Op 25 juni 2010 heeft het kabinet ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van een ontwerp voor een nieuwe Aanbestedingswet. Op 6 juli 2010 heeft de Tweede Kamer dit wetsontwerp ter behandeling ontvangen. Het is geregistreerd onder Kamerstukken II 2009/2010, 32 440, nrs. 1-2, met een memorie van toelichting (nr. 3) en een nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State (nr. 4).
Dit wetsontwerp is voorafgegaan door een ander wetsontwerp voor een Aanbestedingswet, dat de eindstreep niet heeft gehaald. Dat wetsontwerp is op 23 maart 2006 bij de Tweede Kamer ingediend. Het is geregistreerd onder Kamerstukken II 2005/2006, 30 501, nrs. 1-2. Na een onverantwoord snelle - en vluchtige - behandeling door de Tweede Kamer, raakte het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer op drift. Mede vanwege de brede kritiek vanuit de markt besloten de senatoren het onvoldragen wetsontwerp weg te stemmen.
Het wetsontwerp uit 2006 was niet sterk. De memorie van toelichting bij het wetsontwerp en de latere verduidelijkingen van regeringswege gaven echter wel een goed beeld van de uitgangspunten die van belang zijn bij de overheidsaanbesteding of - breder geformuleerd - het inkopen door de (semi) overheid.
De samenstellers van deze bundel menen dat een toegankelijke en handzame ordening van de parlementaire behandeling van het eerste wetsontwerp een goede en zorgvuldige behandeling van het tweede, thans bij de Tweede Kamer voorliggende wetsontwerp voor een nieuwe Aanbestedingswet ten goede kan komen. Zij roepen de Kamerleden en de belanghebbende partijen aan aanbestedende en inschrijvende zijde dan ook op bij het op handen zijnde politieke debat in Tweede en Eerste Kamer die veelheid aan informatie ten volle te benutten. Doel van dat debat is immers te komen tot een aanbestedingswet die kan bogen op een ampel besproken en breed gedragen basis.
1. VOORWOORD
2. OVERZICHT VAN PARLEMENTAIRE STUKKEN
3. ALGEMEEN
3.1. Inleiding
3.2. Doelen van het wetsvoorstel
3.2.1. Verplichte toetsing integriteit
3.3. Randvoorwaarden voor het beleid
3.4. Kwaliteit van het aanbestedingsproces
3.5. Naleving van aanbestedingsregels
3.6. Rechtsbescherming en handhaving
3.7. Administratieve lasten en bedrijfseffecten
3.8. Overige onderwerpen
4. ARTIKELSGEWIJS
4.1. Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
4.2. Hoofdstuk 2. Algemene beginselen die van toepassing zijn op aanbestedende diensten en speciale-sector-bedrijven
4.3. Hoofdstuk 3. Beginselen die van toepassing zijn op opdrachten van bepaalde organisaties die geen aanbestedende dienst zijn
4.4. Hoofdstuk 4. Implementatie van Europese en internationale verplichtingen
4.5. Hoofdstuk 5. Waarborgen goede uitvoering van Europese en internationale aanbestedingsverplichtingen
4.6. Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen
5. BRIEVEN EN OVERIGE DOCUMENTEN
5.1. Brief 1(30501 nr. 14)
5.2. Brief 2 (30501 nr. 16)
5.3. Brief 3 (30501 nr. 17)
5.4. Brief 4 (30501 nr. 25)
5.5. Brief 5 (30501 nr. 26)
5.6. Bijl. Brief 5 (Consultatiedocument)
5.7. Brief 6 (30501 nr. 28)
5.8. Brief 7 (31144 nr. 3)
5.9. Brief 8 (31144 nr. 4)
5.10. Bijl. 1 NMvA I (Besluit aanbestedingen)
5.11. Bijl. 2 NMvA I (Overzicht van soorten aanbestedingsprocedures)
5.12. Brief 9 (30501 nr. 29)
5.13. Brief 10 (30501 H)
5.14. Bijl. Brief 9 en 10 (Onderzoek MKB en Aanbesteden)
5.15. Brief 11 (30501 nr. 30)
5.16. Bijl. Brief 11 (Nalevingsmeting Europees aanbesteden)
5.17. Brief 12 (30501 nr. 31)
5.18. Bijl. Brief 12 (Nalevingsmeting Europees aanbesteden)