Een forumkeuze, dus een beding waarin is bepaald bij welke rechter een geschil moet worden beslecht, komt men in de meeste cognossementen en zeevrachtbrieven tegen. Bij het sluiten van zeevervoerovereenkomsten wordt echter zelden expliciet aandacht besteed aan de forumkeuze. Men gaat meestal akkoord met de door de vervoerder voorgestelde forumkeuze. Regelmatig realiseren ladingbelanghebbenden zich pas achteraf ‒ nadat een geschil is ontstaan omdat de lading bijvoorbeeld tijdens de zeereis beschadigd is geraakt ‒ welke invloed de forumkeuze op de uitkomst van het geschil kan hebben. Niet alleen kan doorslaggevend zijn dat het land van de gekozen rechter partij is bij een bepaald verdrag of dat de rechtspraak in dat land meer vervoerdersvriendelijk is, tevens kan van groot belang zijn dat het voeren van een procedure bij de in de forumkeuze genoemde rechter dermate duur is dat het economisch niet rendabel is om kleine geschillen aan deze rechter voor te leggen. In verband met het laatste moet vooral worden gedacht aan de in cognossementen en zeevrachtbrieven veel voorkomende forumkeuze ten gunste van de High Court te Londen. De vraag of tussen partijen een bepaalde forumkeuze tot stand is gekomen, hetgeen in principe een vraag is van meer procesrechtelijke aard, kan derhalve van wezenlijk belang zijn voor de uitkomst van een tussen partijen gerezen materieelrechtelijk geschil.
In dit boek wordt uitgebreid aandacht besteed aan de vraag of in verschillende in het zeevervoer veelvoorkomende situaties een forumkeuze tot stand komt. Vertrekpunt voor de beoordeling is regelmatig een bepaalde praktijksituatie. Omdat bij vervoerovereenkomsten, anders dan bij de meeste overeenkomsten, in de regel een derde, bijvoorbeeld een derde-cognossementhouder, op een later moment op een of andere manier partij wordt bij de vervoerovereenkomst, wordt ook uitgebreid ingegaan op de vraag in hoeverre deze derde uiteindelijk gebonden is aan de forumkeuze.
De forumkeuze in de zin van artikel 23 EEX-Vo/artikel 25 EEX-Vo (nieuw) staat in dit boek centraal. Bij de bespreking van dit artikel wordt ook gekeken naar andere bepalingen van de gewijzigde EEX-Vo, zoals artikel 31 lid 2 en 3 EEX-Vo (nieuw). Verder wordt ingegaan op de vraag hoe de Nederlandse rechter een derogerende forumkeuze, die niet valt binnen het toepassingsgebied van artikel 23 EEX-Vo/artikel 25 EEX-Vo (nieuw), moet beoordelen. De meest belangrijke bepalingen in dit verband zijn artikel 8 en 629 Rv.
