Het aantal insolventieprocedures met internationale aspecten groeit alleen maar. Daarbij rijzen veel juridische vragen. Welke rechter is bevoegd? Welk recht is van toepassing, bijvoorbeeld op de bevoegdheden van de curator in een ander land, de verdeling van de boedel, zakelijke rechten, verrekening, eigendomsvoorbehoud, opzegging van overeenkomsten, de actio pauliana? In dit boek gaat de auteur in op deze en veel andere vragen. Voor intra-EU gevallen is op 26 juni 2017 de herziene Insolventieverordening in werking getreden. In deze nieuwe Verordening is veel jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie gecodificeerd. Daarnaast zijn enkele nieuwe onderwerpen geregeld, in het bijzonder met betrekking tot insolventie van groepen en de zogeheten synthetische procedure. Voor verhoudingen met landen die geen lid zijn van de Europese Unie stelt elke lidstaat zijn eigen regels op. In Nederland is het recht op dit punt in grote mate ontwikkeld door de Hoge Raad met recente jurisprudentie.
Daarnaast hebben de Verenigde Naties een Modelwet geschreven, bij wijze van aanbeveling aan Staten over de gehele wereld om deze wet in hun eigen nationale regels op te nemen. Een aantal Staten, waaronder de Verenigde Staten, heeft dat gedaan.
Dit is de tweede druk van dit boek. Alle drie de onderwerpen worden behandeld: de herziene EU-Verordening, de jurisprudentie van de Hoge Raad voor verhoudingen met derde landen en de VN-Modelwet.
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
Mr. dr. A.J. Berends was destijds namens Nederland betrokken bij de onderhandelingen die hebben geleid tot de oorspronkelijke Insolventieverordening, alsook bij de onderhandelingen die hebben geleid tot de Modelwet van de Verenigde Naties. In 2005 is hij gepromoveerd op grensoverschrijdend insolventierecht (cum laude).
1 Inleiding
1.1 Inleiding
1.2 Benaderingen in de theorie
1.3 Opzet van dit boek
2 Gevallen die niet onder de Insolventieverordening vallen
2.1 Inleiding
2.2 De werking in Nederland van een insolventieprocedure die is geopend in een derde land: het ‘inkomende verkeer’
2.3 De werking in een derde land van een insolventieprocedure die is geopend in Nederland: het ‘uitgaande verkeer’
2.4 Artikel 203-205 Fw: de gevolgen van een Nederlands faillissement voor verhaal op in een derde land gelegen goed
3 De EU Insolventieverordening
3.1 Inleiding
3.2 Territoriale werkingssfeer
3.3 Definities
3.4 Internationale bevoegdheid
3.5 Toetsing bevoegdheid
3.6 Toetsing opening hoofdinsolventieprocedure
3.7 Bevoegdheid inzake vorderingen die rechtstreeks voortvloeien uit een insolventieprocedure en er nauw verband mee houden
3.8 Toepasselijk recht; hoofdregel: lex concursus
3.9 Secundaire insolventieprocedures
3.10 Insolventieprocedures met betrekking tot leden van een groep ondernemingen
3.11 Groepscoördinatieprocedure
3.12 Persoonsgegevens
3.13 Uitvoeringswet EU-Insolventieverordening
3.14 Financiële ondernemingen
4 De UNCITRAL Modelwet
4.1 Algemeen
4.2 De preambule
4.3 Toepassingsgebied
4.4 Definities
4.5 Verhouding van de Modelwet tot verdragen
4.6 Rechterlijke bevoegdheid
4.7 Bevoegdheid van de binnenlandse curator om in het buitenland op te treden
4.8 Openbare orde
4.9 Aanvullende bijstand
4.10 Uitleg
4.11 Toegang van de buitenlandse curator en de buitenlandse schuldeisers tot de rechter van de wetgevende Staat
4.12 Erkenning van buitenlandse procedures en de gevolgen daarvan
4.13 Samenwerking met buitenlandse gerechten en buitenlandse curatoren
4.14 Samenloop van procedures
Literatuurlijst
Zaaksregister
Jurisprudentieregister