Dit boek vormt een onderdeel in een reeks die het collectief arbeidsrecht als onderwerp heeft. Het collectief arbeidsrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de werkgevers- en werknemersorganisaties, de collectieve onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden, de overheidsinvloed op deze onderhandelingen en het collectief actierecht.
In dit boek wordt de collectieve arbeidsovereenkomst en het algemeen verbindend verklaren van bepalingen daarvan onderwerpsgewijs behandeld. De collectieve arbeidsovereenkomst is het onderhandelingsresultaat tussen werkgevers en/of werkgeversverenigingen aan de ene kant en werknemersverenigingen aan de andere kant. Het resultaat wordt bepaald door de (al dan niet veronderstelde) machtspositie van de verschillende partijen waarbij (de dreiging van) de inzet van collectieve actiemiddelen als werkstaking en uitsluiting niet worden geschuwd. De totstandkoming van een collectieve arbeidsovereenkomst betekent dat de strijdwapens in ieder geval gedurende de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst worden opgeborgen. De collectieve arbeidsovereenkomst moet dan ook worden gezien als een (tijdelijke) wapenstilstandsovereenkomst. De mogelijkheid die de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft om bepalingen ervan algemeen verbindend te verklaren versterkt dit effect en voorkomt onder meer concurrentie op arbeidsvoorwaarden. De collectieve arbeidsovereenkomst heeft niet alleen een paciferend effect op de arbeidsverhoudingen, maar heeft zich ook ontwikkeld tot een zelfstandige en belangrijke rechtsbron in het arbeidsrecht.
De mogelijkheid om cao-bepalingen onverbindend te verklaren is niet behandeld, omdat het gaat om een inbreuk op het uitgangspunt dat aan de totstandkoming van een collectieve arbeidsovereenkomst ten grondslag ligt, namelijk de (collectieve) contractvrijheid. De internationale aspecten die samenhangen met de collectieve arbeidsvoorwaardenvorming zijn al behandeld in deel 2 van deze reeks over het collectief arbeidsrecht. Daar waar dat nodig is, worden deze internationale aspecten in het voorliggende boek slechts kort aangestipt.
Bij het tot stand brengen van dit boek is veel aandacht geschonken aan de parlementaire stukken, de literatuur en de rechtspraak. Om de toegankelijkheid van het boek te vergroten is gebruikgemaakt van een fijnmazige hoofdstukindeling, zodat een bepaald onderwerp snel terug te vinden is. Ook is geprobeerd de leesbaarheid van het boek optimaal te laten zijn.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
Mr. dr. J. van Drongelen: universitair hoofddocent Sociaal Recht en Sociale Politiek Universiteit van Tilburg.
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen
Voorwoord
1 Inleiding
1.1 Het vrijheidsideaal
1.2 Het recht van vergaderen en verenigen aan banden
1.3 Het recht van vereniging en vergadering
1.3.1 Intrekking Wet op de vereniging en vergadering
1.4 Het coalitieverbod
1.4.1 Arbeidsconflicten
1.4.2 De afschaffing van het coalitieverbod
1.4.3 Collectievering van de arbeidsverhoudingen
1.5 Collectievering in het arbeidsovereenkomstenrecht
1.5.1 Inleiding
1.5.2 Pennenstrijd over het juridische karakter collectieve arbeidsovereenkomst
1.5.3 Wettelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst tegen wil en dank?
1.5.4 De pennenstrijd gaat gewoon door
1.6 Naar de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst
1.7 Naar de wettelijke regeling van de algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen
1.8 De algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen
1.8.1 Het opnieuw ter discussie stellen van de algemeen verbindend-verklaring van cao-bepalingen
1.8.2 Het selectief algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen
1.8.3 Het dispensatiebeleid in vogelvlucht
1.9 De collectieve arbeidsovereenkomst als rechtsbron
2 De collectieve arbeidsovereenkomst, een begripsaanduiding
2.1 Wat is een collectieve arbeidsovereenkomst?
2.1.1 Klopt de benaming ‘collectieve arbeidsovereenkomst wel?
2.1.2 Uitbreiding werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst
2.2 ‘Voornamelijk of uitsluitend arbeidsvoorwaarden’
