In de Europese Unie stond en staat nog grotendeels de instelling van een interne markt, waarin goederen, personen, diensten en kapitaal zich vrij moeten kunnen bewegen, centraal.
Door het expansieve karakter van Europese interne marktregels worden vrijwel alle terreinen van het economisch en sociaal leven in de 28 lidstaten van de Unie door deze regels bestreken.
Het marktintegratieproces in Europa wordt verder beïnvloed door maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, zoals digitalisering, ontwikkelingen op het terrein van het internet of biotechnologische ontwikkelingen.
Tegelijkertijd raken deze juridische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen het algemeen belang, ethische kwesties en grondrechten van individuele burgers. Gedacht kan worden aan het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens, het recht op bescherming van intellectuele eigendom, de vrijheid van meningsuiting of het recht op sociale bescherming.
De ontwikkelingen in het Europese recht roepen daarom vragen op over de verhouding tussen marktintegratie enerzijds en de bescherming van grondrechten anderzijds: grondrechten die traditioneel in het nationale recht en in het recht van internationale organisaties (zoals de Raad van Europa) zijn neergelegd, maar ook en vooral sinds het Verdrag van Lissabon met het bindende Handvest van de Grondrechten een aparte plaats hebben gekregen in het Unierecht. Behalve dat de Europese interne marktregels grenzen stellen aan de bescherming van deze grondrechten op nationaal niveau, bieden de regels juist ook kansen om grondrechten binnen de Europese Unie beter te waarborgen en legitimiteit van het Europese integratieproces te vergroten.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.