De Grondwet van 1848 heeft voor het eerst het recht tot vereniging, dus ook tot vakvereniging, uitdrukkelijk erkend. Deze wetgeving behandelde alle verenigingen op gelijke voet, dus stelde werknemersverenigingen met andere verenigingen gelijk. De erkenning van de vakvereniging sloot overigens niet in, dat het gebruik van de georganiseerde macht als strijdmiddel tot behoud of verbetering van arbeidsvoorwaarden evenzeer rechtens werd aanvaard. Sedert de invoering van de Code Pénal in 1811 was het zogenoemde verbod van coalitie van kracht. Dit verbod vormde voor werkgeversverenigingen en vakorganisaties een belemmering om de in hun verenigingen georganiseerde macht te gebruiken. Aan werkgevers was verboden om in collectief verband met machtsmiddelen loonsverlaging door te drijven. Werknemers mochten niet door staking of anderszins loonsverhoging afdwingen.
In 1872 werd het strafrechtelijk gesanctioneerde coalitieverbod, het verbod om de vereniging als pressiemiddel te gebruiken, opgeheven, waardoor de werkstaking als pressiemiddel in het arbeidsvoorwaardenoverleg geoorloofd wordt. Via het strafrecht werden nog wel de rechten van de werkwilligen beschermd en gold er een aansprakelijkheidsregeling voor excessen bij de werkstaking. Met de invoering van ons eigen Wetboek van Strafrecht in 1886 werd de wet van 1872 weer afgeschaft, omdat de noodzakelijk geachte waarborgen tegen excessen in de algemene strafbepalingen waren terug te vinden. Het verbod van coalitie, het ontstaan, de afschaffing ervan en de betekenis ervan voor onder andere het verenigingsrecht en de bescherming van de vrijheid van arbeid is het onderwerp van dit boekje.
Mr. dr. J. van Drongelen: jurist ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en docent Sociaal Recht en Sociale Politiek universiteit van Tilburg.
Lijst van afkortingen
Voorwoord
1. Inleiding
2. Via de afschaffing van de gilden naar het verbod van coalitie
3. Een nieuwe regeling van het verbod van coalitie
4. Het verbod van coalitie in de Code Pénal
5. De mislukte pogingen tot het samenstellen van een nationaal Wetboek van Strafrecht en het verbod van coalitie
6. Het recht op vereniging en vergadering en het verbod van coalitie
7. De aanval op het verbod van coalitie geopend
8. Arbeidsconflicten in de periode tot 1872
9. De eerste frontale aanval op het verbod van coalitie door het Tweede-Kamerlid Van Houten
10. Opnieuw het Tweede-Kamerlid Van Houten
11. De afschaffing van het verbod van coalitie
12. De betekenis van de afschaffing van het verbod van coalitie
13. De bescherming van de vrijheid van arbeid
14. Slot
(Geraadpleegde) literatuur