Door toegenomen arbeidsmigratie staat de huidige arbeidsmarkt steeds meer open voor grensoverschrijdende arbeidsovereenkomsten. Aan deze arbeidsovereenkomst zijn regelmatig internationale aspecten gekoppeld. Het is voor de werknemers van groot belang dat zij weten welk recht van toepassing is op hun arbeidsovereenkomst.
Het vinden van dit toepasselijke recht lijkt in eerste instantie redelijk eenvoudig, maar in de praktijk blijkt vaak toch dat er redelijk wat hindernissen moeten worden genomen om tot een juist antwoord op deze vraag te komen.
De auteur onderzoekt in dit boek het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst waarbij specifiek wordt gekeken naar de hoofdregel en de exceptieclausule van artikel 8 Rome I-Verordening. Tevens wordt er gekeken naar de rol die de werknemersbescherming hierbij speelt in het internationaal privaatrecht en het Europese recht.
Voorwoord
Inleiding
1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst
1.1 Inleiding
1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag
1.3 Arbeidsovereenkomst
1.4 Toepassingsgebied Rome I-Verordening
1.5 Rechtskeuze
1.5.1 Toepasselijk recht bij een rechtskeuze
1.5.2 Toepasselijk recht bij gebreke van een rechtskeuze
1.6 Art. 8 lid 2 Rome I-Verordening
1.6.1 Eerste volzin: plaats gewoonlijke verrichting arbeid
1.6.2 Tweede volzin: tijdelijkheid
1.6.3 Art. 8 lid 3 Rome I-Verordening
1.6.4 Art. 8 lid 4 Rome I-Verordening
1.7 Wijze waarop de exceptieclausule kan worden toegepast
1.8 Deelconclusie
2 De interpretatie van de rechter bij de toepassing van de exceptieclausule
2.1 Inleiding
2.2 Balenpers-arrest
2.2.1 Feiten
2.2.2 Uitspraak
2.3 Intercontainer Interfrigo
2.3.1 Feiten
2.3.2 Prejudiciële vraag
2.4 Koelzsch
2.4.1 Feiten
2.4.2 Prejudiciële vraag
2.4.3 Eerdere rechtspraak
2.5 Schlecker/Boedeker
2.5.1 Feiten
2.5.2 Prejudiciële vragen
2.5.3 De kwestie van Schlecker/Boedeker in het licht van de zaak Koelzsch
2.6 Deelconclusie
3 Europees recht
3.1 Inleiding
3.2 Opgelegde bescherming vanuit historisch perspectief
3.3 Europees recht
3.3.1 Onderscheid tussen een rechtskeuze en een concreet beleid
3.3.2 Vrij verkeer van werknemers
3.3.3 Vrij verkeer van diensten
3.4 Bescherming belangrijk door toenemende arbeidsmigratie
3.5 Tewerkstellingsvergunning
3.5.1 Vicoplus-arrest
3.5.1.1 Feiten
3.5.1.2 Uitspraak
3.6 Schijnconstructies
3.6.1 FNV/De Mooij
3.6.1.1 Feiten
3.6.1.2 Uitspraak
3.6.2 FNV Eemshaven
3.6.2.1 Feiten
3.6.2.2 Uitspraak
3.6.2.3 Strijd tegen onderbetaling
3.7 Maatregelen die getroffen worden
3.7.1 Herziening Wet arbeid vreemdelingen (WAV)
3.7.2 Richtlijn illegaal verblijvende onderdanen
3.7.3 Sociaal akkoord
3.8 Richtlijn handhaving Detacheringsrichtlijn
3.8.1 Doel
3.9 Deelconclusie en aanbevelingen
3.9.1 Aanbevelingen
4 Werknemersbescherming in het internationaal privaatrecht en het Europese recht
4.1 Inleiding
4.2 Werknemersbescherming in het internationaal privaatrecht
4.2.1 Situaties van verlaging van de werknemersbescherming
4.3 Van hoofdregel naar exceptieclausule
4.3.1 De twee richtingen die de exceptieclausule uit kan gaan
4.4 Botsing van het internationaal privaatrecht met het Europese recht
4.4.1 Duidelijkheid in de Detacheringsrichtlijn en Dienstenrichtlijn
4.4.2 Laval, Viking, Rüffert en C./Luxemburg
4.4.3 Wijziging internationaal privaatrecht door uitspraken Hof in het Europese recht?
4.5 De exceptieclausule en het vrij verkeer van diensten
4.6 Het EVO-Verdrag en de Rome I-Verordening in verhouding tot art. 45 VWEU
4.7 Werknemersbescherming in het internationaal privaatrecht en het Europese recht
4.8 Uitspraak Schlecker/Boedeker-arrest
4.9 Deelconclusie
5 Conclusie
5.1 Onderzoeksvraag
5.1.1 Werknemersbescherming in het internationaal privaatrecht
5.1.2 Werknemersbescherming in het Europese recht
5.1.3 Relevantie
5.1.4 Nader onderzoek
6 Epiloog
6.1 Uitspraak Hof van Justitie en conclusie advocaat-generaal Wahl
6.2 Gevolgen uitspraak voor het toepasselijk recht bij detachering
6.2.1 Vrij verkeer van diensten en vrij verkeer van personen
6.3 Conclusie
Literatuurlijst
Jurisprudentie