Woord vooraf
Lijst van afkortingen
1 De forumkeuze in het algemeen
1.1 Inleidende opmerkingen
1.2 De scheiding tussen de forumkeuze en de hoofdovereenkomst; separabiliteit
1.3 Verdragen die een regeling omtrent forumkeuzen bevatten
1.4 De invloed van het op de vervoerovereenkomst toepasselijke materieel verdragenrecht op de forumkeuze
1.4.1 Schets van het probleem
1.4.2 De invloed van het toepasselijke verdragenrecht
1.5 De formulering van de forumkeuze
1.5.1 Forumkeuze dan wel arbitraal beding?
1.5.2 De formulering van de forumkeuze in het algemeen
1.5.3 Is de forumkeuze exclusief ?
1.5.4 Een specifiek geval: de forumkeuze ten gunste van de ‘principal place of business’
1.5.4.1 Inleidende opmerkingen
1.5.4.2 Het begrip ‘principal place of business’
1.5.4.3 De problemen en onduidelijkheden
1.5.4.4 Hoe moet de geldigheid van dergelijke forumkeuzen worden beoordeeld?
1.5.4.5 De algemene beginselen bij de beoordeling
1.5.4.6 Naar wiens ‘principal place of business’ wordt verwezen?
1.5.4.7 De invloed van art. 629 lid 2 Rv en art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw)
1.5.4.8 Afsluitende opmerkingen
2 De forumkeuze in de zin van art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw) in het algemeen
2.1 Art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw) in het algemeen
2.1.1 Inleidende opmerking omtrent de recente wijziging van de EEX-Vo
2.1.2 Het nieuwe art. 25 EEX-Vo (nieuw)
2.1.3 Het toepassingsgebied van art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw)
2.1.3.1 Inleidende opmerkingen
2.1.3.2 Het internationaliteitsvereiste
2.1.3.3 Het aanwijzen van ‘een gerecht of de gerechten van een lidstaat’
2.1.3.4 Het ‘woonplaatsvereiste’ bij art. 23 EEX-Vo
2.1.4 Een overzicht van de vereisten van art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw)
2.2 De vereiste vorm van de forumkeuze
2.2.1 De drie vormvoorschriften
2.2.2 Het onder a) genoemde criterium
2.2.3 Het onder b) genoemde criterium
2.2.4 Het onder c) genoemde criterium
2.2.4.1 Inleidende opmerking
2.2.4.2 De ‘internationale handel’
2.2.4.3 De ‘gewoonte’ die in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen
2.2.4.4 De bekendheid met de ‘gewoonte’
2.2.4.5 Afsluitende opmerkingen omtrent het onder c) genoemde criterium
2.3 De vereiste wilsovereenstemming en de ‘materiële geldigheid’
2.3.1 De vereiste wilsovereenstemming
2.3.1.1 Het begrip ‘overeenkomst’
2.3.1.2 De relatie tussen wilsovereenstemming en de vormvereisten
2.3.1.3 Hoe moet de wilsovereenstemming tot uiting komen?
2.3.2 Art. 25 EEX-Vo (nieuw): de ‘materiële geldigheid’ van de forumkeuze
2.3.2.1 Inleidende opmerkingen
2.3.2.2 De ‘materiële geldigheid’ van de forumkeuze
2.3.2.3 De in art. 25 lid 1 EEX-Vo (nieuw) genoemde verwijzingsregel
2.3.3 De overige aanvullende rol van het nationale recht
2.4 Art. 31 EEX-Vo (nieuw)
2.4.1 Het nieuwe art. 31 lid 2 en 3 EEX-Vo (nieuw)
2.4.2 De procedurele aspecten van art. 31 lid 2 EEX-Vo (nieuw)
2.4.2.1 Inleidende opmerkingen
2.4.2.2 Het aanhangig maken van een ‘zaak’ bij de genoemde rechter
2.4.2.3 Het verzoek tot aanhouden van de procedure
2.4.3 Geen aanhouding bij ‘tegenstrijdige forumkeuzebedingen’ en nietexclusieve forumkeuzen
2.4.3.1 ‘Tegenstrijdige forumkeuzebedingen’
2.4.3.2 Niet-exclusieve forumkeuzen
2.4.4 De verdere beoordeling van het verzoek
2.4.5 De onbevoegdverklaring overeenkomstig art. 31 lid 3 EEX-Vo (nieuw)
3 Art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw) in het kader van verschillende zeerechtelijke situaties
3.1 Bevrachtingsovereenkomsten en ‘losse’ vervoerovereenkomsten
3.1.1 Inleidende opmerkingen
3.1.2 Bevrachtingsovereenkomsten
3.1.3 ‘Losse’ vervoerovereenkomsten
3.2 Forumkeuzen in bevrachtingsovereenkomsten
3.2.1 Een door partijen ondertekende bevrachtingsovereenkomst
