Sinds 1 januari 2023 geldt in België een nieuw verbintenissenrecht. Op diverse plaatsen hebben de bepalingen uit het Nederlandse Burgerlijk Wetboek de Belgische wetgever daarbij tot voorbeeld gestrekt. Dit boek biedt een unieke analyse van het nieuwe Belgische verbintenissenrecht vanuit Nederlands perspectief. Welke lessen leert de Nederlandse praktijk voor de toepassing van deze nieuwe Belgische wetsbepalingen? En reikt het nieuwe Belgische verbintenissenrecht ook oplossingen aan voor vraagstukken waar het Nederlandse recht nog geen eenduidig antwoord op heeft?
Het eerste deel gaat in op de totstandkoming en uitvoering van contracten (algemene voorwaarden, onrechtmatige of onredelijk bezwarende bedingen, wilsgebreken, interpretatie, kwalificatie en herkwalificatie en imprevisie of verandering van omstandigheden). Het tweede deel richt zich op de niet-nakoming van verbintenissen en daaraan verbonden sancties (aansprakelijkheid voor hulpgoederen of hulpzaken, ingebrekestelling en verzuim, winstafdracht, ontbinding en sancties voor opzettelijke fouten en laakbaar winstbejag). Deze bijdragen, die samen de gehele levenscyclus van het contract raken, maken dit boek tot een vruchtbare bron voor zowel praktisch als wetenschappelijk geïnteresseerde lezers.
Met bijdragen van Caroline Cauffman, Diana Dankers-Hagenaars, Sébastien De Rey, Josje J. de Vogel, Tobias Jonkers, Devrim Kroese, Marco B.M. Loos, Lotte Meurkens, Daniëlle J.B. Op Heij, Harriët N. Schelhaas, Stéphanie van Gulijk, Martijn van Kogelenberg, Madeleine M. van Rossum en Jan Wassink.
Met een voorwoord van Patrick Wéry, co-voorzitter van de Commissie tot hervorming van het Burgerlijk Wetboek.
Sébastien De Rey is universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij bijzondere overeenkomsten, contractenrecht en European contract law doceert. Hij is tevens gastprofessor aan de UCLouvain en doceert verbintenissenrecht aan de Koninklijke Militaire School. Hij is lid van de Commissie tot hervorming van het bijzondere contractenrecht (boek 7 BW).
Voorwoord
Inleiding
Een nieuw verbintenissenrecht als onderdeel van de hercodificatie van het Belgische privaatrecht
Sébastien De Rey
1. Inleiding
2. Aanloop naar de hervorming: haar beweegredenen
2.1. Een nieuw wereldbeeld
2.2. Teloorgang van het wetboek als hoeksteen van het privaatrecht
2.3. Onhoudbare kloof tussen wettekst en geldend recht
3. De invoering van het nieuw Burgerlijk Wetboek: werkwijze en verloop
3.1. Een nieuw Burgerlijk Wetboek
3.2. Invoeging van onderscheiden boeken
3.3. Invoeging van op til zijnde boeken?
4. Krachtlijnen van de hercodificatie
4.1. Rechtszekerheid herstellen
4.2. Toegankelijkheid versterken
4.3. Modernisering en innovatie
5. Het nieuwe verbintenissenrecht in vogelvlucht
5.1. Structuur van het nieuwe verbintenissenrecht
5.2. Inleidende bepalingen
5.3. Totstandkoming van het contract
5.4. Geldigheid van het contract
5.5. Gevolgen van het contract
5.6. Niet-nakoming van contractuele verbintenissen
5.7. Algemeen regime van de verbintenis
6. Het nieuwe verbintenissenrecht in dialoog tussen wetgever en rechtspraak
DEEL 1 Totstandkoming en uitvoering van verbintenissen
Nieuw Belgisch recht betreffende algemene voorwaarden vanuit Nederlands perspectief
Marco B.M. Loos
1. Inleiding
2. Toepassingsgebied van de wettelijke regeling
2.1. Belgisch recht
2.2. Nederlands recht
2.3. Vergelijking
3. Opname van de algemene voorwaarden in de overeenkomst
3.1. Belgisch recht
3.2. Nederlands recht
3.3. Vergelijking
4. Inhoudstoetsing
