In het Nederlandse recht wordt bij herhaling de tournure toegepast dat een overigens geldige regel niet ingeroepen kan worden omdat dit gelet op de eerdere gedragingen van de rechthebbende onaanvaardbaar zou zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. In de civil law jurisdicties staat dit bekend als het beginsel venire contra factum proprium, een van de Fallgruppen van de redelijkheid en billijkheid. In standaardarresten als Baris/Riezenkamp (NJ 1958, 67) kan het venire contra factum proprium beginsel worden herkend, maar het wordt niet altijd als zodanig benoemd. In dit boek wordt ervan uitgegaan dat het juist wenselijk is dit beginsel te herkennen en te erkennen. Onderzocht wordt of lering getrokken kan worden uit het Engelse recht, waar met het leerstuk estoppel al eeuwen invulling wordt gegeven aan dit beginsel.
Prof. mr. P. Abas (emeritus hoogleraar privaatrecht Universiteit van Amsterdam) in TvPP 2014-5:
'Ermers heeft een vlot leesbaar boek geschreven waarvan ik met belangstelling heb kennisgenomen'
klik hier voor de volledige boekbespreking in TvPP 2014-5
Jeroen Ermers behaalde in 2010 de master rechtswetenschappen aan de Open Universiteit Nederland. Hierna is hij aan de Open Universiteit gepromoveerd op een onderzoek naar het leerstuk estoppel uit de common law traditie. Hij is thans als jurist werkzaam bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Gebruikte afkortingen
1 Inleiding
1.1 Estoppel vanuit civil law perspectief
1.1.1 Kennis en verantwoordelijkheden
1.1.2 Venire contra factum proprium
1.2 Vergelijking tussen het Engelse en Nederlandse recht
1.3 Beschrijving van de theorie van estoppel
1.4 Doelen van het onderzoek
1.5 Hypothese
1.5.1 Onderzoeksvragen
1.6 Omschrijving van de onderzoeksmethode
1.6.1 Methodologische keuzen
1.6.2 Selectie van de bronnen
1.7 Indeling van het boek
1.8 Terminologie
2 Achtergrond en ontwikkeling van estoppel
2.1 Inleiding
2.2 Beschrijving van de rechtsregel
2.3 Oorsprong van de doctrine
2.3.1 Gehanteerde begrippen
2.4 Het Engelse recht. Uitwendige geschiedenis
2.4.1 Het systeem van de writs
2.4.2 Procesrechtelijke aspecten
2.4.3 Van recht op nakoming naar plicht tot presteren
2.5 Equity
2.5.1 Verschillen tussen law en equity
2.5.2 Court of conscience
2.5.3 Equity follows the law
2.5.4 Introductie van estoppel via het familierecht
2.6 Consideration
2.6.1 Causa in objectieve en subjectieve zin
2.6.2 Praktische bezwaren tegen consideration
2.7 Het conflict tussen consideration en estoppel
2.7.1 Hammersley v De Biel: vertrouwen als grondslag voor verbintenis
2.7.2 Jorden v Money: beperking van de werking van estoppel
2.7.3 Promissory estoppel
2.7.4 Promissory estoppel in het Amerikaanse recht
2.8 Samenvattende opmerkingen
2.8.1 Estoppel vanuit civil law perspectief
3 De ratio van estoppel
3.1 Inleiding
3.2 Onrechtvaardigheid
3.3 Rules en principles
3.3.1 Verschil tussen regels en beginselen
3.4 Vertrouwen, schijn en werkelijkheid
3.4.1 Onderscheid met misrepresentation
3.4.2 Verkeerseisen
3.5 Rechtszekerheid
3.6 Beperkende werking van estoppel
3.7 Unconscionable
3.8 Remedie
3.9 Samenvattende opmerkingen
4 Het schild en het zwaard
4.1 Inleiding
4.2 Positief en negatief contractsbelang
4.2.1 Greenwood v Martin’s Bank: vergoeding positieve belang
4.2.2 Estoppel als voorwaardelijke formule
4.3 Estoppel als bewijsrechtelijke regel
4.3.1 The shield, not the sword
4.4 Wel actie bij zakelijke rechten
4.5 Estoppel als grond voor een actie
4.5.1 Waltons Stores
4.5.2 Vestiging van zakelijk recht door estoppel
4.6 Restitution
4.7 Verdere uitzondering op vergoeding van het positieve belang
4.7.1 Crabb v Arun DC
4.7.2 Equity en vergoeding van het positieve belang
4.7.3 Estoppel ter compensatie van nadeel
4.8 Vergoeding van het positieve contractsbelang in het Amerikaanse recht
4.9 Beknopte vergelijking met het Nederlandse recht