3.2.2 Een verwijzing in een ‘fixture’
3.3 De beoordeling van forumkeuzen bij ‘losse’ vervoervereenkomsten in de verhouding tussen vervoerder en afzender
3.3.1 Inleidende opmerkingen
3.3.2 Een door partijen ondertekende ‘booking note’
3.3.3 Een verwijzing in een ‘fixture’
3.3.4 Een verwijzing in een boekingsbevestiging
3.3.5 Een forumkeuze blijkt achteraf uit het cognossement of de zeevrachtbrief
3.4 De gebondenheid van de derde-cognossementhouder aan een in het
cognossement opgenomen forumkeuze
3.4.1 Inleidende opmerkingen
3.4.2 De gebondenheid van de derde-cognossementhouder volgens het Hof van Justitie
3.4.2.1 De jurisprudentie van het Hof van Justitie / 141
3.4.2.2 De geldigheid van de forumkeuze tussen de oorspronkelijke partijen
3.4.2.3 Het opvolgen in de ‘rechten en verplichtingen’
3.4.2.4 Het ‘toepasselijke nationale recht’
3.4.2.5 Complicaties met het ‘woonplaatsvereiste’ van art. 23 EEX-Vo
3.4.3 Korte schets van verschillende rechtsstelsels
3.4.4 Situaties waarin niet is voldaan aan de door het Hof van Justitie genoemde vereisten
3.4.4.1 Inleidende opmerkingen
3.4.4.2 Geen opvolgen in de rechten en verplichtingen
3.4.4.3 Een andere vervoerder onder cognossement
3.4.4.4 Aparte beoordeling van de gebondenheid van de derde-cognossementhouder
3.4.4.5 Het moment van overeenkomen van de forumkeuze: de presentatie van het cognossement in de loshaven
3.4.5 Verwijzing in het cognossement naar een bevrachtingsovereenkomst, waarin een forumkeuze is opgenomen
3.5 De gebondenheid van de geadresseerde aan een forumkeuze in een zeevrachtbrief
3.5.1 Inleidende opmerkingen omtrent zeevrachtbrieven
3.5.2 De relatie tussen de geadresseerde en de vervoerder
3.5.3 De afzender heeft de geadresseerde vertegenwoordigd
3.5.4 De gebondenheid van de geadresseerde
3.5.4.1 De gebondenheid van de geadresseerde wordt apart beoordeeld
3.5.4.2 Is voldaan aan de vereisten van art. 23 EEX-Vo/art. 25 EEX-Vo (nieuw)?
4 Een forumkeuze buiten het toepassingsgebied van art. 23 EEXVo/art. 25 EEX-Vo (nieuw)
4.1 Inleidende opmerkingen
4.2 De beoordeling van de forumkeuze in het algemeen
4.2.1 Aan de hand van welk recht moet de forumkeuze worden beoordeeld?
4.2.2 De relevante bepalingen van Nederlands recht: art. 8 en 629 Rv
4.2.3 De systematiek bij de beoordeling van de derogerende werking
4.3 De beoordeling in het licht van art. 8 lid 2 Rv
4.3.1 Art. 8 lid 2 Rv in het algemeen
4.3.2 Partijen hebben ‘bij overeenkomst’ een rechter aangewezen
4.3.2.1 De ‘preliminaire’ beoordeling van de vereiste ‘overeenkomst’
4.3.2.2 Kan aan de hand van een ‘geschrift’ aannemelijk worden gemaakt dat er sprake is van een ‘overeenkomst’?
4.3.2.3 De verdere ‘preliminaire’ toets: is aannemelijk dat er sprake is van wilsovereenstemming?
4.3.3 De vereisten ten aanzien van de formulering
4.3.3.1 Het aanwijzen van ‘een rechter of de rechter van een vreemde staat’
4.3.3.2 De rechter moet ‘bij uitsluiting’ zijn aangewezen
4.4 De beoordeling in het licht van art. 629 lid 2 Rv
4.4.1 Het toepassingsgebied van art. 629 Rv
4.4.1.1 Inleidende opmerkingen
4.4.1.2 ‘[…] een ontvanger, die niet de afzender was […]’
4.4.1.3 ‘[…] vervoer geheel of gedeeltelijk per schip […] naar een in Nederland gelegen plaats van eindbestemming […]’
4.4.2 De aan de derogerende forumkeuze te stellen vereisten
4.4.3 De onder a genoemde voorwaarden
4.4.3.1 Inleidende opmerkingen
4.4.3.2 Het aanwijzen van ‘een rechter van een met name genoemde plaats’
4.4.3.3 De ‘woonplaats’ van de vervoerder
4.4.3.4 Het bepalen van de relevante ‘woonplaats’ bij meerdere passief gelegitimeerde vervoerders
4.4.3.5 Verwijzing naar een bevrachtingsovereenkomst in een cognossement
4.4.4 De onder b genoemde voorwaarden
Samenvatting
Summary
Curriculum vitae
Lijst van aangehaalde literatuur
Rechtspraakregister