In deze monografie wordt een onderscheid gemaakt tussen eigenlijke en oneigenlijke – ook wel aangeduid als zuivere en onzuivere – conservatoire vreemdelingenbeslagen. In art. 767 Rv is het eigenlijke (conservatoir) vreemdelingenbeslag vormgegeven, in zijn functie van rechtsmachtscheppend beslag en komt het louter in de conservatoire vorm voor. Beslissend is of de schuldenaar, die als regel een ‘vreemdeling’ zal zijn, over hier te lande voor beslag vatbare vermogensbestanddelen beschikt. In een zodanig geval, dat zich niet heel regelmatig voordoet (maar tegenwoordig wel vaker), zal een Nederlandse of een buitenlandse schuldeiser bij de Nederlandse rechter een executoriale titel tegen die ‘vreemdeling’ kunnen verkrijgen. In de meeste gevallen zal het daarbij gaan om betaling van een geldsom, maar het panorama is daartoe niet beperkt (vgl. art. 765 Rv). Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk dat een vreemdelingenbeslag wordt gelegd tot levering van een goed op naam, zoals een onroerende zaak. Echter, indien de schuldeiser op grond van een forumkeuzebeding of een bevoegdheidsverdrag in een ander land moet procederen, dan zal het van de aanwezigheid van internationale executieverdragen afhangen of die schuldeiser daarna dat vreemde vonnis in Nederland ten uitvoer kan leggen. Ook in dat processuele kader zal er een conservatoir beslag op de activa van de schuldenaar kunnen worden gelegd, maar dan is géén sprake van een zuiver conservatoir vreemdelingenbeslag, maar juist van de onzuivere variant ervan. Deze verschillende mogelijkheden, waaronder met name ook die ex art. 431 lid 2 Rv – ingevolge waarvan op grond van het buitenlandse vonnis het geding opnieuw bij de Nederlandse rechter aanhangig kan worden gemaakt –, zullen alle in deze monografie de revue passeren. Een aantal recente arresten van de Hoge Raad kon hierbij de nodige steun en inspiratie bieden, ook omdat het hier gaat om een niet al te toegankelijk rechtsgebied dat in de gangbare literatuur over het beslag- en procesrecht niet ruim aandacht heeft gekregen.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
Mr. dr. L.P. Broekveldt oefende zijn civiele rechtspraktijk uit bij Van Doorne te Amsterdam. Hij hield zich onder meer bezig met kredietverzekering, faillissementen en bankzaken. Daarnaast was hij van 1975 tot 2006 binnen Van Doorne de Amsterdamse Rijksadvocaat, in welke hoedanigheid hij de Nederlandse Belastingdienst (Ontvangers en het Ministerie van Financiën) adviseerde en bijstond in talloze geschillen en civiele procedures. In 2007 startte Broekveldt – vanaf 2010 zelf niet meer als advocaat – zijn eigen adviespraktijk voor juridische vakgenoten: Broekveldt Legal.
1 Inleiding, nadere verantwoording, verdere opzet en indeling
1.1 Inleidende opmerkingen
1.2 Nadere verantwoording: eigenlijke en oneigenlijke vreemdelingenbeslagen
1.3 Verdere opzet en indeling
2 Geschiedenis conservatoir vreemdelingenbeslag (‘saisie foraine’) in vogelvlucht
2.1 Van 1838 tot 1992: korte inleiding
2.2 Ontoereikendheid beslagregeling, kern HR 1974 en HR 1983
3 Het eigenlijk of zuiver conservatoir vreemdelingenbeslag (art. 765-767 Rv)
3.1 Inleidende opmerkingen
3.2 Verdere opzet en indeling
3.3 Doel eigenlijk conservatoir vreemdelingenbeslag: rechtsmacht scheppen
3.4 Beslagen die louter in conservatoire vorm voorkomen: leveringsbeslag, maritaal beslag en vreemdelingenbeslag
3.5 Eigenlijke of zuivere conservatoire vreemdelingenbeslagen: enkele recente HR-arresten
3.6 Andere vormen van (eigenlijke) conservatoire vreemdelingen (art. 765 Rv)
3.7 Een korte kritische slotbeschouwing
4 Vier ‘oneigenlijke’ of ‘onzuivere’ categorieën van conservatoir vreemdelingenbeslag
4.1 Inleidende opmerkingen / 39
4.2 Het kwartet van situaties of gevallen / 40
5 Uitwerking en verdieping van art. 431 lid 2 Rv in Gazprombank/Bensadon (‘HR 2014’)
5.1 Inleiding bij een nieuw standaardarrest / 45
5.2 De juridische kernfeiten / 45
5.3 Art. 431 lid 2 Rv en het beslagrechtelijk speelveld / 46
5.4 Gazprombank/Bensadon (deel I): vooropstellingen en algemene aspecten
5.6 Slotoverpeinzing: beperking en uitbreiding van het speelveld?
6 Uitzonderlijk conservatoir beslagarrest en eigenlijke vreemdelingennbeslagen in de zaak Promneftstroy/Yukos Capital en Glendale Group (‘HR 2015’)
6.1 Korte inleiding: baanbrekend en grensverleggend beslagarrest
6.2 Het feitencomplex in kort bestek
6.3 Nadere toelichting processuele feitencomplex
6.4 Territorialiteit, internationaal faillissements- en rechtspersonenrecht: het cassatiemiddel
6.5 Een ongekende en inventieve beslagoplossing van de Hoge Raad
6.6 Enige relativeringen bij en van dit arrest
7 Tot slot enkele internationaal getinte en afsluitende opmerkingen
7.1 Geen vorm(en) van vreemdelingenbeslag in België, Frankrijk of Duitsland
7.2 EU-verordening inzake het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
7.3 Vreemdelingenbeslag, immuniteit en Morning Star International/Republiek Gabon-II
7.4 Slotoverpeinzing met een positieve eindconclusie
Jurisprudentieregister