4.1. Belgisch recht
4.2. Nederlands recht
4.3. Vergelijking
5. Nietigheid, vernietiging en gevolgen ‘oneerlijkheid’
5.1. Belgisch recht
5.2. Nederlands recht
5.3. Vergelijking
6. Conclusie
Wilsgebreken in het nieuwe Belgische verbintenissenrecht en het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, met aandacht voor de derde
Madeleine M. van Rossum
1. Inleiding
2. Bespreking wilsgebreken: algemeen
2.1. Rechtskarakter en plaatsbepaling van wilsgebreken
2.2. Dwaling
2.3. Bedrog
2.4. Geweld, bedreiging of dwang
2.5. Misbruik van omstandigheden
2.6. Samenloop wilsgebreken
3. Sancties op een wilsgebrek
3.1. Relatieve nietigheid en vernietigbaarheid
3.2. Modaliteiten
3.3. Verjaring
3.4. Schadevergoeding
4. Wilsgebreken en de derde
4.1. Voorwaarden
4.2. Vraagpunten
5. Conclusie
De kwalificatie van de (bijzondere) overeenkomst naar Nederlands en Belgisch recht
Stéphanie van Gulijk
1. Inleiding
2. Het belang van de kwalificatie van de overeenkomst naar Nederlands recht
2.1. Het onderscheid tussen benoemde en onbenoemde bijzondere overeenkomsten
2.2. Het tweestappenplan voor de kwalificatie van een overeenkomst
2.3. De gemengde overeenkomst
3. De kwalificatie van het contract naar Belgisch recht
3.1. Herziening van het Belgisch Burgerlijk Wetboek
3.2. De kwalificatie van het contract naar nieuw Belgisch burgerlijk recht
3.3. Herkwalificatie van het contract
4. Tot slot
Uitleg van overeenkomsten of interpretatie van contracten naar Nederlands en Belgisch recht. De interpretatieregeling in het Belgisch BW als inspiratie voor het Nederlandse privaatrecht?
Daniëlle J.B. Op Heij
1. Inleiding
2. Interpretatie in het licht van de autonomie van partijen
3. De uitleg van overeenkomsten naar Nederlands recht
3.1. Het standaardarrest Haviltex
3.2. Relevante uitlegfactoren en gezichtspunten
3.3. Relevante wetsartikelen
3.4. Het verband tussen uitleg en de wilsvertrouwensleer
4. De interpretatie van contracten naar Belgisch recht
5. Codificatie als inspiratie voor het Nederlandse privaatrecht?
6. Afsluiting
Voorzien in onvoorzien? De Belgische en Nederlandse regeling van het imprevisieleerstuk
met elkaar vergeleken
Diana Dankers-Hagenaars
1. Inleiding
2. De verbindende kracht van de overeenkomst in België en Nederland
2.1. Nederland
2.2. België
3. Overeenkomsten en verschillen
3.1. De terughoudendheid van de rechter
3.2. De keuze tussen dwingend of aanvullend recht
3.3. Deelconclusie
4. Conclusie
DEEL 2 Niet-nakoming van verbintenissen en sancties wegens niet-nakoming
Contractuele aansprakelijkheid voor ongeschikte hulpzaken en gebrekkige hulpvoorwerpen in Nederland en België
Devrim Kroese, Jan Wassink en Sébastien De Rey
1. Inleiding
2. Aansprakelijkheid voor ongeschikte hulpzaken binnen het systeem van de wet
3. Aanloop naar artikel 6:77 Nederlands BW
3.1. Eerste rechtspraak onder het oude recht
3.2. Totstandkoming van artikel 6:77 Nederlands BW
3.3. Codificatie van artikel 6:77 Nederlands BW: gemaakte keuzes
4. Vereisten voor artikel 6:77 Nederlands BW
4.1. Tekortkoming
4.2. Gebruik
4.3. Zaak
4.4. Ongeschiktheid
4.5. Uitzonderingen op toerekening
5. Samenloop t.a.v. artikel 6:77 Nederlands BW
6. Vergelijking met artikel 5.230 Belgisch BW
6.1. Aansprakelijkheid voor gebrekkige hulpvoorwerpen binnen het systeem van de wet
6.2. Aanloop naar artikel 5.230 Belgisch BW
6.3. Voorwaarden van artikel 5.230 Belgisch BW
7. Slotbeschouwing
Over het vereiste van een ingebrekestelling in het Nederlandse en het Belgische recht
Tobias Jonkers
