Arbeids- en rusttijden is een onderwerp waarover of gekscherend wordt gesproken of over wordt opgeschept. Immers, er is een cultuur ontstaan waarin het maken van veel uren op een zekere bewondering kan rekenen. Deeltijdarbeid van 20, 32 uur per week is leuk voor vrouwen, maar echte kerels draaien op zijn minst toch ‘60, 70 of 80 uur’ per week. Arbeidstijden is niet alleen een makkelijk te meten onderwerp, het is ook een emotioneel onderwerp, omdat het ingrijpt in het sociale leven van de werknemer en zijn gezin en omdat er naar de arbeidstijd wordt betaald en geld een belangrijke rol speelt in onze samenleving; er wordt een bepaalde status aan ontleend en geeft aan welke mogelijkheden er zijn in het besteden van vrije tijd. Bij een kwalitatieve beschouwing van de problematiek van arbeidstijden blijkt er meer achter te zitten. Arbeidstijden zijn dan een factor die meedoet in de organisatie van de arbeid. De wet gebruikt nota bene ook de terminologie: ‘de werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat …’. Met de organisatie van de arbeid wordt bedoeld dat een ondernemer (nauwkeurig) moet inventariseren wie waar en wanneer en op welke plek wordt ingezet. Daarbij geldt dat de inzet van de factor arbeid wat betreft duur en plaats in de dag of in de nacht in veel bedrijven de grootste kostenpost is. Dat maakt dat in het algemeen over de inzet van arbeid – zeker bij grote(re) arbeidsorganisaties – goed moet worden nagedacht. De organisatie van arbeid is een complex proces dat om die reden een serieuze benadering verdient. Dat betekent ook dat goede arbeidstijdenwetgeving altijd complex zal zijn; simpelweg, omdat de materie complex is. Dit boek geeft inzicht in deze complexe wereld van de arbeidstijdenwetgeving.
Bij het tot stand brengen van dit boek is veel aandacht geschonken aan parlementaire stukken, literatuur en de rechtspraktijk. Om de toegankelijkheid van het boek te vergroten is gebruikgemaakt van een fijnmazige hoofdstukindeling, zodat een bepaald onderwerp snel is terug te vinden. Ook is ervoor gezorgd de leesbaarheid optimaal te doen zijn.
Mr. dr. J. van Drongelen: universitair hoofddocent Sociaal Recht en Sociale Politiek Universiteit van Tilburg.
