Op 20 september 1839 reed in Nederland de eerste trein. Sindsdien is er ruim 7000 kilometer spoor aangelegd, zijn er per dag gemiddeld 1,1 miljoen treinreizigers, rijden spoorgoederenvervoerders jaarlijks rond de zes miljoen kilometer en werken er enkele tienduizenden mensen in de spoorsector. Sinds de liberalisering van de sector eind vorige eeuw, heeft bovendien de regelgeving zich voortdurend ontwikkeld. Een juridisch discours over het spoorwegrecht is evenwel niet op gang gekomen. Dit Handboek Spoorwegrecht wil deze leemte wegnemen. Vanuit het brede spoorspectrum biedt het handboek een uiteenzetting die dit rechtsgebied op systematische wijze ontsluit. Daarbij is doorlopend aandacht voor de indringende invloed van het Europese recht op het Nederlandse spoorrechtstelsel, en voor raakvlakken van het spoorwegrecht met het privaat-, bestuurs- en strafrecht. Na een inleidend hoofdstuk volgen hoofdstukken met een analyse van centrale thema’s en actoren. Spoorweginfrastructuur en de relaties tussen overheid – beheerder, beheerder – spoorwegonderneming en spoorwegonderneming – overheid zijn onderwerp van de hoofdstukken 2, 3 en 4. De thema’s spoorvoertuigen, spoorwegpersoneel, spoorverkeer en verkeersleiding worden besproken in de hoofdstukken 5, 6 en 7. De belangrijke rol van toezicht, handhaving en ongevallenonderzoek komt in hoofdstuk 8 aan de orde. Hoofdstuk 9 behandelt lokale en bijzondere spoorwegen. In hoofdstuk 10 staan ten slotte de transportrechtelijke aspecten van het spoorwegrecht centraal.
Adriaan Hagdorn was enige jaren werkzaam als advocaat in Rotterdam voordat hij in 1990 bij NS als bedrijfsjurist in dienst trad. Sedertdien bekleedde hij bij NS diverse juridische functies. Thans is hij werkzaam als seniorbedrijfsjurist, gespecialiseerd in spoorwegregelgeving. Hij is bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Vervoerrecht en actief betrokken bij diverse juridische werkgroepen in internationaal verband (CER en CIT). Hij geeft regelmatig cursussen over spoorwegrecht.
Viola Sütő werkt als advocaat bij ‘spoorkantoor’ LegalRail. Zij treedt op voor spoorwegondernemingen, bestuursorganen, havenbedrijven en spooraannemers. Zij is als medewerker verbonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden, waar zij cursussen Spoorwegrecht verzorgt, en in 2004 promoveerde. In 2003 werkte zij mee met het opzetten van de NMa Vervoerkamer. Eerder was zij vanuit het Ministerie van Verkeer en Waterstaat juridisch projectleider bij de verzelfstandiging van NS.
Andres Wedzinga was als jurist werkzaam bij NS en daarna de Inspectie Verkeer en Waterstaat, later Inspectie Leefomgeving en Transport. Zijn werkterrein lag op het raakvlak van wet- en regelgeving en de veiligheid en uitvoering van het spoorwegverkeer. Hij was en is intensief betrokken bij de komst en inpassing van Europese en nationale regelgeving in het
Inhoud
1 Historie en ontwikkeling van spoorwegregelgeving
1.1 Inleiding
1.2 De periode 1825-1838: particuliere aanleg en exploitatie
1.3 De periode 1838-1859: de eerste wetgevingsinitiatieven
1.4 De periode 1859-1875: Spoorwegwet 1859 en veranderingsinitiatieven
1.5 De periode 1875-1917: staatsaanleg en particuliere exploitatie
1.6 De periode 1917-1938: nationalisatie en eenwording
1.7 De periode 1938-1995: NS als staatsbedrijf
1.8 De periode 1995-2005: verzelfstandiging NS en liberalisering van de markt
1.9 Periode 2005-heden: Spoorwegwet 2005 en andere spoorwegregelgeving
1.10 Het spoorwegbeleid van de Europese Unie
1.11 Verdragen
1.12 Tot slot
2 Spoorweginfrastructuur
2.1 Inleiding
2.2 Soorten spoorwegen en infrastructuur
2.3 Technische eisen, keuring en infrastructuurregister
2.4 Aanleg en beheer
2.5 Raakvlakken met de omgeving
2.6 Opstalaansprakelijkheid
3 Toegang tot en gebruik van hoofdspoorweg
3.1 Inleiding
3.2 Netverklaring
3.3 Toegangsovereenkomst
3.4 Kaderovereenkomst
3.5 Spoorweginfrastructuurcapaciteit
3.6 Gebruiksvergoeding
4 Spoorwegonderneming en toegang tot de markt
4.1 Inleiding
4.2 Spoorwegonderneming
4.3 Bedrijfsvergunning
4.4 Veiligheidscertificaat
4.5 Toegang tot de markt
4.6 Open spoormarkten
4.7 Aan de spoorwegonderneming te verlenen diensten
5 Spoorvoertuigen
5.1 Inleiding
5.2 Voertuigen
5.3 Technische eisen
5.4 Toelating
5.5 Keuringsinstanties
5.6 Nationaal voertuigregister
5.7 Betrokken entiteiten
5.8 Onderhoud en herstel
6 Spoorwegpersoneel
6.1 Inleiding
6.2 Spoorwegpersoneel en veiligheidstaken
6.3 Medische en psychologische geschiktheid en keuring
6.4 Bekwaamheid, opleiding en examinering
6.5 Documenten en registers
6.6 Arbeidstijdenregelgeving
6.7 Buitengewoon opsporingsambtenaar en toezichthouder
7 Spoorverkeer
7.1 Inleiding
7.2 Spoorverkeer en verkeersleiding in Europees perspectief
7.3 Spoorverkeer en verkeersproces
7.4 Verkeersleiding
7.5 Uitwisseling van informatie
7.6 Verkeersleiding en vervoer van gevaarlijke stoffen
8 Toezicht, handhaving en ongevallenonderzoek
8.1 Inleiding
8.2 De Europese Commissie
8.3 Autoriteit Consument en Markt
8.4 Inspectie Leefomgeving en Transport
8.5 Concessieverleners
8.6 Strafrechtelijke handhaving
8.7 Ongevallenonderzoek
9 Lokaal en bijzonder spoor
9.1 Inleiding
9.2 Lokaal spoor
9.3 Bijzondere spoorwegen
10 Spoorwegonderneming en civielrechtelijke betrekkingen
10.1 Inleiding
10.2 Internationaal vervoer van personen per trein
10.3 Binnenlands openbaar vervoer van personen per trein
10.4 Internationaal vervoer van goederen per trein
10.4.1 Inleiding
10.5 Binnenlands vervoer van goederen per trein
10.6 Spoorwegonderneming en voertuighouder
10.7 Samenwerkingsrelaties tussen spoorwegondernemingen
10.8 Infrastructuurbeheerder en spoorwegonderneming
Jurisprudentieregister
Trefwoordenregister