2.2.1 Aanduiding arbeidsvoorwaarden
2.2.2 ‘Voornamelijk of uitsluitend’ arbeidsvoorwaarden
2.2.3 Dus ook fonds- en bijdrageregelingen
2.2.4 Fonds- en bijdrageregelingen in samengestelde ondernemingen
2.3 Authentieke of onderhandse akte
2.3.1 Ook bij toetreding tot een collectieve arbeidsovereenkomst
2.3.2 Ook bij wijziging en verlenging van een collectieve arbeidsovereenkomst
2.4 Meldingsverplichting
2.4.1 Betekenis van de meldingsverplichting
2.4.2 Het kan weleens misgaan
2.4.3 Ledencontracten
2.5 Is een sociaal plan een collectieve arbeidsovereenkomst?
2.5.1 Het begrip ‘sociaal plan’
2.5.2 Verdeelde opvattingen in de literatuur
2.5.3 En de rechtspraak
2.5.4 Uiteindelijk enige duidelijkheid
2.6 Kan een vaststellingsovereenkomst een collectieve arbeidsovereenkomst zijn?
2.6.1 De vaststellingsovereenkomst / 70
3 De partijen bij een collectieve arbeidsovereenkomst; de rechtsvorm
3.1 Inleiding
3.1.1 Gemengde verenigingen
3.2 Grondslag: vakverenigingsvrijheid
3.2.1 Geen preventief toezicht van overheidswege
3.2.2 Wel repressief toezicht van overheidswege
3.3 Rechtsvorm: vereniging
3.4 Nader vereiste: volledige rechtsbevoegdheid
3.4.1 Rechtspersoonlijkheid
3.4.2 Volledige rechtsbevoegdheid
3.5 Het lidmaatschap van de vakvereniging
3.6 Het beëindigen van het lidmaatschap van de vakvereniging
3.7 De individuele zogenoemde ‘positieve vakverenigingsvrijheid’
3.7.1 Opzegverbod
3.7.2 De keuzevrijheid van de werkgevers
3.8 De individuele zogenoemde ‘negatieve’ vakverenigingsvrijheid
3.8.1 Het zogenoemde ‘verplicht lidmaatschap’ of de ‘closed shop’
3.8.2 Een variant op de ‘closed-shop’-constructie op decentraal niveau
3.9 De gelijke behandeling van georganiseerde en ongeorganiseerde werknemers
3.10 De bevoordeling van georganiseerde werknemers
3.11 Contractuele bedingen
4 De partijen bij een collectieve arbeidsovereenkomst; de representativiteit
4.1 Inleiding
4.2 De statutaire representativiteit
4.2.1 De gevolgen van een beperkte statutaire representativiteit
4.2.2 Statutaire representativiteit ontbreekt, wat dan?
4.3 Numerieke representativiteit
4.3.1 Inleiding
4.3.2 Relatieve representativiteit
4.3.3 Van ‘voldoende’ naar ‘evidente’ representativiteit
4.4 Verkiezingen, een alternatief ?
4.5 ‘Yellow unions’
4.5.1 Wat zijn ‘yellow unions’?
4.5.2 Categorale bonden
4.5.3 Nauw gelieerd zijn aan de werkgever(s)(organisaties)
5 De toelating tot de cao-onderhandelingen
5.1 Inleiding
5.2 Tegen wie moet een vordering worden ingesteld?
5.3 Vorderingsmogelijkheden voor toelating tot de cao- onderhandelingen
5.4 Toelating tot cao-onderhandelingen
5.5 Weigering toelating, rechtmatig?
5.5.1 (Te) veel of nieuwe gesprekspartners
5.5.2 Gebrek aan onderhandelingsruimte
5.5.3 Weglopen van de onderhandelingspartners
5.5.4 Onbetrouwbare gesprekspartner
5.5.5 Onvoldoende kennis en ervaring
5.6 Toelating tot onderhandelingen over een lopende collectieve arbeidsovereenkomst
5.7 Weigering om een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten
5.8 Het onderhandelingsakkoord: geen vrijheid, blijheid
5.9 Collectieve onderhandelingen en het recht op collectieve actie
6 De inhoud van de collectieve arbeidsovereenkomst en het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen daarvan
6.1 Inleiding
6.1.1 De grenzen aan de contractvrijheid
6.1.2 Non-discriminatiegronden
6.2 Soorten cao-bepalingen
6.3 Obligatoire cao-bepalingen
6.3.1 De mededelings- of bekendmakingsplicht
6.3.1.1 Uitbreiding mededelings- of bekendmakingsplicht
6.3.1.2 ‘Ieder harer leden’
6.3.1.3 Zo spoedig mogelijk’
6.3.1.4 ‘Het in bezit hebben’
