De eerste druk van Vermogensscheiding in de financiële praktijk verscheen in 2008, als deel 56 van de toenmalige Bankjuridische Reeks van NIBESVV. In de afgelopen tien jaar hebben zich op het terrein van de vermogensscheiding de nodige ontwikkelingen voorgedaan. Deze betreffen in het bijzonder de vermogensscheiding bij (bank) beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen. In deze tweede druk wordt uitvoerig op deze nieuwe ontwikkelingen ingegaan.
In de bundel worden eerst de regels inzake vermogensscheiding bij beleggingsondernemingen en banken op een rijtje gezet en geanalyseerd. Dit geschiedt vanuit verschillende invalshoeken. Zo wordt de vermogensscheiding beschouwd vanuit het perspectief van achtereenvolgens de belegger, de bank, de CSD en de uitgevende instelling en vanuit een internationaal perspectief. Daarbij wordt ruimschoots aandacht besteed aan MiFID II, EMIR, de CSDverordening en natuurlijk de Wge. Vervolgens wordt de vermogensscheiding bij beleggingsinstellingen besproken. In dat verband komen de AIFMD en UCITS V aan de orde.
De bundel bestaat uit bijdragen van verschillende auteurs die werkzaam zijn binnen het financiële recht en die specialist zijn op het gebied van de vermogensscheiding. Iedere auteur geeft vanuit zijn eigen achtergrond invulling aan het onderwerp van de vermogensscheiding.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
Voorwoord
1 Vermogensscheiding: a bird’s eye overview – prof. mr. W.A.K. Rank
1.1 Inleiding
1.2 Toezichtrechtelijke regelgeving
1.3 Bewaring via de Wge
1.4 Bewaring via een bewaarinstelling
1.5 Depositogarantiestelsel en beleggerscompensatiestelsel
1.6 Samenvatting en conclusie
2 Vermogensscheiding; het perspectief van de belegger – mr. drs. N. Lemmers
2.1 Inleiding
2.2 Vermogensscheiding aandelen en obligaties
2.3 Derivaten in het Wge-systeem
2.4 Ter afsluiting
3 Van Teixeira de Mattos tot MiFID II: het vraagstuk van de vermogensscheiding vanuit bancair perspectief – mr. C.A. Rooke
3.1 Inleiding
3.2 Historie
3.3 Wettelijk kader
3.4 Stand van zaken; knelpunten
3.5 Oplossingen
3.6 Epiloog
4 Vermogensscheiding na de CSD-verordening – mr. B.J.A. Zebregs
4.1 Inleiding
4.2 Segregatievereisten in de CSD-verordening
4.3 Juridische segregatie
4.4 Segregatie in Europese context
4.5 Conclusie
5 Internationale aspecten van vermogensscheiding – prof. mr. drs. M. Haentjens
5.1 Inleiding
5.2 Insolventie
5.3 Beoordeling van aanspraken jegens (en van) de intermediair
5.4 Conclusie
6 Vermogensscheiding in ondernemingsrechtelijk perspectief: wie is de aandeelhouder? – mr. B.F.L.M. Schim
6.1 Inleiding
6.2 Aandeelhoudersrechten
6.3 Het bijzondere vermogensrechtelijke regime van de Wge
6.4 Wie is de aandeelhouder bij aandelen die tot een verzameldepot of girodepot behoren?
6.5 De wettelijke verdeling van bevoegdheden met betrekking tot aandelen die tot een verzameldepot of girodepot behoren
6.6 De Wge en het uitoefenen van aandeelhoudersrechten
6.7 Aandeelhoudersrechten die zijn verbonden aan aandelen die zijn opgenomen in een buitenlands systeem van giraal effectenverkeer
6.8 Uitkoopprocedures
6.9 Communiceren met de girale aandeelhouder: hoofdstuk 3a Wge en de Richtlijn Aandeelhoudersrechten
6.10 Ten slotte
7 Vermogensscheiding bij beleggingsfondsen – mr. R.K.Th.J. Smits
7.1 Inleiding
7.2 Vermogensscheiding op beleggingsfondsniveau
7.3 Vermogensscheiding op bewaardersniveau
7.4 Conclusie