Lijst van afkortingen
Voorwoord
1 Inleiding
1.1 Inleiding
1.2 Internationaalrechtelijke aspecten
1.2.1 Inleiding
1.2.2 De Europese Unie
1.2.3 De Raad van Europa
1.2.4 De Internationale Arbeidsorganisatie
2 Het toepassingsbereik van de Arbeidstijdenwet
2.1 Inleiding
2.2 Het begrip ‘werkgever’
2.2.1 De arbeidsovereenkomst
2.2.2 De publiekrechtelijke aanstelling
2.2.2.1 Inleiding
2.3 Activiteiten in het kader van het medezeggenschapsorgaan
2.4 Het werkgeversbegrip en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten
2.5 De uitbreiding van het begrip ‘werkgever’
2.6 Het begrip ‘werknemer’
2.7 De gehele of gedeeltelijke uitsluiting van de toepasselijkheid van de wet
2.7.1 Rampen, crises, voorvallen en ongevallen
2.7.2 Onderwijs
2.7.3 Defensie
2.7.4 Toezichthouders en (bijzondere) opsporingsdiensten
2.7.5 Varend en vliegend personeel
2.7.6 Nadere mogelijkheid tot gehele of gedeeltelijke uitsluiting van de toepasselijkheid van de wet
2.8 De gehele of gedeeltelijke uitbreiding van de toepasselijkheid van de wet
2.8.1 Extraterritoriale werking
2.9 Zelfstandigen
2.9.1 Andere overeenkomsten tot het verrichten van arbeid
2.9.2 Overeenkomst tot aanneming van werk
2.9.3 Overeenkomst van opdracht
3 Het verbod van kinderarbeid
3.1 Inleiding
3.2 Het begrip ‘kind’
3.3 Het begrip ‘arbeid’
3.4 Uitzonderingen op het verbod van kinderarbeid
3.4.1 De uitzonderingen benoemd
3.4.2 De uitzonderingen, een aantal begrippen uitgelegd
3.5 Nadere regelgeving voor toegestane kinderarbeid
3.5.1 De werktijdbegrenzing
4 Algemene werkgeversverplichtingen op het terrein van arbeids- en rusttijden
4.1 Inleiding
4.2 Beleidsvoering
4.2.1 Inleiding
4.2.2 Persoonlijke omstandigheden
4.2.3 Het vastleggen van arbeidstijdpatronen
4.2.4 Ervaring opgedaan met arbeidstijdpatronen
4.3 Vaststelling van het arbeidstijdpatroon
4.3.1 Het eenzijdig wijzigen van werktijden
4.4 De tijdelijke aanpassing van het arbeidstijdpatroon in verband met het ouderschapsverlof
4.4.1 Inleiding
4.4.2 Verzoek om (tijdelijke) aanpassing
4.4.3 Afwijkingsmogelijkheid bij collectieve regeling
4.5 De mededeling van de arbeids- en rusttijdenregeling
4.6 De registratieverplichting
4.6.1 Een deugdelijke registratie / 78
4.6.2 Nadere voorschriften over deugdelijke registratie
4.6.3 Nadere voorschriften over het bewaren van gegevens en bescheiden
4.7 De jeugdige werknemer en de arbeid in verband met onderwijs
4.8 Het moederschap
4.8.1 Aanpassing aan specifieke omstandigheden
4.8.2 Het ondergaan van noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken
4.8.3 Arbeidsverbod
4.8.4 Voedingsrecht
4.9 Gezondheidsklachten door nachtarbeid
5 Arbeids- en rusttijden
5.1 Inleiding
5.2 Wat betekenen die begrippen?
5.2.1 De begrippen ‘arbeidstijd’ en ‘rusttijd’
5.2.2 Rusttijd
5.2.3 Het begrip ‘pauze’
5.2.4 Het begrip ‘dienst’
5.2.5 Het begrip ‘nachtdienst’
5.2.6 De zogenoemde ‘bijzondere diensten’
5.2.7 De begrippen ‘week’ en ‘dag’
5.3 De normering van de arbeids- en rusttijden
5.3.1 Inleiding
5.3.2 De dagelijkse onafgebroken rusttijd
5.3.3 De pauze
5.3.4 De wekelijkse onafgebroken rusttijd
5.3.5 Arbeid op zondag
5.3.6 De arbeidstijd
5.3.7 De arbeid in nachtdienst
5.3.8 De consignatie
5.3.9 De aanwezigheidsdienst
5.3.10 De bereikbaarheidsdienst
5.3.11 Plotseling onvoorziene situaties
5.3.12 Samenloop
5.3.13 Nevenarbeid
6 Samenwerking en overleg binnen de onderneming
6.1 Inleiding
6.2 De Wet op de ondernemingsraden
6.2.1 Instellingsgrenzen medezeggenschapsorganen
6.2.2 Instemmingsrecht van de ondernemingsraad en de personeelsvertegenwoordiging
6.2.3 Het adviesrecht van de personeelsvergadering
6.2.4 Informatieverplichting jegens de ondernemingsraad en de personeelsvertegenwoordiging
6.3 Aanvullende voorschriften over samenwerking en overleg
6.4 Aanvullende informatieverplichtingen
7 Aansprakelijkheid en de vormgeving van de handhavingnormering
7.1 Inleiding
7.2 Wie is waarvoor verantwoordelijk?
7.2.1 De werkgever
7.2.2 De voor een buitenlandse werkgever werkzame werknemer
7.2.3 Kinderarbeid
7.2.4 De zelfstandig werkende
7.2.5 Wegvervoer
7.2.6 De werknemer
7.3 Arbeidstijdenwet, de vormgeving van de handhavingsnormering
7.3.1 Civielrechtelijk te handhaven normen
7.3.2 Bestuursrechtelijk te handhaven normen
7.3.3 Strafrechtelijk te handhaven normen
8 Handhaving van overheidswege
8.1 Inleiding
8.2 De toezichthouders
8.2.1 Legitimatieverplichting
8.2.2 De inrichting van de ‘Arbeidsinspectie’
8.3 Bevoegdheden en verplichtingen van de toezichthouders
8.3.1 Inleiding
8.3.2 Het evenredigheidsbeginsel
8.3.3 Het betreden van plaatsen
8.3.4 De inlichtingenverplichting
8.3.5 De inzage in en het kopiëren van zakelijke gegevens en bescheiden
8.3.6 Onderzoek, opneming en monsterneming
8.3.7 Onderzoek vervoermiddelen
8.3.8 De medewerkingsplicht en het verschoningsrecht
8.3.9 De geheimhoudingsverplichting en verplichting tot informatieverschaffing aan het publiek
8.3.10 Vervoersverplichting van toezichthouders
8.4 Toezicht op de naleving
8.4.1 Inleiding
8.4.2 Ontheffing en vrijstelling
8.4.3 De eis tot naleving
8.4.4 Het staken van de arbeid
8.4.5 Bestuursdwang en dwangsom
8.4.6 De bestuurlijke boete
8.5 De (opsporing van) straf bare feiten
8.5.1 Inleiding
8.5.2 Economisch delict
8.5.3 Misdrijf of overtreding
8.5.4 De strafmaat
8.5.5 De bijkomende straffen en maatregelen
8.5.6 De Arbeidstijdenwet en de met straf baarstelling samenhangende voorschriften
8.5.6.1 Inleiding
Bijlage 1 Arbeidstijdenwet
Bijlage 2 Arbeidstijdenbesluit
Bijlage 3 Regeling aanscherping handhaving en sanctiebeleid Arbeidstijdenwetgeving
Bijlage 4 Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013
Bijlage 5 Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten
Rechtspraakoverzicht
Literatuuroverzicht