R.A. Wessel, J. Larik
A.A.M. Schrauwen
M. Haentjens, J.T. Tegelaar
Mr. A. Looijestijn-Clearie, M.A.
H. Verschueren
G. Karapetian
A.F.M. Brenninkmeijer, L.F. Lalikova
Het Terugtrekkingsakkoord als internationaal verdrag: implementatie, geschillenbeslechting en doorwerking
In deze bijdrage wordt het Terugtrekkingsakkoord besproken vanuit het perspectief van het internationale verdragenrecht. De structuur van het Terugtrekkingsakkoord is conform de gebruikelijke praktijk van bilaterale internationale verdragen. Er is een eerste deel met ‘gemeenschappelijke bepalingen’ en een laatste deel met ‘institutionele en slotbepalingen’. Daar tussenin bevindt zich de materiële inhoud. Het Terugtrekkingsakkoord is tevens voorzien van enkele protocollen en technische bijlagen. Het Terugtrekkingsakkoord is echter, tegelijkertijd, een heel bijzonder internationaal verdrag. Vanuit het perspectief van de Europese Unie werd er onderhandeld over een verdrag tussen de EU en een van haar lidstaten (een erg ongebruikelijke rechtsfiguur), maar op de eerste dag na zijn inwerkingtreding werd het Terugtrekkingsakkoord automatisch getransformeerd in een verdrag tussen de EU en een ‘derde land’, wat wel een bekende rechtsfiguur is van EU-recht. Inhoudelijk gezien bevat het Terugtrekkingsakkoord een aantal merkwaardige bepalingen. Er wordt voorzien in een overgangsperiode, waardoor nagenoeg het hele EU-recht een tijdlang van toepassing wordt op en in een niet-lidstaat, een juridisch erg acrobatische regeling. Bovendien bevat het Terugtrekkingsakkoord, in tegenstelling met de meeste internationale verdragen, precieze bepalingen over zijn doorwerking in de interne rechtsorde van de verdragspartijen, met name in de rechtsorde van het Verenigd Koninkrijk.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift