Mr. dr. J. van Drongelen, dr. mr. S.F.H. Jellinghaus
Prof. mr. M. Olfers
Mr. C.A. Segaar, mr. T.A. Wilms
Mr. D. Sprecher
Mr. M.I. van Dijk
Bestuurdersaansprakelijkheid bij voetbalclubs: not done?
Voor mijn afstudeerscriptie analyseerde ik de UEFA Financial Fair Play-regelgeving vanuit juridisch en economisch perspectief. Die exercitie bracht mij in aanraking met ‘moral hazard’ in het betaald voetbal en met de ‘betaald-voetbal-paradox’.
Moral hazard zegeviert in het betaald voetbal wanneer voetbalclubs overeind worden gehouden met publiek geld (om sociale onrust te voorkomen) of privaat geld (om politieke en/of financiële motieven). Deze voetbalclubs zijn ‘too popular to fail’. Een hiermee samenhangend verschijnsel is de betaald-voetbal-paradox: veel voetbalclubs opereren onder financiële ratio’s waarmee zij in een ‘normale’ bedrijfstak allang failliet zouden zijn. Bestuurders van (populaire) voetbalclubs zijn zich bewust van het krachtenveld waarin ze opereren en nemen onverantwoorde risico’s wetende dat zij met de eer strijken bij sportief succes, terwijl de financiële gevolgen van wanbeleid niet voor hun rekening komen.
Dit laatste punt heeft bij mij altijd bevreemding gewekt. Dat een club niet failliet gaat, betekent niet dat er geen schade is: er is bijvoorbeeld imagoschade, vernietiging van waarde door een uitverkoop van spelers, en sportief verval met als gevolg een lagere klassering en dito lager prijzengeld. Natuurlijk moet niet elke keer als het misgaat, een bestuurder verantwoordelijk worden gesteld: het kan een keer tegenzitten. Maar naar mijn weten is in Nederland geen enkel voorbeeld te bedenken waar het is geprobeerd. Terwijl er toch genoeg clubs zijn gered, met publieke en private middelen, waarbij op de gevel van het stadion met zulke grote letters ‘WANBELEID’ stond gekalkt dat alle supporters dachten dat ze er een nieuwe hoofdsponsor bij hadden.
Er zijn overigens legio redenen te bedenken waarom bestuurders (van voetbalclubs die niet failliet zijn gegaan) niet aansprakelijk worden gesteld. Dat zal sowieso niet gebeuren als de bestuurder gewoon blijft zitten. Maar als er een bestuurswissel plaatsvindt kan het zijn dat de oude bestuurder een goede kennis is van de nieuwe bestuurder, of toch tenminste lid is van hetzelfde ‘old boys network’. Soms is er sprake van het scenario: ‘van een kale kip kun je niet plukken’ of is de voormalig bestuurder nog erg populair bij de achterban. Ook schept een succesvolle aansprakelijkstelling een precedent waar de nieuwe bestuurder op een later tijdstip zelf de dupe van kan worden.
Bij gebrek aan een geschikt praktijkvoorbeeld was mijn oorspronkelijke plan voor dit artikel om een puur theoretische beschouwing te geven over dit onderwerp. Maar, de oplettende lezer zal begrijpen dat ik volledig ben achterhaald door de actualiteit. FC Twente heeft op het moment van schrijven van dit artikel, op aandringen van de Gemeente Enschede, besloten de duimschroeven aan te draaien in de onderhandelingen met haar geldschieters, die tevens haar oud-bestuurders en commissarissen zijn, door ze aansprakelijk te stellen voor door haar geleden schade als gevolg van het door hen gevoerde beleid. In dit artikel beschouw ik of deze aansprakelijkstelling, zo die wordt doorgezet, kan leiden tot een vonnis waarin aansprakelijkheid wordt aangenomen en een veroordeling tot het betalen van schadevergoeding wordt uitgesproken.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift