingingsrecht door de Commissie
2.1 De toepassingsbevoegdheden van de Commissie
2.2 Samenwerking tussen de Commissie, de nationale kartelautoriteiten en de nationale rechters
3 De toepassing van het Europees mededingingsrecht door de ACM en de nationale rechter
3.1 De toepassingsbevoegdheden van de ACM
3.2 De toepassingsbevoegdheden van de nationale rechter
4 Conclusies
7 Handhaving van het mededingingsrecht door de Commissie en de ACM
1 Inleiding
2 Onderzoek door de Commissie
2.1 Bedrijfstakonderzoeken
2.2 Inlichtingenbevoegdheid
2.3 Inspecties van bedrijfsruimten
2.4 Inspectie van ‘andere lokalen’
2.5 De bevoegdheid tot het opnemen van verklaringen
3 Sancties opgelegd door de Commissie
3.1 De voorbereiding van de sanctieoplegging
3.2 De sancties van de Commissie
4 Zelfstandige handhavingsbevoegdheden van de ACM
4.1 Toezicht in het Nederlandse mededingingsrecht
4.2 Sancties opgelegd door de ACM
5 Conclusies
8 Overheid en mededinging
1 Inleiding
2 EU-mededingingsrecht en de overheid: artikel 4 lid 3 EU juncto artikel 101/102 VWEU
2.1 Het verbod
2.2 Is er een exceptie in de context van artikel 4 lid 3 EU juncto artikel 101/102 VWEU?
2.3 Decentrale toepassing van artikel 4 lid 3 EU juncto artikel 101/102 VWEU
3 EU-mededingingsrecht en de overheid: artikel 106 VWEU
3.1 Het verbod van artikel 106 lid 1 VWEU
3.2 De exceptie van artikel 106 lid 2 VWEU: de taak van algemeen economisch belang
3.3 Decentrale toepassing van artikel 106 lid 1 en 2 VWEU?
3.4 De bevoegdheid van de Commissie: artikel 106 lid 3 VWEU
4 Staatssteun
4.1 Het verbod op concurrentievervalsende staatssteun
4.2 De uitzonderingen op het staatssteunverbod
4.3 Procedurele aspecten van de Europese staatssteunregels
4.4 Verstoringen van de interne markt door buitenlandse subsidies
5 De overheid en de Nederlandse Mededingingswet
5.1 Diensten van algemeen economisch belang in de Mededingingswet
5.2 Financiële transparantie
5.3 Markt en overheid
6 Conclusies
9 Conclusies: de nationale dimensie van het Europese mededingingsrecht
Verkort aangehaalde literatuur
Trefwoordenregister