6.3.1.5 Zorgverplichting voor wie?
6.3.1.6 Constitutief vereiste?
6.3.2 De beïnvloedingsplicht
6.3.2.1 Belang van de beïnvloedingsplicht
6.3.2.2 Contractuele garantieplicht
6.3.3 De handhaving van de statuten
6.3.3.1 ‘De andere partijen’
6.3.4 De vredesplicht
6.3.4.1 Absolute en relatieve vredesplichtclausules
6.3.4.2 Geen vredesplichtclausule in de collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen
6.3.4.3 Vredesplichtclausules in een internationale context
6.3.5 De openbreekclausules
6.3.6 De onderhandelingsplicht
6.3.7 De exclusiviteitsclausule
6.3.8 Andere obligatoire cao-bepalingen
6.4 Horizontale of normatieve cao-bepalingen
6.4.1 Minimum- en standaard-cao-bepalingen
6.5 Diagonale cao-bepalingen
6.6 De soorten cao-bepalingen en de algemeenverbindendverklaring daarvan
6.7 Het verbod om bepaalde cao-bepalingen algemeen verbindend te verklaren
6.7.1 Arbitrage- en bindendadviesclausules
6.7.2 Het gedwongen lidmaatschap
6.7.3 Gelijke behandeling georganiseerden en ongeorganiseerden
6.7.4 Prijshandhaving en leveringsvoorwaarden
6.8 Nadere beleidsmatige invulling van het niet algemeen verbindend verklaren van bepaalde cao-bepalingen
6.8.1 Strijdigheid met het recht
6.8.1.1 Onvoldoende rechtswaarborgen
6.8.1.2 Inbreuk op grondrechten
6.8.2 Strijd met het algemeen belang
6.8.3 Te grote benadeling van de rechtmatige belangen van derden in de betrokken bedrijfstak of daarbuiten
6.8.3.1 Werkingssfeer
6.8.3.2 Bedrijfsuitoefening
6.8.3.3 Fondsen
6.8.3.4 De toegang tot het cao-overleg
6.8.4 Handhaving van de in de collectieve arbeidsovereenkomst neergelegde arbeidsvoorwaarden
6.8.5 Boetebedingen
7 De gebondenheid aan de collectieve arbeidsovereenkomst en de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan
7.1 Inleiding
7.2 Gebondenheid op grond van lidmaatschap
7.2.1 De individuele en collectieve contractvrijheid
7.2.2 Betrokkenheid bij de collectieve arbeidsovereenkomst
7.2.3 De gebondenheid en het lidmaatschap tijdens de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst
7.2.4 De gebondenheid en bestaande arbeidsovereenkomsten
7.2.5 Het verlies van het lidmaatschap en de gevolgen daarvan voor de gebondenheid
7.2.6 De ontbinding van een werkgevers- of werknemersvereniging die cao-partij is en de gevolgen daarvan voor de gebondenheid
7.2.7 De wijziging van de statuten van een werkgevers- of werknemersvereniging die cao-partij is en de gevolgen daarvan voor de gebondenheid
