Dit boek is een bundeling van eerdere publicaties van mr. F. Stadermann. Hij behandelt vraagstukken van verzekeringsdekking waarmee hij in zijn werk als advocaat werd geconfronteerd en waarop wet, wetsgeschiedenis, literatuur en jurisprudentie geen antwoord geven. Diepgaand onderzocht en besproken worden:
-
de omstandighedenmelding bij claims made verzekeringen,
-
de mededelingsplicht van de verzekeraar die ontdekt dat zijn verzekerde bij het afsluiten van de verzekering relevante informatie heeft achtergehouden,
-
de in polissen van bestuurders- en commissarissenverzekeringen veelal voorkomende "Severability clause",
-
de vraag wanneer een verzekeraar gebonden is aan een in de polis opgenomen getaxeerde waarde van het verzekerde object,
-
de vraag, indien die gebondenheid er inderdaad is, welk bedrag dan dient te worden uitgekeerd.
In hoofdstukken die geactualiseerde bewerkingen zijn van hoofdstukken uit de bundel "Het Nieuwe Verzekeringsrecht Titel 7.17 BW belicht", worden ook uitvoerig behandeld:
-
de schademelding (artikel 7:941 BW),
-
de bereddingsplicht (artikel 7:957BW).
Ook beschikbaar via LI Library en XPOSI-shop.
Mr. F. Stadermann is advocaat te Rotterdam en gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Hij is een van de oprichters van de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA), waar hij ook lid van is. Hij doceert regelmatig en heeft zitting in beroepscommissies van organisaties in de verzekeringsbranche. Sinds mei 2009 is hij verbonden als onderzoeker aan het Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) van de Universiteit van Amsterdam.
Afkortingen
Lijst van verkort aangehaalde literatuur
Inleiding en verantwoording
1 De omstandighedenmelding onder claims made-verzekeringen, een analyse
1.1 Inleiding
1.2 Te beantwoorden vragen
1.3 Wat is een ‘omstandigheid’ en welke beperkingen gelden daarbij?
1.4 Bij wie dient de melding te worden gedaan?
1.5 Wanneer dient de melding te worden gedaan?
1.6 De reactie van de verzekeraar na een omstandighedenmelding
1.7 Wat is de omstandighedenmelding eigenlijk: een recht, een plicht of allebei?
1.8 Hoe verhoudt de regeling zich tot de wet?
1.9 Sluit de uitloopdekking na een omstandighedenmelding aan op de dekking onder een nieuwe claims made-verzekering?
1.10 Kan de verzekerde de door de omstandighedenmelding gehanteerde beperking van het recht op uitloop omzeilen?
1.11 Waarschuwingsplicht met betrekking tot en toelaatbaarheid van claims made-verzekering zonder enige vorm van omstandighedenmelding/uitloop?
1.12 Samenvatting van mijn conclusies
2 De verplichtingen voor de verzekerde na het ontstaan van de schade
2.1 Inleiding
2.2 Meldingsplicht
2.3 Verbod op erkenningen; bestaande problemen
2.4 Samenvatting van mijn conclusies
3 De bereddingsplicht
3.1 Inleiding
3.2 Verzekerde en verzekeringnemer
3.3 Rechtskarakter van de bereddingsplicht
3.4 Moment van ontstaan van de bereddingsplicht
3.5 De omvang van de bereddingsplicht; de aard van de maatregelen
3.6 Wetenschap bij de verzekerde
3.7 Wanneer behoort de verzekerde te weten?
3.8 Aanspraak op vergoeding hangt niet af van resultaat
3.9 Recht op vergoeding als de verzekerde onvoldoende heeft bered?
3.10 Welke maatregelen komen voor vergoeding in aanmerking?
3.11 De vergoedingsplicht is niet ruim genoeg
3.12 Vergoeding ook bij overschrijding van verzekerde som
3.13 Gevolgen van het niet nakomen van de bereddingsplicht
3.14 Beredden tegen wil en dank van de verzekeraar?
3.15 Onderverzekering; verzekerd belang versus onverzekerd belang
3.16 Door of op instigatie van de verzekerde
3.17 Is de bereddingskostenregeling van dwingend recht?
3.18 Invloed van redelijkheid en billijkheid op vergoedingsplicht?
3.19 Conclusies
4 De mededelingsplicht van de verzekeraar na ontdekking van de verzwijging
4.1 Inleiding
4.2 Ontstaan van de mededelingsplicht: ‘binnen twee maanden na ontdekking’
4.3 De inhoud van de mededelingsplicht van de verzekeraar
5 Van Severability clause naar Onschuldige Bestuurders-clausule
5.1 Inleiding
5.2 De meeverzekerde derde in het algemeen na een beroep op verzwijging
5.3 De positie van de derde bij BCA-polissen
5.4 Probleemstelling
5.5 De Severability clause
5.6 De Severability clause nader beschouwd
5.7 Poging tot uitleg van de Severability clause naar Nederlands recht
5.8 De beslissing van het Oberlandesgericht Düsseldorf
5.9 Conclusie
5.10 Hoe moet het dan wel? Voorstel voor een Onschuldige Bestuurdersclausule
6 De (on)aantastbaarheid van de deskundigentaxatie als bedoeld in art. 7:960 BW
6.1 Inleiding en vraagstelling
6.2 Opbouw van deze bijdrage
6.3 Het oude recht
6.4 De gangbare opvatting: de verzekering op basis van een deskundigentaxatie zou een vaststellingsovereenkomst zijn
6.5 Bespreking van de gangbare opvatting
6.6 Praktisch bezwaar met betrekking tot de gangbare opvatting
6.7 Mijn eigen opvatting: een verklaring dat de verzekeraar de opgegeven waarde voor waar aanneemt en waaraan de verzekeraar op grond van art. 3:35 BW is gebonden
6.8 Wanneer kan een getaxeerde waarde in de verzekerings- overeenkomst worden aangetast als deze voortvloeit uit een verklaring als bedoeld in art. 3:35 BW?
6.9 De rol van de polis
6.10 Resumé van de bevindingen
7 Vergoeding van waardevermindering bij te hoge deskundigen taxatie als bedoeld in art. 7:960 BW
7.1 Inleiding en vraagstelling
7.2 Nadere analyse van het probleem
7.3 Een onmogelijke oplossing
7.4 Een reële oplossing; een proportionele oververzekeringsregel
7.5 Een proportionele benadering past in het huidige verzekeringsrecht
7.6 Het oude goederentransportverzekeringsrecht kende al een proportionele oververzekeringsregel: de rafactiemethode
7.7 Voorstel tot invoering van een proportionele oververzekerings- regel in geval van waardevermindering na een te hoog getaxeerde verzekerde waarde
Uitleiding
Overzicht van geraadpleegde jurisprudentie
Summary of ‘Some issues relating to insurance cover’
Dankwoord