Bij een handelskoop moet de verkoper behalve goederen ook documenten aanleveren bij (de bank van) de koper. Het cognossement is het belangrijkste document. Het geeft de koper in de regel een verhandelbaar eigendomsbewijs. Het geeft de betalende bank een pandrecht. Het verschaft de rechthebbende op het cognossement contractuele rechten en plichten tegenover de vervoerder. Het regelt eveneens jegens de cognossementhouder contractueel de aansprakelijkheid van de vervoerder en diens hulppersonen voor beschadiging van de lading. In Boek 8 BW heeft de wetgever de regeling van het cognossement opgenomen. Deze is echter niet steeds duidelijk en volledig. Het gehele systeem van het vermogensrecht dient in beschouwing genomen te worden om de rechten en plichten van een cognossementhouder en van andere betrokkenen bij de goederen goed in het vizier te krijgen. Naar ons recht zijn de verplichtingen van een cognossementhouder – afhankelijk van het gebruikte cognossement – vaak aanzienlijk. Kooplieden, maar ook pandhouders, zouden de wens kunnen hebben de verplichtingen aan zich te laten voorbijgaan en deze te laten rusten bij personen die daartoe wel de bereidheid hebben. Hiertoe bestaan mogelijkheden. Voor de uitgave van een cognossement kan gehandeld worden op basis van het mate’s receipt. Na de uitgave van het cognossement kan gehandeld worden op basis van handelsdeliveryorders, terwijl het cognossement berust bij een controlebureau dat de aansprakelijkheid uit cognossement kan overzien en verzekeren. Door vergelijking met andere waardepapieren worden de mogelijkheden en onmogelijkheden van het cognossement zichtbaar. Voorbeelden uit met name het Engels recht kunnen helpen leemtes en tekortkomingen in ons rechtssysteem te ontdekken en te verhelpen.