7.3 Contractuele gebondenheid
7.3.1 Art. 14; de bedoeling
7.3.2 Art. 14; driekwart dwingend recht
7.3.3 Art. 14; arbeidsvoorwaarden
7.3.4 Art. 14; de reikwijdte
7.3.5 Art. 14; de betekenis voor de contractvrijheid
7.3.6 Art. 14 en het driekwart dwingend recht
7.3.7 Art. 14; alles of niets
7.3.8 Art. 14 en het institutionele stelsel
7.3.9 Het incorporatiebeding
7.3.9.1 Inleiding
7.3.9.2 Het eenzijdig wijzigingsbeding
7.3.9.3 De toch wat onzorgvuldige wetgever
7.3.9.4 Is het incorporatiebeding een eenzijdig wijzigingsbeding?
7.3.9.5 De toetsingscriteria bij de eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden
7.3.9.6 Het incorporatiebeding en de niet direct toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst
7.3.9.7 Het incorporatiebeding en arbitrage
7.3.9.8 Een afnemend effect?
7.4 Gebondenheid door het algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen
7.4.1 Inleiding
7.4.2 Discretionaire bevoegdheid
7.4.3 Vereisten voor het algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen
7.4.3.1 De zogenoemde ‘constitutieve vereisten’
7.4.3.2 De procedurele voorschriften
7.4.4 Juridische status van het besluit tot algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen
7.4.4.1 Daad van materiële wetgeving
7.4.4.2 Besluit van algemene strekking
7.4.5 Dispensatie
7.4.5.1 Inleiding
7.4.5.2 Dispensatie door cao-partijen zelf
7.4.5.3 Dispensatie door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
7.4.5.4 De juridische status van het dispensatiebesluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
7.4.5.5 De juridische status van het door of namens de cao-partijen genomen dispensatiebesluit
7.5 Gebondenheid bij de overgang van een onderneming
7.5.1 Inleiding
7.5.2 De pseudogebondenheid aan een collectieve arbeidsovereenkomst voor de verkrijger van (een deel van) de onderneming
7.5.3 De duur van de pseudogebondenheid aan een collectieve arbeidsovereenkomst voor de verkrijger van (een deel van) de onderneming
7.5.4 De duur van de gebondenheid bij een incorporatiebeding
7.5.5 De algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen en de overgang van (een deel van) de onderneming
7.5.6 De verschillende scenario’s bij de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst bij overgang van (een deel van) een onderneming
7.5.6.1 Scenario 1: de vervreemder en de verkrijger zijn gebonden aan dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst
7.5.6.2 Scenario 2: de vervreemder en de verkrijger zijn gebonden aan een andere collectieve arbeidsovereenkomst
7.5.6.3 Scenario 3: de vervreemder is gebonden aan een collectieve arbeidsovereenkomst
en de verkrijger niet
7.5.6.4 Scenario 4: de vervreemder is niet gebonden aan een collectieve arbeidsovereenkomst
en de verkrijger wel
7.5.6.5 Scenario 5: de vervreemder en de verkrijger zijn gebonden aan dezelfde algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
7.5.6.6 Scenario 6: de vervreemder en de verkrijger zijn gebonden aan andere algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
7.5.6.7 Scenario 7: de vervreemder is gebonden aan algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen en de verkrijger is niet gebonden aan een collectieve arbeidsovereenkomst
7.5.6.8 Scenario 8: de vervreemder is gebonden aan algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen en de verkrijger is gebonden aan een collectieve arbeidsovereenkomst
7.5.6.9 Scenario 9: de vervreemder is niet gebonden aan een collectieve arbeidsovereenkomst en de verkrijger is gebonden aan algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
7.5.6.10 Scenario 10: de vervreemder is gebonden aan een collectieve arbeidsovereenkomst en de verkrijger is gebonden aan algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
7.6 Samenloop
7.6.1 Inleiding
7.6.2 Samenloop bij arbeidsvoorwaardelijke cao-bepalingen
7.6.3 Samenloop bij obligatoire en diagonale cao-bepalingen
7.6.4 Samenloop en de werkingssfeer van collectieve arbeidsovereenkomsten
7.6.5 Samenloop en de algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen
7.7 De toepasselijkheid van de collectieve arbeidsovereenkomst op grond van het gebruik of de gewoonte
8 De doorwerking en de nawerking van de bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst en de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan
8.1 Inleiding
8.2 De zogenoemde ‘dwingende vervangende werking van cao- bepalingen’
8.2.1 Elk met de collectieve arbeidsovereenkomst strijdig beding
8.2.1.1 Elk beding
8.2.1.2 Het zogenoemde ‘gunstigheidsbeginsel’
8.2.2 Nietigheid
8.2.2.1 De nawerking van de nietigheid
8.2.2.2 Wie kan een beroep doen op de nietigheid?
8.3 Elk met algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen strijdig beding
8.3.1 Wie kan een beroep doen op de nietigheid?
8.4 De zogenoemde ‘aanvullende werking van cao-bepalingen’
8.4.1 Gewoonte, redelijkheid en billijkheid
8.4.2 De aanvullende werking van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
8.5 Doorwerking
8.6 De nawerking van cao-bepalingen
8.6.1 Inleiding
8.6.2 De nawerking van obligatoire en diagonale cao-bepalingen
8.6.3 De nawerking van arbeidsvoorwaardelijke cao-bepalingen
8.6.4 De nawerking van arbeidsvoorwaardelijke cao-bepalingen en de art. 14-werknemer
8.6.5 De nawerking van arbeidsvoorwaardelijke cao-bepalingen met afwijking van semi- en driekwart dwingend recht
8.6.5.1 Gevolgen voor de nieuw in dienst getreden werknemer
8.6.5.2 Gevolgen voor overeengekomen schriftelijke bedingen
8.7 De nawerking van algemeen verbindend verklaarde arbeidsvoorwaardelijke cao-bepalingen
8.8 De nawerking en de overgang van (een deel van) de onderneming
9 De looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst en de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan
9.1 Inleiding
9.2 De inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.2.1 De cao-partijen bepalen in beginsel zelf de inwerkingtreding
