In de Serie Bouw- en Aanbestedingsrecht geeft de auteur een op de praktijk gerichte behandeling van de belangrijkste onderwerpen uit het bouw- en aanbestedingsrecht. Centraal staat de behandeling van de verschillende algemene voorwaarden in de bouw.
Het commentaar van de schrijver op elk van deze algemene voorwaarden is voorzien van veel jurisprudentie, ook die niet elders is gepubliceerd, met name van de Raad van Arbitrage voor de Bouw alsmede de overheidsrechter.
Op deze wijze worden de belangrijkste onderwerpen uit het bouw- en aanbestedingsrecht in deeltjes van beperkte omvang, doch tamelijk uitputtend, behandeld. Daarbij komen in de eerste plaats die onderwerpen aan de orde, die in de praktijk het meest aanleiding tot conflicten geven.
Deel 4 behandelt:
Hoofdstuk 8: de aanspraken van de aannemer met betrekking tot vertragingsschade
Hoofdstuk 9: de aanspraken van de opdrachtgever met betrekking tot vertragingsschade
Hoofdstuk 9A: vergoeding rente
Bij de negende druk
In deze negende druk is rekening gehouden met de publicatie van de AVA 2013, die de AVA 1992 vervangt. Voorts is weer veel rechtspraak van zowel de RvA als van de overheidsrechter opgenomen en geordend in beeld gebracht.
Mr. M.A. van Wijngaarden: in leven emeritus hoogleraar bouwrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden
Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis: hoogleraar bouwrecht aan de Technische Universiteit Delft
Voorwoord mr. A.F.J. Jacobs
Voorwoord
Gebruikte afkortingen
198. Inleiding
199. Vervallen
Hoofdstuk 8. De aanspraken van de aannemer met betrekking tot vertragingsschade
200. Bewijs en verval van aanspraken
201. Bewijs en verval van aanspraken. Jurisprudentie
202. Tijdschema, werkplan, weekrapport, dagboek e.d.
203. Tijdschema, werkplan, weekrapport, dagboek e.d. Jurisprudentie
204. Ingebrekestelling
205. Vervallen
206. Berekening van de vergoeding van door aannemer geleden vertragingsschade
207. Hoe de vertragingsschade niet mag worden berekend
208. Welke posten komen voor vergoeding in aanmerking?
209. Omstandigheden waarmee rekening moet worden gehouden
210. Beperking van de schade
211. Vertragingsschade, zowel door aannemer als door opdrachtgever geleden
Hoofdstuk 9. De aanspraken van de opdrachtgever met betrekking tot vertragingsschade
212. Inleiding
213. Geen bepalingen omtrent door opdrachtgever geleden vertragingsschade overeengekomen
214. Vervallen
215. Door opdrachtgever geleden vertragingsschade, waarbij de schade tevoren is gefixeerd
216. Korting: jurisprudentie inzake matiging
217. Korting is geen gebruik of bestendig gebruikelijk beding
218. Ingebrekestelling bij toepassing van korting
219. Korting en de (on)bevoegdheid van de directie
220. Periode waarover korting mag worden toegepast
221. Schadevergoeding, al dan niet gefixeerd, indien de opleveringsdatum niet, of niet exact is bepaald; planning
222. Dagen waarover korting kan worden toegepast
223. Tijdstip van opleggen en inhouden van de korting
224. Tijdstip van opleggen en inhouden van de korting. Jurisprudentie
225. Wat in het bedrag van de korting behoort te zijn begrepen
226. Het bedrag van de korting volgens de algemene voorwaarden
227. Bedrag korting te laag. Beroep op korting in strijd met billijkheid?
228. Korting/boete en btw
229. Kortingsbedrag over het gehele werk of per onderdeel daarvan?
230. Geen of minder korting?
231. Voorkoming of beperking van vertragingsschade
232. Vertragingsschade in de relatie (hoofd)aannemer-onderaannemer
233. Naast of in plaats van korting geen schadevergoeding uit dezelfde oorzaak, tenzij anders afgesproken
234. Boetebepalingen anders dan wegens te late oplevering
Hoofdstuk 9A. Vergoeding rente
235. Rente verschuldigd door opdrachtgever. Regelingen
235a. Jurisprudentie inzake vergoeding rente
Jurisprudentieregister
Trefwoordenregister