1. Verzuim en ingebrekestelling in het Nederlandse recht
1.1. Hoofdlijnen van het wettelijk kader
1.2. Complicaties bij toepassing van het wettelijk kader
1.3. Wetsgeschiedenis: ruimte voor redelijkheid
1.4. Jurisprudentie: het arrest Fraanje/Götte
1.5. Nogmaals Fraanje: het arrest Fraanje/Alukon
1.6. Het niet-limitatieve karakter van artikel 6:83 Nederlands BW
1.7. Analyse Nederlandse verzuimregels
2. De eis van een ingebrekestelling in het Belgische recht
2.1. Het uitgangspunt: een ingebrekestelling
2.2. Uitzonderingen: geen ingebrekestelling vereist
2.3. Codificatie van de rechtspraak in boek 5 Belgisch BW
Het nieuwe Belgische verbintenissenrecht vanuit Nederlands perspectief
3. Rechtsvergelijkende analyse
3.1. Het proces van hercodificatie in Nederland en België
3.2. Voordelen van het Nederlandse recht
3.3. Conclusie: de winst van het Belgische recht
Winstafdracht na wanprestatie in (hervormd) Belgisch en Nederlands recht: een verkenning van de mogelijkheden tot verzelfstandiging
Martijn van Kogelenberg
1. Inleiding
2. Schadevergoeding na wanprestatie in het Nederlands en Belgisch recht: enkele algemene contouren
2.1. Nederland
2.2. België
3. Winstafdracht of voordeelafdracht: huidig recht en dogmatische ontwikkelingen
3.1. Nederland
3.2. België
3.3. Relevante ontwikkelingen in de dogmatiek
4. Inspiratie uit een overzeese bron: Atlantic Lottery Corporation v. Babstock
5. De weg voorwaarts: winstafdracht na wanprestatie als zelfstandige remedie?
6. Slotbeschouwing
De zoektocht naar een evenwichtige ontbindingsregeling in het Belgische en Nederlandse recht
Harriët N. Schelhaas en Josje J. de Vogel
1. Ontbinding: checks & balances
2. De beschikbare remedies bij een tekortkoming in de beide rechtsstelsels
3. Ontbinding naar Nederlands recht
3.1. Algemene vereisten voor het ontbindingsrecht: verzuim, tekortkoming
3.2. Het Eigen Haard-arrest: het vereiste van een gekwalificeerde tekortkoming
3.3. Voortijdige ontbinding – anticipatory breach
3.4. Partiële ontbinding
3.5. Wijze van ontbinding
3.6. Gevolgen van ontbinding
3.7. Onterechte ontbinding?
3.8. Ontbinding bij consumentenkoop
3.9. Synthese
4. Ontbinding naar Belgisch recht
4.1. Algemene vereisten
4.2. Voortijdige ontbinding – anticipatory breach
4.3. Partiële ontbinding
4.4. Wijze van ontbinding
4.5. Gevolgen van ontbinding
4.6. Regeling voor onterechte ontbinding
4.7. Regeling voor consumentenkoop
5. Prijsvermindering
6. Wederkerige inspiratie?
6.1. Het Burgerlijk Wetboek als wederzijdse inspiratiebron
6.2. Gelijkenis: anticipatory breach en buitengerechtelijke ontbinding
6.3. Fundamentele tekortkoming
6.4. Terugwerkende kracht
6.5. Prijsvermindering
6.6. Overig: cumulatie, schadevergoeding
7. Conclusie
Worstelen met het voordeel resulterend uit opzettelijke fouten en laakbaar winstbejag in het Belgische en Nederlandse recht
Caroline Cauffman en Lotte Meurkens
1. Inleiding
2. De opzettelijke fout begaan met het oogmerk om te schaden of uit winstbejag naar Belgisch recht
2.1. Artikel 1.11 Belgisch BW: toepassingsvoorwaarden en rechtsgevolgen
2.2. Verhouding tot ‘misdaad mag niet lonen’ en ‘winstafdracht bij kwade trouw’
2.3. Verhouding tot rechtsmisbruik
3. Verwante regels en beginselen van Nederlands burgerlijk recht
3.1. Algemene rechtsbeginselen in het Nederlands burgerlijk recht
3.2. Redelijkheid en billijkheid en misbruik van recht
3.3. Fraus omnia corrumpit
3.4. Invloed van de mate van schuld op de schadevergoedingsplicht
3.5. Winstafdracht
4. Concluderende en rechtsvergelijkende beschouwingen