Voorwoord
1 Overzicht
1.1 Belang van zakelijke waardepapieren
1.2 Praktische problematiek
1.3 De veelheid van betrokken partijen en rechtsrelaties
1.4 Rechtsontwikkelingen in de jurisprudentie en literatuur
1.5 Het belang van Engelse bronnen
2 Order- en toonderpapieren in klassieke versie
2.1 Inleiding
2.2 Vorderingen op naam, aan toonder en aan order
2.3 De recht- en regelmatig houder
2.4 Geen undisclosed principal (art. 7:420, 7:421, 8:63 lid 2 BW)
2.5 Vertrouwensbescherming
2.6 Geen vertrouwensbescherming bij een lasthebber
2.7 Bevrijdende betaling
2.8 Meerdere exemplaren
2.9 Rechtstreeks en getrokken papier
3 Meerdere begunstigden, al dan niet zelf toegevoegd
3.1 Inleiding
3.2 Feiten en procesverloop bij Windt q.q./Truckland
3.3 De Hoge Raad
3.4 Waar we het zoeken moeten
3.5 Wie mag wanneer welke gegevens aanvullen op het papier?
3.6 Van wie is het waardepapier met meerdere begunstigden?
4 Het endossementengat
4.1 Inleiding
4.2 Uitzonderingen op het endossementsvereiste
4.3 Problemen door endossementsvereiste
4.4 Buitenlandse oplossingen
4.5 Salama/IFN
4.6 Het endossement als legitimatie
5 Toetreding ontvanger tot de vervoerovereenkomst
5.1 Inleiding
5.2 Waarom geen sprake kan zijn van overdracht van vorderingen
5.3 Eendracht: werken met een derdenbeding
5.4 Toetreding bij het opslagbewijs aan order of toonder
5.5 Ladoga 15
5.6 Atypisch derdenbeding of toetreding?
5.7 Moment van toetreding van welke personen? Merchants?
5.8 Toetreden tot alle clausules? Tot merchant clauses?
5.9 Toetreden tot arbitrageclausule, rechtskeuze- en forumbedingen
6 Instructierecht; betaalt toetredende (pandhouder) de rekening?
6.1 Inleiding
6.2 Het recht instructies te geven
6.3 EWL/Fortis
6.4 De pandhouder als rechthebbende op het cognossement
6.5 De pandhouder treedt toe tot de vervoerovereenkomst
6.6 Gebondenheid aan instructie buiten cognossement om?
7 Toetreden hulppersonen: exoneratieclausules en afleveringsclausules
7.1 Inleiding
7.2 De verplichting tot aflevering
7.3 Exoneraties niet onredelijk bezwarend
7.4 Toetreding van hulppersonen
7.5 De Himalaya-clausule en de afleveringsclausule
7.6 Rafelig einde overeenkomst werkt niet
7.7 Inherente onvolkomenheid en beperking van Himalaya-clausules
7.8 De jurisprudentie omtrent derdenwerking ten nadele van derden
8 Buitenlandse invloeden op derdenwerking van contractuele clausules
8.1 Inleiding
8.2 Overzicht derdenwerking van cognossementen naar Engels recht
8.3 Bailment en bewaarneming
8.4 Verplichtingen van de houder buiten contract
8.5 De contractuele invulling van het buitencontractuele houderschap
8.6 Pioneer Container
8.7 ‘Pioneeren’ in Nederland
8.8 Het belang van de zaak Kirby
8.9 Derdenwerking van processuele bedingen zoals een arbitrage- clausule
9 Samenspel tussen contractenrecht, goederenrecht en onrechtmatige daad
9.1 Inleiding
9.2 Eigendom lading los van vorderingsrecht tot aflevering
9.3 Bosman/Condorcamp: maakt een waardepapier beschikkingsonbevoegd?
9.4 Verkrijging van een beschikkingsonbevoegde
9.5 Actie uit onrechtmatige daad mogelijk tegen de vervoerder
9.6 Wie kunnen aflevering en/of schadevergoeding vorderen van de vervoerder?
9.7 Moet de vervoerder dubbel betalen?
10 Spent bills: uitgewerkte cognossementen
10.1 Inleiding
10.2 Salsaas
10.3 Autonome interpretatie van art. 8:417 en 8:441 BW?
10.4 De andere kant van de medaille
10.5 De spent bill naar Engels recht: contractenrecht
10.6 De spent bill naar Engels recht: goederenrecht
10.7 Verbetering van Nederlands recht 1: eigendomsrecht
10.8 Pandrecht
10.9 Verbetering 2: vertrouwensbescherming in de Rotterdam Rules
10.10 Verbetering 3: algemene beginselen van het waardepapierenrecht
10.11 Eendracht
11 Pandrecht op papier en op lading
11.1 Inleiding
11.2 Geen endossement ‘ter inpandgeving’ nodig
11.3 Geen stil pandrecht op orderpapier?
11.4 Ouder stil pandrecht op lading eerbiedigen
11.5 Geen ouder stil pandrecht op vorderingen eerbiedigen
11.6 Pandrecht op papier en op lading
11.7 Afhankelijkheid van de koopovereenkomst
11.8 De pandhouder die niet wil toetreden
11.9 De dreiging van de merchant clause
12 Opslag- en ontvangstbewijzen: wie heeft recht op het cognossement en op het mate’s receipt?
12.1 Inleiding
12.2 Cognossement en mate’s receipt als ontvangstbewijzen
12.3 De drie belangrijkste functies van het cognossement naar Nederlands recht
12.4 De functies van het cognossement naar Engels recht
12.5 Pacific Violet
12.6 Pyrene v. Scindia Navigation
12.7 Vervoeren van andermans goed zonder diens toestemming is onrechtmatig
12.8 Toetreden waartoe?
12.9 Cargo-link/Lindeteves Stokvis Internationale
13 Het zakelijke papier niet aan order of toonder: vervanging van het cognossement door het mate’s receipt
13.1 Inleiding
13.2 Nippon Yusen Kaisha v. Ramjiban Serowgee
13.3 Respect voor het eigendomsrecht
13.4 Eigendomsoverdracht per mate’s receipt
13.5 De pandhouder heeft het moeilijker
13.6 Kum v. Wah Tat Bank
13.7 Het contractuele aspect van het mate’s receipt
13.8 Bezwaren en gevaren van handelen in mate’s receipts
14 Zakelijke papieren en separate aflevering- overeenkomsten: Brandt v. Liverpool
14.1 Inleiding
14.2 Maersk/Hyka
14.3 Brandt v. Liverpool
14.4 Twee kanten van de medaille
14.5 Noodzaak tot het aannemen van een overeenkomst
14.6 Wilsovereenstemming en toch geen contract?
14.7 De lossingovereenkomst bij Maersk/Hyka
15 Derivaten: de handels-D/O, het ei van Columbus?
15.1 Inleiding
15.2 Behoefte aan ‘splitsen’ van cognossementen
15.3 Contractenrecht en goederenrecht in één papier
15.4 Contractuele invulling
15.5 Goederenrechtelijke invulling
15.6 Waar het misging: de zaak Gosforth
15.7 Reparatie van de handels-D/O
15.8 De handels-D/O als wapen tegen merchant clauses
Lijst van aangehaalde literatuur
Rechtspraakregister