4.10 Samenvattende opmerkingen
5 Afscheid van ‘hard and fast rules’
5.1 Inleiding
5.2 Geen estoppel wegens ontbreken billijkheidargument
5.3 Elementen van estoppel
5.3.1 Representation
5.3.1.1 Onderscheid tussen representation en contractuele bedingen
5.3.1.2 Onderscheid tussen representation en beloften
5.3.1.3 Afgebroken onderhandelingen
5.3.1.4 Mededelingsplicht
5.3.1.5 Convention
5.3.1.6 Samenvattend: het toedoenvereiste
5.3.2 Change of position
5.3.2.1 Noodzaak van voortbouwend handelen
5.3.2.2 Causaal verband tussen change of position en representation
5.3.3 Detrimental reliance
5.4 Van nadeel- naar billijkheidscriterium
5.4.1 Inconsistent gedrag
5.5 Samenvattende opmerkingen
6 Estoppel in het Nederlandse recht Rechtsverwerking
6.1 Inleiding
6.2 Vergelijking rechtsverwerking met estoppel
6.2.1 Het nadeelsvereiste in het Nederlandse recht
6.2.2 Nadeel bij rechtsverwerking
6.3 Vergelijking met Engels recht
6.4 Het wezen van rechtsverwerking. Onderscheid met afstand van recht
6.5 De derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid
6.6 Nuancering van het standpunt van Houwing
6.7 Het effect van rechtsverwerking
6.8 Het onredelijk verzwaren van de positie van de wederpartij
6.8.1 Het Pekingeenden-arrest
6.8.2 De ‘B-grond’ van Houwing in literatuur en rechtspraak
6.9 Samenvattende opmerkingen
7 Estoppel in de Nederlandse rechtspraak
Vertrouwen in het bestaan en de omvang van een recht
7.1 Inleiding
7.2 Het vertrouwen in een verbintenis
7.2.1 Vertegenwoordiging
7.3 Het vertrouwen dat een recht niet uitgeoefend zal worden
7.3.1 Huwelijksvermogensrecht
7.4 Samenvattende opmerkingen
8 Estoppel in de Nederlandse rechtspraak
Het beroep op een fait accompli
8.1 Inleiding
8.2 Afgebroken onderhandelingen
8.2.1 Omvang van de schadevergoeding
8.2.2 Overeenkomst onder voorbehoud
8.2.3 Schriftelijkheidsvereiste
8.2.4 Vergelijking met de common law
8.3 Schuldeisersverzuim
8.4 Nemo auditur
8.4.1 Het adagium nemo auditur vergeleken met venire factum proprium
8.4.2 De verboden prestatie
8.4.3 Afwijken van dwingendrechtelijke regels
8.5 Samenvattende opmerkingen
9 Mededelingsplicht tegenover onderzoeksplicht
9.1 Inleiding
9.2 Dwaling: verschoonbaarheidsvereiste
9.2.1 Beperking van de onderzoeksplicht
9.2.2 Kenbaarheid
9.3 Dwaling dient voor rekening van de dwalende te blijven
9.3.1 Baris/Riezenkamp
9.4 Jurisprudentie na Baris/Riezenkamp
9.4.1 Gevolgen verzaken mededelingsplicht
9.5 Mededelingsplicht als rechtsplicht
9.6 Verhouding Baris/Riezenkamp-jurisprudentie en art. 6:228 BW
9.6.1 Wegen van mededelings- en onderzoeksplichten
9.7 Samenvattende opmerkingen
10 Estoppel in het BW Klachtplicht
10.1 Inleiding
10.1.1 Bepalingen in Boek 3
10.1.2 De regeling van artikel 6:87 BW
10.2 De klachtplicht
10.3 De onderzoeksplicht
10.4 Verval van recht of rechtsverwerking?
10.5 Rechtsvergelijking: estoppel door stilzitten
10.5.1 Laches
10.6 Stelplicht en bewijslast
10.6.1 Geen ambtshalve toepassing
10.6.2 Ploum/Smeets: de casus
10.6.2.1 Ploum/Smeets: hoger beroep
10.6.2.2 Ploum/Smeets: overwegingen in cassatie
10.6.3 Bij wie ligt de bewijslast?
10.6.4 Intermezzo: de ongeloofwaardige ontkenning
10.6.5 Bevrijdend verweer of vereiste
10.7 Nadeel van de verkoper bij het bepalen van de lengte van de termijn
10.7.1 Gezichtspunten in Pouw/Visser en Ploum/Smeets II
10.8 Samenvattende opmerkingen
11 Balans
11.1 Inleiding
11.2 Ratio van estoppel
11.3 Bewijsrechtelijke regel of materieel recht
11.4 Gezamenlijke grondslag voor verschillende soorten estoppel
11.5 Overeenkomsten tussen estoppel en rechtsverwerking
11.6 Waarde estoppel bij het bepalen bestaan en omvang verbintenis
11.7 Sporen van estoppel in het Nederlandse recht
11.8 Nemo auditur
11.9 Onderzoeks- en mededelingsplichten
11.10 De klachtplicht
11.11 Tot slot
12 Samenvatting
13 Summary
Jurisprudentieregister
Trefwoordenregister
Aangehaalde en geraadpleegde literatuur