Het zeevervoer is de drijfveer van de wereldhandel: shipping is the life blood of global economy. Bij de exploitatie van schepen wordt gebruikgemaakt van charterpartijen en cognossementen. Deze hebben betrekking op verschillende vervoerovereenkomsten. Charterpartijen zijn onderworpen aan de contractsvrijheid en het cognossementsvervoer wordt beheerst door dwingend recht.
Bij de uitvoering van een reisbevrachting wordt ook een cognossement uitgegeven. Wanneer dit cognossement verhandeld wordt, dan komt de derde-cognossementhouder in beeld. De positie van deze derde-cognossementhouder wordt beheerst door het dwingende recht. Als gevolg van de verhandeling van het cognossement ontstaat er een tweede vervoerovereenkomst die parallel loopt aan de oorspronkelijke reisbevrachting.
Hoewel de reisbevrachting en het cognossementsvervoer autonoom zijn, kunnen zij toch met elkaar verweven raken. Dit komt door het gebruik van verwijzingen die beogen de charterbedingen in het cognossement te incorporeren. Daarnaast bevatten beide overeenkomsten meestal een paramount clause. Als gevolg daarvan ontstaat er een hechtere juridische band tussen deze overeenkomsten.
Dit boek beoogt inzicht te verschaffen in de autonomie van en de verwevenheid tussen de reisbevrachting en het cognossementsvervoer, evenals de verhouding tussen de contractsvrijheid, het formalisme van het cognossement en het dwingende recht.
De volgende onderwerpen staan centraal in dit boek:
- de verhouding tussen de reisvervrachter en de reisbevrachter;
- de positie van de derde-cognossementhouder in de vervoerovereenkomst;
- de incorporatie van de charterbedingen in het cognossement;
- het regime van de paramount clause;
- de invloed van de Rotterdam Rules.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
P.A.M. Seck studeerde handelsrecht in Senegal (Université CAD Dakar) en specialiseerde zich daarna in het Franse zeerecht en internationaal vervoerrecht (Université Aix-Marseille III). Na het behalen van zijn doctoraal Nederlands recht (Universiteit van Amsterdam) is hij in dienst getreden bij een groot verzekeringsbedrijf waar hij zich thans bezighoudt met het geven van advies en voeren van procedures op het gebied van het transportrecht en het handelsrecht.
Dedicace
Voorwoord
Lijst van afkortingen
1 Presentatie van het onderzoek
1.1 Belang en plaats van het goederenvervoer over zee in de internationale handel
1.2 Overeenkomsten van goederenvervoer over zee: autonomie en verwevenheid tussen de reisbevrachting en het cognossementsvervoer
1.3 Consensualisme van de vervoerovereenkomst en het gebruik van transportdocumenten
1.4 Charterpartij en cognossement: twee transportdocumenten bij de uitvoering van een overeenkomst van reisbevrachting
1.5 Belang uitgifte order-cognossement bij de reisbevrachting: de verhandelbaarheid van de lading
1.6 Gevolgen van de overdracht van het order-cognossement: het dualisme van de vervoerovereenkomst
1.7 Korte uiteenzetting van het onderzoek
1.8 Probleemstelling
1.9 Doelstelling van het onderzoek
1.10 Belang van het onderzoek
1.11 Plan van behandeling
1.12 De hoofdvragen
2 Bevrachting, cognossement en zeevervoer in historisch perspectief
A Inleiding. Het belang van een historische benadering van het onderwerp
2.1 In het oude zeerecht viel het goederenvervoer aanvankelijk geheel onder de overeenkomst van bevrachting
2.2 De geleidelijke opkomst van het zeevervoer onder cognossement als een van de bevrachting afgescheiden vervoerovereenkomst
2.3 De correlatie tussen de aansprakelijkheid van de vervoerder en de opkomst van het dwingende cognossementsvervoer
2.4 Samenvatting en conclusie omtrent de opkomst van het dwingende cognossementsvervoer
3 Rechtsverhouding tussen de reisvervrachter en de reisbevrachter, cognossementhouder
3.1 Inleiding
3.2 Afbakening en indeling van het hoofdstuk
3.3 Het algemene kader van de overeenkomst van reisbevrachting
3.4 Leidt de uitgifte van een order-cognossement aan de reisbevrachter tot de toepassing van het dwingende recht in de reisbevrachting of tot wijziging van de charterbedingen door het cognossement?
3.5 Samenvatting en conclusies van hoofdstuk 3
4 Rechtsverhouding tussen de vervoerder en de derde-cognossementhouder
4.1 Inleiding, af bakening en indeling van het hoofdstuk
4.2 Algemene beschouwingen over de zelfstandige positie van de derdecognossementhouder: het ‘losmakingsproces’
4.3 Theoretische verklaring voor de autonomie van het cognossement en voor de bijzondere positie van de derde-cognossementhouder
4.4 Uitwerking van het ‘autonomiebeginsel’ in het positieve recht
4.5 Samenvatting en conclusies van hoofdstuk 4
5 Incorporatie van de charterbedingen in het cognossementsvervoer
5.1 Inleiding en af bakening van het hoofdstuk
5.2 Voorwaarden voor een geldige verwijzing in het cognossement
5.3 Uitleg van de verwijzing in het cognossement
5.4 Effecten van de charterbedingen in het cognossementsvervoer
5.5 Samenvatting en conclusies van hoofdstuk 5
6 Invloed van de Paramount clause op het regime van de vervoerovereenkomst
6.1 Inleiding en af bakening van het hoofdstuk
6.2 Algemene opmerkingen omtrent de paramount clause
6.3 De paramount clause in het internationaal privaatrecht
6.4 Toetsing en uitleg van de paramount clause
6.5 Rechtsgevolgen van de paramount clause in cognossement en charter
6.6 Samenvatting en conclusies van hoofdstuk 6
7 Reisbevrachting en cognossementsvervoer onder de Rotterdam Rules
7.1 De verhouding tussen de reisvervrachter en de reisbevrachter onder de Rotterdam Rules
7.2 Verhouding tussen de vervoerder en de derdehouder van een ‘negotiable transport document’ onder de Rotterdam Rules
7.3 De Rotterdam Rules en de incorporatie van de charterbedingen door middel van een verwijzing in de ‘negotiable transport document’
7.4 Toepassing van de Rotterdam Rules op grond van een paramount clause
7.5 Samenvatting en conclusies hoofdstuk 7
Summary
Resumé
A CHAPITRE 7. AFFRETEMENT AU VOYAGE ET CONTRAT DE TRANSPORT MARITIME DANS LES REGLES DE ROTTERDAM
Verkort aangehaalde literatuur
Geraadpleegde websites
Jurisprudentieregister
Curriculum Vitae