Dit boek bevat de vier preadviezen die zijn uitgebracht aan de Vereeniging 'Handelsrecht' naar aanleiding van de wetsvoorstellen die beogen de continuïteit van ondernemingen en kwaliteit van bestuur te verbeteren. Daarin worden enerzijds onderwerpen als de zogenaamde pre-pack en het dwangakkoord, en anderzijds het bestuursverbod en de toetsing van bestuurders van financiële ondernemingen indringend geanalyseerd. Daarmee is het zowel voor beoefenaren van het faillissementsrecht als het ondernemings- en financieel recht van groot belang.
Inleiding
1 Reorganisatie van ondernemingen en pre-pack – Prof. mr. dr. F.M.J. Verstijlen
DEEL I. TO PRE-PACK OR NOT TO PRE-PACK
1.1 Inleiding
1.2 De opmars van de pre-pack
1.2.1 Verenigde Staten van Amerika
1.2.2 Verenigd Koninkrijk, in het bijzonder Engeland
1.2.3 Frankrijk
1.2.4 Nederland
1.3 To pre-pack or not to pre-pack
DEEL II. PRE-PACKING IN NEDERLAND
1.4 De start van de pre-pack
1.4.1 Het huidige recht
1.4.2 De WCO I
1.5 Aan de slag met de pre-pack
1.5.1 Het huidige recht
1.5.2 De WCO I
1.6 Het eindspel
1.6.1 Het huidige recht
1.6.2 De WCO I
DEEL III. DE POSITIE VAN DE BETROKKENEN BIJ DE PRE-PACK
1.7 De schuldenaar
1.8 De beoogd curator
1.8.1 De rechtspositie van de beoogd curator
1.8.2 Bindt de beoogd curator de curator?
1.8.3 De beoogd curator aan de slag
1.8.4 Remuneratie van de beoogd curator
1.9 De beoogd rechter-commissaris
1.10 De werknemers
1.10.1 De werknemers ‘gepre-packt’
1.10.2 Wat is het probleem?
1.10.3 Overgang van werknemers vanuit ‘gepre-packte’ faillissementen?
1.10.4 Medezeggenschap in de pre-pack?
1.11 De ‘pre-packcrediteuren’
1.12 Tot slot
2 Het buitengerechtelijk akkoord en het concept-voorstel WCO II – Prof. mr. R.D. Vriesendorp
2.1 Inleiding
2.2 Hoofdlijnen van de WCO II
2.2.1 Opzet van het consultatiedocument
2.2.2 Doel en achtergronden van het voorstel
2.2.3 Voorgeschiedenis
2.3 De regeling van de WCO II
2.3.1 Inleiding
2.3.2 Eerste fase: voorstel voor een akkoord en stemming (art. 368-372)
2.3.2.1 De procedure
2.3.2.2 Indeling in klassen
2.3.2.3 Geschillen
2.3.2.4 De stemming over het akkoordvoorstel en de gevolgen daarvan
2.3.3 Tweede fase: verzoek tot algemeenverbindendverklaring (art. 373-384)
2.3.3.1 Inleiding
2.3.3.2 De procedure
2.3.3.3 De beslissing
2.3.3.4 Rechtsmiddelen
2.3.3.5 Gevolgen van de algemeenverbindendverklaring
2.3.3.6 Internationale aspecten
2.4 Opmerkingen, vragen, mogelijke verbeterpunten
2.4.1 Indeling in klassen: toch nog geen maximale flexibiliteit
2.4.2 Algemeenverbindendverklaring: toch aansluiten bij Chapter 11?
2.4.3 De rechtbanken, of toch de Ondernemingskamer?
2.5 Tot besluit
2.6 Bijlage wettekst WCO II / 109
3 Het civielrechtelijk bestuursverbod: geen medicijn maar een placebo – Mr. F.E. Keijzer en Prof. mr. M.L. Lennarts
3.1 Inleiding
3.2 Het wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod
3.3 Aanpassingen ten opzichte van het voorontwerp
3.3.1 Criteria
3.3.2 Bestuursverbod voor zelfstandig ondernemers
3.3.3 De rol van de curator
3.3.4 Waarborgen
3.3.5 Handhaving
3.3.6 Gevolgen
3.3.7 Toepassingsbereik
3.4 Het civielrechtelijk bestuursverbod en art. 6 EVRM
3.4.1 Het civielrechtelijk bestuursverbod en het nemo tenetur-beginsel
3.4.2 Reasonable time
3.5 De strafrechtelijke pendant van het civielrechtelijk bestuursverbod
3.5.1 Strafrechtelijk kader
3.5.2 Toepassing in de praktijk
3.5.3 Aanpassing van het strafrechtelijk bestuursverbod
3.5.4 Suggesties voor een betere aansluiting tussen strafrecht en civiel recht
3.5.5 Toegevoegde waarde civielrechtelijk bestuursverbod
3.6 Conclusie
4 Bestuursverboden en toetsing van beleidsbepalers in de financiële sector – Prof. mr. D. Busch en Mr. A.J.A.D. van den Hurk
4.1 Inleiding
4.2 Civielrechtelijk bestuursverbod
4.2.1 Algemeen
4.2.2 Doelstelling
4.2.3 ‘Trigger’-moment
4.2.4 Reikwijdte
4.2.5 Bevoegdheid oplegging
4.2.6 Rechtsbescherming
4.2.7 Gevolgen
4.3 CRD IV
4.3.1 Algemeen
4.3.2 Doelstelling
4.3.3 ‘Trigger’-moment
4.3.4 Reikwijdte
4.3.5 Bevoegdheid oplegging
4.3.6 Rechtsbescherming
4.3.7 Gevolgen
4.4 BRRD, SRM & Interventiewet
4.4.1 Algemeen
4.4.2 Doelstelling
4.4.3 ‘Trigger’-moment
4.4.4 Reikwijdte
4.4.5 Bevoegdheid oplegging
4.4.6 Rechtsbescherming
4.4.7 Gevolgen
4.5 Geschiktheid en betrouwbaarheid
4.5.1 Algemeen
4.5.2 Doelstelling
4.5.3 ‘Trigger’-moment
4.5.4 Reikwijdte
4.5.5 Bevoegdheid oplegging
4.5.6 Rechtsbescherming
4.5.7 Gevolgen
4.5.8 Vergelijking
4.5.8.1 Vergelijking met civielrechtelijk bestuursverbod
4.5.8.2 Vergelijking met functieverbod ex art. 1:87 Wft
4.5.8.3 Vergelijking met BRRD en Interventiewet
4.6 Concluderende opmerkingen