9.2.2 De inwerkingtreding en de meldingsverplichting
9.2.3 Inwerkingtreding met terugwerkende kracht?
9.2.3.1 Terugwerkende kracht en de meldingsverplichting
9.2.3.2 Terugwerkende kracht toegestaan
9.2.3.3 Terugwerkende kracht voor alle soorten cao-bepalingen?
9.3 De inwerkingtreding van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
9.3.1 Terugwerkende kracht voor algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen?
9.3.2 Terugwerkende kracht voor de intrekking van algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen?
9.4 De duur van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.4.1 De duur van de collectieve arbeidsovereenkomst is niet aangegeven
9.4.2 De maximale duur van een collectieve arbeidsovereenkomst
9.4.3 Afzonderlijke looptijd voor cao-bepalingen
9.5 De duur van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
9.6 De verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.6.1 Stilzwijgende verlenging
9.6.2 Maximale verlenging
9.7 De verlenging van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
9.8 De opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.8.1 Opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst bij deurwaardersexploot of bij aangetekende brief
9.8.2 De bij opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst in acht te nemen termijn
9.8.2.1 De opzegtermijn bij een overeengekomen looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.8.2.2 De opzegtermijn bij een collectieve arbeidsovereenkomst zonder overeengekomen looptijd
9.8.3 De rechtsgevolgen van de opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.9 De intrekking van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
9.9.1 Besluit van algemene strekking
9.9.2 Een tussentijdse wijziging van de verbindend verklaarde cao-bepalingen
en de intrekking van een besluit tot algemeen-verbindendverklaring
9.9.3 Procedurele waarborgen / 321
10 De uitleg van de bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst en de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan
10.1 Inleiding
10.2 De uitleg van obligatoire cao-bepalingen
10.3 De uitleg van normatieve en diagonale cao-bepalingen
10.3.1 Verruiming toepassingsgebied van de grammaticale uitleg
10.3.2 Grammaticale uitleg ‘in beginsel’
10.3.3 Een objectief-tekstuele uitleg van cao-bepalingen
10.4 De uitleg van cao-bepalingen, Haviltex-norm of cao-norm?
11 De handhaving van de collectieve arbeidsovereenkomst en de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan
11.1 Inleiding
11.2 De handhaving van obligatoire cao-bepalingen
11.3 De handhaving van diagonale cao-bepalingen, naleving te goeder trouw
11.4 De handhaving van normatieve cao-bepalingen (1)
11.5 De handhaving van normatieve cao-bepalingen (2)
11.6 De handhaving van de cao-arbeidsvoorwaarden en de art. 14-werknemer
11.7 Een bijzondere schadevergoedingsregeling
11.7.1 Immateriële schadevergoeding
11.7.2 Driekwart dwingend recht
11.8 De handhaving van algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen
11.8.1 Een bijzondere schadevergoedingsregeling
11.9 Cumulatie van vorderingen
11.10 Groepsactie
11.11 Overheidsbemoeienis
11.11.1 Onderzoek van overheidswege
11.11.2 Toezichthoudende bevoegdheden
11.11.2.1 Het evenredigheidsbeginsel
11.11.2.2 Het betreden van plaatsen
11.11.2.3 De inlichtingenverplichting
11.11.2.4 De inzage in en het kopiëren van zakelijke gegevens en bescheiden
11.11.2.5 De medewerkingsverplichting en het verschoningsrecht
11.12 Geschillenregelingen in collectieve arbeidsovereenkomsten
11.12.1 Arbitrage
11.12.2 Bindend advies
11.12.3 De praktijk
12 Een afronding
12.1 Arbeidsvoorwaardenvorming
12.1.1 Decentrale arbeidsvoorwaardenvorming
12.1.2 Centralisatie in de arbeidsvoorwaardenvorming
12.1.3 Opnieuw decentrale arbeidsvoorwaardenvorming
12.2 Decentralisatie en differentiatie, maar dan wel op beperkte schaal
12.3 Einde van de bedrijfstak-cao?
12.4 Waarom worden er (nog steeds) collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten?
12.5 Slot
Bijlagen
Bijlage 1 Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst, Stb. 1927, 415
Bijlage 2 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend
verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten,
Stb. 1937, 801
Bijlage 3 Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring, Stcrt. 1998, 240
Bijlage 4 Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen (AVV), Stcrt. 1998, 240
Bijlage 5 Formulier dispensatie van AVV
Bijlage 6 Checklist procedurele vormvereisten voor een verzoek tot algemeen verbindendverklaring van cao-bepalingen
Bijlage 7 Checklist fondsen
Bijlage 8 Checklist representativiteitsgegevens
Rechtspraakoverzicht
Literatuuroverzicht